Winstwaarschuwing BZK: minder externen betekent meer ambtenaren
Het eruit werken van externen geeft ‘een opwaarts effect’ op de omvang van het rijksbrede personeelsbestand.

Minister Uitermark van Binnenlandse Zaken waarschuwt dat het terugdringen van de externe inhuur bij de rijksoverheid zal leiden tot het in dienst nemen van meer ambtenaren.
1 miljard euro
De NSC-bewindsvrouw meldt dat in een brief aan de Tweede Kamer over de stand van zaken van de uitvoering van de kabinetsambitie om de ambtelijke organisatie van de rijksoverheid met 22 procent in te laten krimpen en mede daarmee op termijn structureel 1 miljard euro te besparen.
Wat mogelijke besparingen op het personele deel van de apparaatsuitgaven van de rijksoverheid betreft, wordt eerst bezien of het mogelijk is om de uitgaven aan externe inhuur te verminderen. Dat is in theorie makkelijker te realiseren, omdat voor externe inhuur geen werkgeversverantwoordelijkheid geldt.
Verambtelijken
Volgende maand belooft Uitermark met een plan te komen hoe de aanpak wordt tot een vermindering van de inhuur van externen te komen, maar nu al wijst ze de Tweede Kamer op de consequenties die dat zal hebben. ‘Verambtelijken’ levert weliswaar per saldo een financiële besparing op ten opzichte van ‘extern inhuren’, maar geeft volgens haar wel ‘een opwaarts effect’ op de omvang van het rijksbrede personeelsbestand. Anders gezegd, het leidt tot meer fte. In het Hoofdlijnenakkoord van het kabinet-Schoof staat juist dat ‘de groei van het aantal ambtenaren en de inzet van consultants bij de departementen meer dan wordt teruggedraaid.’
Geen vacaturestop
Het woord ontslagen valt in de Kamerbrief niet en evenmin wordt een rijksbrede vacaturestop overwogen. Gezien het te verwachte natuurlijk verloop van personeel de komende jaren, is dat volgens de minister vooralsnog niet nodig. Elk ministerie mag zelf beoordelen of het extern openstellen van vacatures nodig is. Wel geniet interne of interdepartementale vacaturevervulling de voorkeur. ‘Op die manier behouden we expertise en kennis voor de overheid’, aldus Uitermark.
Uitvoering niet ontzien
De minister maakt in haar brief overigens duidelijk dat uitvoerende diensten niet zullen worden ontzien bij de inkrimping van het ambtelijk apparaat. Het buiten schot blijven van de uitvoering was wel het uitgangspunt in het genoemde Hoofdlijnenakkoord en daar was door de Kamer bij motie ook op aangedrongen. ‘Na zeer zorgvuldige weging’ staat het de afzonderlijke ministers vrij om ook de uitvoering een beperkt deel van de taakstelling te laten dragen. Uitermark ziet rechtvaardiging in die keuze omdat (ook) de uitvoeringsorganisaties en de inspectiediensten gemiddeld genomen de afgelopen jaren fors zijn gegroeid in personele omvang, terwijl ze ook nog eens relatief veel gebruik maken van externe inhuur.
Voorjaarsnota
Een gemakkelijke opgave wordt het volgens de minister niet, temeer daar de operatie verantwoord en realiseerbaar dient te gebeuren. De verschillende ministers staan voor de uitdaging de taakstelling in te vullen. De interne financiële doorbelasting van de taakstelling zal per begroting bij de Voorjaarsnota 2025 moeten plaatsvinden.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.