Raadsvergoedingen niet meer naar partijkas
Gemeenten en Provincies moeten raadsvergoedingen van SP-raadsleden en Statenleden niet langer overmaken naar de partij, maar rechtstreeks naar de personen zelf. Dat stelt minister Plasterk van Binnenlandse Zaken in een brief aan de gemeenten.
Gemeenten en Provincies moeten raadsvergoedingen van SP-raadsleden en Statenleden niet langer overmaken naar de partij, maar rechtstreeks naar de personen zelf. Dat stelt minister Plasterk van Binnenlandse Zaken in een brief aan de gemeenten.
Afdrachtregeling
De SP verplicht haar raads- en Statenleden hun vergoeding af te staan aan de partijkas. De partij betaalt hen vervolgens gemiddeld een kwart van de raadsvergoeding terug. Het overige geld gebruikt de partij voor cursussen en trainingen voor de raads- en Statenleden en voor campagnes. Wel hebben de SP-vertegenwoordigers de mogelijkheid om het aan de partij gestorte bedrag van de belasting af te trekken en hun vergoeding via de fiscus weer een stuk op te hogen. SP-raadsleden verdienen op die manier wel het minst van alle raadsleden, maar voor de belastingbetaler zijn ze de duurste van het land.
Bezwaar
De rechtbank Midden-Nederland oordeelde echter op 22 februari dit jaar dat de gemeente de raadsvergoeding niet rechtstreeks hoeft over te maken aan de SP. De fractievoorzitter van de SP in de gemeenteraad van Noordoostpolder, Tjitske Hoekstra, had de rechtbank om een principe-uitspraak gevraagd, omdat de gemeente weigerde de raadsvergoeding voor de drie SP-ers in de gemeenteraad over te maken naar de partij. Zij wilde de gemeente alsnog daartoe dwingen.
Afhankelijkheid
De rechtbank oordeelde echter dat de gemeente hier niet toe gedwongen kon worden. Rechtstreekse betaling van raadsleden door een politieke partij zou volgens de rechter de onafhankelijkheid van het raadslid in gevaar kunnen brengen, omdat een politicus daarmee in een financieel afhankelijke positie van de partij zou komen. Daarmee zou de overheid meewerken aan het creëren van deze afhankelijkheidsrelatie tussen partij en volksvertegenwoordiger, terwijl het Nederlands staatsrecht dicteert dat een volksvertegenwoordiger ‘zonder last of ruggespraak’ moet kunnen functioneren.
Pesterij
Hoewel het vonnis van de rechtbank Midden-Nederland alleen geldigheid heeft voor de personen en partijen die bij de zaak betrokken zijn, vond Plasterk dat ook andere gemeenten hier duidelijkheid over moeten krijgen. In overleg met de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) en het Inter Provinciaal Overleg (IPO) heeft hij de gemeenten aangeraden de raadsvergoedingen uitsluitend over te maken naar de persoonlijke bankrekeningnummers van de raadsleden en niet meer naar de politieke partij. Het raads- of Statenlid kan vervolgens zelf besluiten of hij of zij een afdracht wil doen aan de partij.
De SP is woedend over de brief van Plasterk en spreekt van ‘politieke pesterij’ en verwijt de minister ‘een bewuste partijpolitieke aanval op de SP-Solidariteitsregeling.’
Gek genoeg vindt de partij het gek om solidariteit te vragen aan haar leden en moet de staat de kastanjes uit het vuur halen...