'VNG schuift raadsleden naar zijlijn'
Het voorstel om raadsleden geen vaste plek meer te geven in VNG-commissies, valt slecht bij raadsleden en griffiers. Zij voelen zich aan de kant geschoven.
Een status aparte voor raadsleden en griffiers binnen de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) is een slecht plan. Raadsleden moeten hun vaste plek in VNG-commissies behouden. Zij hebben wel degelijk een toegevoegde waarde.
Vorkom tweedeling
Dat blijkt uit reacties van raadsleden en griffiers op het voorstel van de VNG-commissie Brok (governance) om het lidmaatschap van commissies in principe voor te behouden aan wethouders en burgemeesters. Raadsleden worden weliswaar niet uitgesloten, maar moeten voldoende kwaliteit, tijd en motivatie hebben om toegevoegde waarde te kunnen leveren. Via de oprichting van een apart gremium en via commissienetwerken (flexibele klankbordgroepen) krijgen raadsleden en griffiers een volwaardige plek in de VNG, stelt de commissie Brok in haar voorstel. Dat wordt morgen (vrijdag) aan de leden voorgelegd op de algemene ledervergadering. Rode draad in de reacties – telefonisch en via twitter – is dat men beseft dat verantwoordelijkheden, rollen en opvattingen van wethouders en burgemeesters anders zijn dan die van raadsleden, maar dat zij met elkaar de gemeenten zijn en samen moet optrekken. Tweedeling moet worden voorkomen.
Synergie nodig
Met een aparte club worden raadsleden en griffiers naar de ‘zijlijn geschoven’, vindt de Amstelveense griffier Pascale Georgopoulou. ‘We zijn met zijn allen de VNG: burgemeesters, wethouders, raadsleden, gemeentesecretarissen en griffiers. Ieder heeft zijn eigen rol en een eigen opvatting. We moeten juist toewerken naar betere synergie en integratie.’ Dit voorstel helpt daar niet bij, vindt Georgopoulou. Ze bestrijdt niet dat raadsleden weinig tijd hebben en dat daarom sprake kan zijn van informatietekort, maar ‘laten we daar dan een oplossing voor zoeken. Laten we de structuur niet onnodig ingewikkeld maken.’
Volwaardige positie
Het Bergense raadslid Jan Houtenbos pleit al jaren voor een volwaardige positie van raadsleden binnen de VNG, maar het komt er maar niet van. Ook nu niet, vindt hij. ‘Ik voel me onderhand een roepende in de woestijn’, stelt Houtenbos. ‘Raadsleden moeten voldoende vertegenwoordigd zijn in de beleidscommissies.’ Een evenredige vertegenwoordiging is wat hem betreft niet noodzakelijk, maar er moeten wel meer raadsleden in de commissies dan nu. Momenteel tellen de VNG-commissies 10 raadsleden, op een bestand van 133. Dat raadsleden geen toegevoegde waarde zouden hebben, wil hij weliswaar geen schoffering aan het adres van raadsleden noemen − ´dat zijn wel hele zware bewoordingen´− maar hij vindt wel dat ´het VNG-bestuur raadsleden onvoldoende serieus neemt’. Ondanks alle kritiek en mitsen en maren, noemt hij de voorstellen ‘een eerste stap’.
Afgedankt
Chris Eeuwhorst uit Nuenen, het enige raadslid in de VNG-commissie milieu en mobiliteit, voelt zich door het voorstel ‘afgedankt en aan de kant gezet. Om op deze manier afgevoerd te worden, steekt me behoorlijk.’ Geen goed woord heeft hij over voor de plannen. ‘Raadsleden hebben wel degelijk een toegevoegde waarde in de commissie. Als raadslid redeneren we bijvoorbeeld meer vanuit onze kaderstellende rol.’ Hij is het eens met de keuze van de commissie om bij de bemensing van de commissies meer te kijken naar expertise en ervaring in plaats van naar het afspiegelingsprincipe. Maar door raadsleden niet als vanzelfsprekende kandidaten te zien, worden ‘raadsleden op voorhand gediskwalificeerd’, vindt Eeuwhorst. Fel gekant is hij tegen de oprichting van een apart gremium voor raadsleden en griffiers. ‘De VNG is net zo goed vertegenwoordiger en belangenbehartiger van raadsleden. Als we nu een aparte plek krijgen, lijkt het alsof we alleen in de marge mogen meedoen.’
Kwaliteit
De Nederlandse Vereniging van Raadsleden ziet dat heel anders. ‘Er wordt voorgesteld om op competentie en kwaliteit te koersen. Daar kan toch niemand op tegen zijn’, stelt voorzitter Peter Otten. Hij ziet de drempel niet voor raadsleden om in commissies zitting te nemen. ‘Die zijn nog steeds welkom en er is kwaliteit genoeg onder de 9.200 raadsleden.’ Het aparte gremium voor raadsleden en griffiers vindt hij eveneens een goede zaak. ‘Daar komen onderwerpen aan bod die van wezenlijk belang zijn voor het functioneren van de gemeenteraad, zoals de democratische legitimering van samenwerkingsverbanden en de positie van raadsleden in gemeenschappelijke regelingen.’ Hij bestrijdt dat de raadsleden en griffiers daarmee apart worden gezet van de VNG. ‘Het is niet zo dat er een gordijn omheen wordt geschoven en dat de VNG ons dan niet meer ziet. Als dat wel zo zou zijn, gaan we ons daar fel tegen verzetten. We laten ons niet afserveren, dat gaat niet gebeuren.’
Meerwaarde
De Apeldoornse griffier Arjan Oudbier − voorzitter van de Vereniging van Griffiers (VvG) – vindt dat de positie van raadsleden in de commissies moet worden geborgd. Met andere woorden: in elke commissie moeten raadsleden zitting hebben. De meerwaarde van raadsleden in de commissie is wat hem betreft overduidelijk. Positief is hij over de vorming van de flexibele klankbordgroepen. Daarmee krijgen meer raadsleden de kans om hun expertise en opvatting in te brengen.
Reacties: 12
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Dat geldt zeker ook voor de prov afdelingen/verenigingen
Regel een halvering van het huidige VNG budget.
En hevel die andere helft over naar een VNG raadsleden organisatie.
Het hoogste orgaan in 400 gemeenten verdient een eigen betaalde vak vereniging.
Hanteren van kennis en kunde lijkt me logisch als selcetiecriterium. Vraag is dan wel hoe de VNG-leden gaan bepalen welke kennis en kunden nodig zijn voor welke commissies?
Maar het zit toch zo, een gemeente is lid van VNG. Een gemeente beslist vervolgens zelf wie ze met een mandaat naar Den Haag sturen?
Ik bedoel als lid ga je er toch zelf over door wie je je laat vertegenwoordigen? En het lijkt me logisch dat het uiteindelijke mandaat vanuit de gemeenteraad komt.