Betrek provincies bij decentralisatie
Columnist Douwe Jan Elzinga betoogt dat de provincies meer betrokken moeten worden bij de decentralisatieplannen van minister Plasterk.
In de ‘Decentralisatiebrief’ en in de nota ‘Bestuur in samenhang’ van minister Plasterk (Binnenlandse Zaken) worden warme woorden gewijd aan de hoofdstructuur van het openbaar bestuur: rijk, provincie en gemeente. Hulpstructuren moeten worden opgeruimd.
Als einddoel functioneren er vijf landsdelen en een honderdtal gemeenten met globaal 50.000 en meer inwoners. Wie echter verder leest in de beide documenten komt tot de verbazingwekkende conclusie dat de minister vrijwel alle beschikbare middelen inzet om dat doel op de korte termijn achter de horizon te werken.
In de eerste plaats wordt het belang van de regionale hulpstructuren nog vele malen groter dan thans het geval is. Bij de komende decentralisaties zal globaal een budget van 16 miljard euro worden overgeheveld naar de gemeenten. Daarvan gaat een belangrijk deel naar de huidige 100.000+ gemeenten. De rest – enkele miljarden – wordt toebedeeld aan zogenaamde congruente gemeentelijke samenwerkingsverbanden. Om een dergelijk verband te kunnen vormen is in een groot deel van het land ongeveer een halve of een derde van het provinciale gebied nodig. Nooit eerder is een dergelijk groot bedrag op regionaal niveau neergezet. De bestuursactiviteit op dit regionale niveau zal daardoor sterk worden geïntensiveerd en die activiteit zal gaan concurreren met de inliggende gemeenten, maar vooral ook met de provincies. Snel zal de roep ontstaan om een verscherpte politieke legitimatie op dat regionale vlak, waarmee de discussie over een vierde bestuurslaag weer vol op de wagen komt te staan. Het veilig stellen van de hoofdstructuur zal daarmee uit beeld gaan verdwijnen.
In de tweede plaats vraagt minister Plasterk de provincies om mee te werken aan hun eigen opheffing en op te gaan in een vijftal landsdelen. Maar wat hebben de provincies daar eigenlijk bij te winnen? In de plannen van Plasterk lijkt de provincie de grote verliezer te zijn. De minister wil – formeel of materieel – de provinciale huishouding sluiten. Dat betekent dat het algemene initiatiefrecht wordt opgeheven, waardoor de provinciale politieke arena min of meer dood wordt verklaard. Bij de decentralisaties is er geen enkele ‘buit’ voor de provincies. Integendeel. De congruente samenwerkingsverbanden en de grote steden krijgen een miljardenimpuls, terwijl de provincies worden geconfronteerd met taakreductie en een neerwaarts gericht budget. Is het onder die omstandigheden dan verbazingwekkend dat er in de provincies – te beginnen in de regio Noord-Holland, Utrecht, Flevoland – geen enkele animo is om aan de plannen van de minister mee te werken?
De bestuurlijke reorganisatie is daarmee op een dood spoor terecht gekomen. Zonder draagvlak in het land krijgt de minister de voorstellen niet door de Kamers. Indien de minister voor de niet-stedelijke gebieden de provincies bij de decentralisaties zou hebben betrokken, dan zou er voor de provincies ‘buit’ en perspectief zijn geweest. Daarmee is niet alleen het provinciale belang gediend, maar nog veel sterker het belang van het Nederlandse openbaar bestuur. In die variant zijn er geen congruente gemeentelijke samenwerkingsgebieden nodig.
Deze onzalige hulpstructuren zullen ook andere regionale taken in zich opnemen en een geduchte concurrent worden voor de hoofdstructuur. Wordt de provincie voor de niet-stedelijke gebieden de bovengemeentelijke uitvoeringsautoriteit, dan is er tevens de mogelijkheid om ook allerlei andere regionale hulpstructuren definitief te saneren. Indien de minister aan de provincies en de gemeenten in de niet-stedelijke gebieden een gezamenlijke verantwoordelijkheid zou geven om de decentralisatie tot een succes te maken, dan kan dat een enorme ‘boost’ geven aan de bestuurlijke reorganisatie. Provinciale samenwerking en samenvoeging hebben in dat geval ook een veel grotere kans. Nu wordt er echter een geheel andere en waarschijnlijk kansloze keuze gemaakt. Maar het is nog niet te laat. Het kan nog! Beter ten halve gekeerd, dan ten hele gedwaald.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.