Advertentie

Protocol-trainer: ‘Onze omgangsvormen zijn hufterig’

Henrik de Groot, oud-chef protocol van het ministerie van Binnenlandse Zaken meent dat respect de basis is van etiquette en goede omgangsvormen. ‘Men denkt alleen maar aan zichzelf. Dat loopt een keer vast en leidt tot nijd.’

16 oktober 2009

De Groot, tevens oud-chef kabinet van de burgemeester van Den Haag schreef het handboek Protocol, vormgeven van bijeenkomsten. Hij is een veel gevraagd trainer en coach om de spelregels van fatsoenlijke omgangsvormen toe te lichten.

 

De leergang van De Groot op de Bestuursacademie Nederland voor ambtenaren van de afdeling kabinetszaken leidde tot de oprichting van de Kring van kabinetsmedewerkers (zie hiernaast).

 

De Groot is van het protocol, maar om zijn boodschap goed over het voetlicht te krijgen, windt hij er geen doekjes om. ‘We doen wel alsof we heel vrij zijn in onze omgangsvormen, maar het is allemaal wel erg lomp en hufterig geworden. De vrijheid die we onszelf na de jaren zestig hebben verworven is in de jaren tachtig ontaard in terroristische hufterigheid. De norm is geworden dat “ik” het uitmaak.'

 

'We kunnen natuurlijk zeggen dat al die protocollaire regels en omgangsvormen voor debatteren allemaal flauwekul zijn en dat het zelfs goed is dat we dat soort regels hebben afgeschaft, maar als we vanaf morgen de regel afschaffen dat we rechts moeten rijden in het verkeer zou het een chaos worden. Geen enkele samenleving houdt het op den duur vol zonder spelregels voor omgangsvormen.’

 

Herleving

 

De aandacht voor protocol bij overheden en fatsoenlijke omgangsvormen in de samenleving herleeft. De Groot wijst op een enquête die afgelopen voorjaar is gehouden door het tv-programma Netwerk waaruit blijkt dat 83 procent van de bevolking fatsoenlijke omgangsvormen wenst. De Groot merkt dat de behoefte aan kennis van die regels toeneemt. Er is veel belangstelling voor zijn trainingen. Twee keer per week doceert de voormalige protocollaire baas van Binnenlandse Zaken groepen ambtenaren, bestuurders, bankiers en studenten.

 

De verklaring voor die toegenomen belangstelling moet volgens de 62-jarige De Groot gezocht worden in het ontbreken van een fatsoenlijke en niet-individualistisch alternatief voor het afschaffen van de omgangsvormen van de verzuilde samenleving in de jaren zestig.

 

‘Elke zuil had zijn codes hoe men met elkaar om moest gaan. Dat is bij de studentenrevolte in 1968 allemaal overboord gegaan. Daarna werden spelregels voor omgangsvormen niet meer geduld. Op scholen en universiteiten was het allemaal vrijheid wat de klok sloeg. Er is daardoor een generatie opgegroeid die geen kennis meer heeft van elementaire omgangsvormen.'

 

'Toen in de jaren negentig ING en andere grote bedrijven hun jonge talenten naar het buitenland stuurden, bleek dat die geen omgangsvormen hadden, dat ze zich schuldig maakten aan hufterig gedrag en geen verantwoordelijkheidsbesef hadden.’

 

Ge-jij

 

In het buitenland merkten de Nederlanders die daar voor bank, bedrijf of overheid moesten werken, dat er andere normen gelden. ‘Zij merkten dat de Nederlandse omgangsvormen alleen in Nederland gelden. In België en Duitsland zijn ze niet van dat ge-jij en ge-jou. Men wil daar met “u” worden aangesproken. Daardoor staat er enige ruimte voor elkaar. Dat is functionele ruimte om met elkaar te debatteren.’

 

Daaraan ontbreekt het ook steeds minder in ’s lands vergaderzaal. ‘In de Tweede Kamer is het debat zó persoonlijk geworden, dat is op het schandelijke af. Als je ziet hoe men tot op het persoonlijke niveau over de minister-president praat. Dat kan niet! Kamerleden praten niet meer via de voorzitter. Ze verliezen daarmee uit het oog dat ze juist via de voorzitter de ruimte krijgen om met elkaar te debatteren. Juist het hebben van die ruimte is het unieke voor ons democratische bestel waar je toch voor elk besluit een brede basis nodig hebt.’

 

Hét dominante platform waar die ruimte voor elkaars opvatting niet wordt geboden, is volgens De Groot de Hilversumse radio en televisie. Wat daar gebeurt, heeft zijn effect op de wijze waarop politici elkaar bejegenen. ‘Hilversum laat mensen niet uitpraten. Het is de mediastijl van Paul de Leeuw die zonder ontzag en zonder respect de toon zet. Altijd wordt er iemand voor gek gezet. Dat staat haaks op het fenomeen van respect.'

 

'Vervolgens neemt de politiek die stijl over, maar als je ziet hoe politici zich op tv vaak weer laten afzeiken. Wilders is dus niet degene die de toon zet, hij heeft het persoonlijk elkaar bejegenen overgenomen van Pim Fortuyn. Wilders is eigenlijk het sluitstuk van die trend. Hij kent god noch gebod, regel noch code want hij wil gewoon níet behoorlijk in debat met anderen. Spelregels zijn dan niet meer nodig, en bestaan dus niet meer.’

 

Leren

 

Nederland moet weer leren om met respect met elkaar om te gaan. En dat kost tijd. De Groot merkte het toen hij ingehuurd werd door de gemeente in Enschede, na de vuurwerkramp, en Volendam, na de cafébrand. Er werden daar stille tochten georganiseerd om de slachtoffers te herdenken.

 

‘Ze hadden iemand nodig voor protocollair advies. De burgemeester belde de minister en die zei tegen mij: “Henrik, op naar Enschede.” Daar heb ik met de collega’s een goed draaiboek gemaakt. Alleen werkte het niet zoals we hadden bedacht. Toen de mensen de stoet voorbij zagen komen gingen ze meteen meelopen. Binnen de kortste keren stond de stoet stil. Daarom heb ik in Volendam tien regels voor een stille tocht gemaakt en een van de regels is: sluit achteraan.’

 

Reclame

 

Dat we nog veel moeten leren zie je volgens De Groot ook aan de SIRE-campagne om mensen bewust te maken van onbewust asociaal gedrag. ‘Zo’n goedbedoeld spotje van SIRE wordt voorafgegaan door een reclame voor telefoonnummer 1888 waarin een golfer een bal zo hard slaat, dat deze buiten de golfbaan tegen het hoofd van een passant knalt. Vervolgens hoor je de golfer 1888 bellen, niet naar het clubhuis voor de verbandtrommel, maar om nieuwe ballen te bestellen.'

 

'Dan denk ik: heren reclamemakers, wel correcte spots maken voor SIRE en daarnaast deze incorrecte macho-spots fabriceren. Dat moet anders - niet vanwege een paar nette mensen in de residentie maar simpelweg omdat 83 procent van de Nederlanders dat wenst.’

 

Reacties: 3

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Wilma Delissen-van Tongerlo / Burgemeester
Geachte heer Bouwmans, uw artikel is mij uit het hart gegrepen! Ik maak mij ernstig zorgen over de wijze waarop we met elkaar omgaan. De omgangsvormen en verbale terreur zijn voor mij een bijna dagelijkse bron van ergernis. Ik zou graag eens het onderwerp Etiquette en taalgebruik in het openbaar bestuur bespreekbaar willen maken. Ik zou hiervoor graag in contact treden met dhr. de Groot. Kunt u mij a.u.b. de gegevens aanreiken? Ik hoor graag van U. M.vr.gr.Wilma Delissen, burgemeester gemeente Grave
HMC van Heusen-Smulders / Managementondersteuner Algemeen & Communicatie
Ik ben absoluut voorstander voor meer respect naar elkaar toe, bejegeningsvormen zijn essentieel om met elkaar de dialoog aan te kunnen blijven gaan. Echter dergelijke protocollen mogen nooit het resultaat hebben van meer afstand tussen mensen, afdelingen en functies, want zo worden ontwikkelingen en meningen de mond gesnoerd. Het komt al te vaak voor dat functieniveau met functieniveau praat en dat goede inbreng de mond wordt gesnoerd omdat deze zich niet in de "juiste" functielaag bevindt. Dus ja tegen meer respect en verbetering onderlinge omgangsvormen en nee tegen meer afstand!
frans / ambtenaar
Aggus, Wilders heeft het weer eens gedaan.
De jaren ´60 genaratie is gesetteld en eist nu respect van ons.
Forget it.
Advertentie