Advertentie

Ambtsdragers meest kritisch over werk-privébalans

Politieke ambtsdragers willen vooral ‘verschil maken’ in het leven van mensen, blijkt uit onderzoek van Necker.

13 februari 2025
Beste bestuurder 2024 Femke Halsema
Beste bestuurder 2024 Femke HalsemaStijn Rademaker

‘Om me in te zetten voor de samenleving.’ Dat is voor alle politieke ambtsdragers de belangrijkste reden om de decentrale politiek in te gaan, ongeacht of zij actief zijn voor een gemeente, provincie of waterschap. Dat blijkt uit onderzoek van Necker onder ambtsdragers en inwoners rond de Beste Bestuurder 2024.

Afdelingshoofd Handhaving

JS Consultancy
Afdelingshoofd Handhaving

Senior business controller

Gemeente Delft
Senior business controller

Verschil maken

Zich willen inzetten voor de samenleving. Wat betekent dat eigenlijk? Volgens Necker-onderzoeker Sabine van Zuydam willen de ambtsdragers vooral ‘verschil maken’ in het leven van mensen. ‘Het oplossen van maatschappelijke problemen en het beter maken van wat er nu is.’ Daar kun je cynisch over doen, maar er zit volgens Van Zuydam wel degelijk die nobele intentie in om juist dat verschil te maken. ‘Het woord “dienen” komt terug, echt iets kunnen betekenen, van nut zijn, maatschappelijk iets terug willen doen.’

Verschillende ambten

Dáárom zou je dus, toevallig of niet de titel van het onderzoek. De hoofdreden wordt gevolgd door de wens invloed te hebben op wat er gebeurt en het vertegenwoordigen van meningen van inwoners. Er zit wel verschil in de motivatie van de bestuurder en de volksvertegenwoordiger in wat het persoonlijk brengt en leuk maakt. Het ambt is dan ook anders. Volksvertegenwoordigers vinden het mooi om directe invloed op besluiten te hebben, terwijl bestuurders het juist mooi vinden onderdeel te zijn van een grotere maatschappelijke beweging en aan het stuur te staan.

Voldoende tevreden

Hoogleraar decentrale overheden Geerten Boogaard en bijzonder hoogleraar lokaal en regionaal bestuur Klaartje Peters droegen in een betoog als mogelijke oorzaak van het stoppen van raadsleden aan dat zij na verkozen te zijn teleurgesteld raken in wat zij echt kunnen betekenen. Maar het overgrote deel van de politieke ambtsdragers is hierover ‘voldoende tevreden’, blijkt uit dit onderzoek, al zijn raadsleden het meest kritisch over de mate waarin het lukt werk te maken van hun politieke ideeën en het uitbreiden van hun netwerk. Toch is ook daarover driekwart tevreden (oppositie minder dan coalitie).

Winst in voorbereiding

Het lukt hen dus om iets te betekenen en invloed te hebben op wat er gebeurt in de gemeente. Tegelijkertijd is er winst te behalen in de voorbereiding. ‘Voor veel raadsleden is het ambt anders dan ze vooraf hadden gedacht. Niet zo verwonderlijk, want uit ons inwonersonderzoek blijkt dat het raadswerk behoorlijk onbekend is.’ Het beeld van de gemeenteraad is anders, dus het ambt vervullen is ook anders dan verwacht. ‘Dat hoor je minder bij bestuurders. Die stap is kleiner.’

Raadsleden kunnen behoorlijk tevreden zijn over de mate waarin de ambtelijke ondersteuning op orde is en tegelijk vinden dat er winst te behalen valt

Hoge werkdruk weinig genoemd

Een fijne sfeer, ambtelijke ondersteuning en een goede werk-privébalans zijn de drie belangrijkste randvoorwaarden die politieke ambtsdragers noemen om hun ambt goed te kunnen vervullen. Opvallend is dat zij een ‘niet te hoge werkdruk’ relatief weinig noemen; eerder de mate waarin het te combineren is met andere activiteiten en verplichtingen. Nog niet de helft is daar tevreden over. En bestuurders minder dan volksvertegenwoordigers en vrouwen minder dan mannen. ‘Dit betekent niet dat de werkdruk niet te hoog kan zijn’, nuanceert Van Zuydam. ‘Maar het wordt minder belangrijk gevonden om een goed raadslid te kunnen zijn.’ Voor vrouwen is het ambt minder veilig dan voor mannen. ‘Omdat ze vaker te maken hebben met intimidatie, agressie en onheuse bejegening.’

Goede sfeer

Driekwart van de invullers vindt dat de ambtelijke ondersteuning in de praktijk ook (ruim) voldoende aanwezig is. Bij raadsleden is dit 70 procent. Vrouwelijke raadsleden zijn iets negatiever dan hun mannelijke collega’s en oppositieleden iets kritischer dan raadsleden uit de coalitie. Een goede sfeer is volgens driekwart van de raadsleden aanwezig. Bestuurders zijn hier nog positiever over (85 procent). Bijna de helft van de politieke ambtsdragers vindt dat een goede werk-privébalans (ruim) voldoende aanwezig is. Bestuurders zijn hier wel negatiever over dan volksvertegenwoordigers.

Winst te behalen

Van Zuydam noemt het opvallend dat zij behoorlijk tevreden zijn over randvoorwaarden. Het is een ander beeld dan ze meestal hoort over hoe politici en bestuurders hun ambt beleven. Toch hoeft het elkaar niet tegen te spreken. ‘Raadsleden kunnen behoorlijk tevreden zijn over de mate waarin de ambtelijke ondersteuning op orde is en tegelijk vinden dat er winst te behalen valt. Alleen al omdat bijvoorbeeld coalitieleden positiever zijn dan oppositieleden. De vraag is of de ondersteuning echt anders is, maar het kan aanknopingspunten bieden voor verbetering.’

2 miljoen mensen staan niet afwijzend tegenover het raadswerk

Uit het onderzoek naar de betrokkenheid van inwoners bij de gemeentepolitiek, blijkt een ‘behoorlijke welwillendheid voor het openbaar bestuur’, zegt Van Zuydam. ‘14 procent wil het overwegen, al dan niet nadat zij ervoor worden gevraagd.’ Dat zijn 2 miljoen mensen die niet afwijzend tegenover het raadswerk staan! Werk aan de winkel voor partijen dus. Of is daar nog wat op af te dingen? ‘Het blijft een grote stap om het echt te doen. Misschien zijn de invullers ook wat gemotiveerder. De grootste uitdaging is dat onbereikte potentieel te vinden, te interesseren en te benaderen.’

Zorgen om werk-privébalans

De belangrijkste reden om geen raadslid te worden is geen tijd en zorgen om de werk-privé-balans. Dat laatste hebben mensen dus goed gezien in wat belangrijk is om het ambt goed te vervullen. ‘Daar zit een aandachtspunt voor de inrichting van het raadswerk. Het zijn de meest kritische cijfers, want de helft zegt dat ingewikkeld is te combineren.’ Verder zeggen vrouwen minder vaak dan mannen dat ze geen raadslid willen worden vanwege geen tijd of werk-privébalans. ‘Ze geven andere redenen om geen raadslid te worden, zoals er geen verstand van denken te hebben.’ 

Andere aandachtspunten

Dat is zonde, vindt Van Zuydam. ‘Ik denk dat vrouwen zichzelf onderschatten en er net zoveel over weten als mannen. Of net zo weinig, als we de resultaten onder inwoners zien over hoe bekend het raadswerk is.’ De verschillende redenen die mannen en vrouwen geven om wel of geen raadslid te worden kunnen politieke partijen wel gebruiken om het onbereikte potentieel te bereiken. ‘Om hen in gelijke mate te interesseren vraagt dat voor mannen andere aandachtspunten dan voor vrouwen.’ 

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie