Advertentie

Politiek onderzoek

Slechts enkele weken na de inval in Irak in 2003 brak er een moment aan dat de voorstanders van de oorlog bijna een euforisch gevoel gaf: ergens op een plein in Bagdad trok de bevolking een standbeeld van Sadam Hoessein omver en sleepte dat beeld door het stof van de straten, terwijl kinderen het met de onderkant van hun sloffen bewerkten. De ultieme vernedering als ultieme overwinning op de personificatie van het kwaad.

06 februari 2009

Al snel maakte de euforie plaats voor twijfel en scepsis, ook bij aanvankelijke voorstanders van de oorlog. De massavernietigingswapens werden niet aangetroffen en die waren de belangrijkste reden geweest om de oorlog te beginnen.

 

Was Nederland verkeerd ingelicht? Of wist het toenmalige kabinet wel van de hoed en de rand, maar verstrekte het onjuiste informatie aan de Kamer? Of was het zo - het meest waarschijnlijke scenario - dat het kabinet op een gegeven moment genoeg wist om niet meer te willen weten en was het hele proces te vergevorderd om nog terug te kunnen en de Kamer daarvan precies op de hoogte te stellen? En had die politieke steun iets te maken met de benoeming van Jaap de Hoop Scheffer tot secretarisgeneraal van de NAVO?

 

Deze vragen spelen nu al zes jaar, en met een verbazingwekkende koppigheid heeft premier Balkenende ieder onderzoek - in veertien Kamermoties gevraagd - geweigerd. Totdat hij begin deze week ineens onder de toenemende politieke en publieke druk bezweek en een onafhankelijke onderzoekscommissie onder leiding van Willibrord Davids, ex-president van de Hoge Raad, aankondigde. De premier staat een onderzoek toe, maar laat dat als voorwerp van onderzoek in eigen beheer uitvoeren.

 

In de burelen van de oppositie werden met dit besluit direct de kachels hoog opgestookt. ‘Too little, too late’, schamperde Femke Halsema. Het parlement was buitenspel gezet door deze vlucht naar voren van de premier. Waarheidsvinding hoort in een zaak als deze door het hoogste orgaan in onze democratie, dat van de direct gekozen volksvertegenwoordigers, te worden gedaan. De geloofwaardigheid van de premier staat sinds maandag meer dan ooit op het spel.

 

Er valt veel te zeggen voor het standpunt van de oppositie, maar de poging om de discussie voorlopig eens wat te depolitiseren, is toch ook niet dwaas. In zo’n situatie van twijfel verdient het altijd aanbeveling het gewoonlijk bezonnen persbericht van de SGP te bestuderen. Laten we de commissie-Davids zijn werk maar laten doen, zeggen zij, want een parlementair onderzoek zou, ‘mede gelet op de voorgeschiedenis, te zeer een oppositioneel karakter krijgen’.

 

Bij de pogingen van een deel van de Kamer om het standbeeld van de premier naar beneden te halen en met stoffige sloffen te bewerken, is er nog een punt dat aandacht verdient. Natuurlijk vindt de premier het niet aangenaam om onderuit te worden gehaald, maar vermoedelijk heeft hij dezer dagen ook een ander standbeeld overeind willen houden: dat van de christendemocratie.

 

Daags voor de aankondiging van het onderzoek werd bekend dat het CDA, de grootste coalitiepartij en nu goed voor 41 zetels, in de peilingen op een historisch dieptepunt van 28 zetels was beland. Als Wilders de resterende twee zetels van Verdonks TON afsnoept en er het CDA nog drie afhandig maakt, wordt hij ook nog onze nieuwe premier.

 

Partijprominenten en -afdelingen spraken direct het vermoeden uit dat het voortdurende gesteggel over het Irak-onderzoek zich tegen de partij had gekeerd. ‘De partij moet openheid over de gang van zaken geven’, zei de voorzitter van de afdeling Utrecht. Dat gaat de premier nu dus doen, vooralsnog op zijn eigen manier. Want het CDA lijkt nog altijd een baken van stabiliteit, een onwrikbaar standbeeld in de Nederlandse polder, maar dat het beeld lemen voeten heeft, wordt steeds duidelijker.

 

In 1963 waren KVP, ARP en CHU - de drie partijen die in 1980 in het CDA zijn opgegaan - nog goed voor een absolute meerderheid van 76 zetels in de Kamer. Zelfs met SGP en CU erbij wordt het CDA nu overtroefd door de verschillende liberaal-burgerlijke partijen samen, en dat is sinds het einde van de negentiende eeuw niet voorgekomen. Als premier en leider van de christen-democratie in Nederland had Balkenende dus vele redenen om de zaak zelf boven zijn eigen ik te laten prevaleren.

 

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie