Advertentie

Politieke sensitiviteit is permanent balanceren

Als zij politieke sensitief te werk gaan, functioneren bestuurders en ambtenaren het best. Maar hoe word je politiek sensitief?

11 april 2022
Michel de Visser
Michel de Visser

Bestuurders en ambtenaren functioneren het best als zij politieke sensitief te werk gaan. Maar hoe word je politiek sensitief? In het boek ‘Politiek sensitief aan de slag’ legt Michel de Visser, oud-deelgemeentewethouder in Rotterdam, uit hoe politieke sensitiviteit een onmisbare vaardigheid is voor iedereen die echt iets voor elkaar wil krijgen in een samenwerkingsverband of organisatie.

Coördinerend adviseur project VIPP Babyconnect S14

JS Consultancy
Coördinerend adviseur project VIPP Babyconnect S14

Adviseur Contractmanagement/Assistent Contractmanager Meanderende Maas

JS Consultancy
Adviseur Contractmanagement/Assistent Contractmanager Meanderende Maas

Wat fascineert u in politieke sensitiviteit?

‘Ik volg politiek met de grote P, maar je ziet politieke sensitiviteit ook om je heen: politiek met de kleine p. Wat gebeurt hier? Je wordt toch regelmatig verrast, dingen gaan toch weer anders dan je dacht. Dat wilde ik onderzoeken en structureren om anderen er verder mee te helpen, want zelfs als je het goed onder de knie hebt, kun je toch nog steeds de mist ingaan. Het is geen kunstje.’

Is er een definitie van politieke sensitiviteit?

‘De vaardigheid om in een situatie waarin je samenwerkt met meerdere mensen met verschillende belangen resultaat te halen en dat resultaat te beïnvloeden. Dat is de technische definitie.’

Waarom is politieke sensitiviteit zo belangrijk?

‘Je merkt het vaker als het er niet is dan als het er wel is. Als in een vergadering iedereen heel politiek sensitief is, loopt die vergadering vaak soepel. Men hoeft het niet met elkaar eens te zijn, maar de besluitvorming is redelijk en billijk. Maar als het er niet is, is het hommeles. Dan merk je pas het belang ervan. Met politieke sensitieve mensen krijg je meer gedragen besluitvorming, het is de olie tussen de raderen. Heb oog voor anderen en voor het proces, want dan krijg je een betere uitkomst.’

In het eerste deel van het boek onderscheidt u verschillende elementen van politieke sensitiviteit, zoals het proces.

‘Heb goed oog voor het proces waar je in zit: wat zijn de spelregels? Als een zorgaanbieder door de gemeente wordt gecontracteerd en die is het oneens over de totstandkoming van het contract, dan moet je weten hoe het spel in elkaar zit. Waar moet je zijn? Bij het afdelingshoofd, de wethouder, de gemeentesecretaris of de gemeenteraad? Als je bij de verkeerde langsgaat, gaat het mis. Kijk ook in de tijd naar de beslismomenten. Als je naar de gemeenteraad gaat en niet weet dat het onderwerp eigenlijk al in de commissievergadering is behandeld, dan ben je te laat. En er is een informeel deel: wie maakt er de dienst uit? Welk raadslid of welke medewerker trekt er echt aan de touwtjes? Om goed te kunnen acteren, moet je dat allemaal zo goed mogelijk in kaart brengen.’

Welk raadslid of welke medewerker trekt er echt aan de touwtjes?

U wijdt ook een hoofdstuk aan belangen.

‘Ja, waarom zitten die personen in het proces? Wat is hun belang? Een wethouder kan een ander belang hebben dan een beleidsmedewerker. En er is een formeel en een informeel belang. Formeel belang is de wethouder in stelling brengen, informeel belang kan een promotie naar een andere plek zijn. Je moet weten wat hun agenda is. Derde stap is: waar ligt de macht? Wordt een beslissing genomen op basis van consensus of met een meerderheid? Is het gemandateerd of een bevoegdheid van de wethouder? Is hij de baas of is informeel de directeur de baas? Het is goed als je dat weet. Daarnaast moet je oog hebben voor politieke signalen. Dat is allemaal huiswerk en voorbereiding.’

En dat moet er allemaal uitkomen op het moment suprême.

‘Inderdaad, dan volgt de politieke actie. Je moet het spel dan spelen en dan word je met een ander geconfronteerd die iets onverwachts doet. Of iemand schiet uit zijn slof en wordt heel boos. Het vergt bepaalde competenties om goed te kunnen handelen. Je moet empathisch zijn, goed observeren, politiek analytisch, resultaatgericht en nieuwsgierig. Je moet bepalen welke toon en taal je gebruikt en welke tactiek, hoe je dingen taxeert en inschat. Bij elkaar opgeteld is dat allemaal nodig voor politieke sensitiviteit. Dat is veel en dus complex. Je kunt het ook nooit perfect doen. Maar als je je daarvan bewust bent, reflecteert en oefent dan kun je er beter in worden.’

In het tweede deel biedt u handvatten om zelf politiek sensitief te zijn. Er is een hoofdstuk over valkuilen en slimme zetten. Waar gaat het vaak mis?

‘Een valkuil zijn drogredenen. Daar moet je alert op zijn, want die worden ook in vergaderingen gebruikt. Daarmee word je op het verkeerde been gezet, het zijn valse redeneringen. Als je weet hoe het werkt en welke soorten er zijn, kun je gemakkelijker mensen van repliek dienen.’

En wat is bijvoorbeeld een slimme zet?

‘Check voortdurend of jouw aannames kloppen. “Hij zal dat wel denken, en zijn baas waarschijnlijk ook”, denk je. Maar check het, vraag of het echt zo is. Als iemand een rood hoofd krijgt, wordt hij dan boos of niet? Vraag dan: ik heb de indruk dat je je ongemakkelijk voelt. Klopt dat? Je kunt veel zelf invullen, maar het klopt niet altijd en als je op basis van verkeerde aannames het gesprek aangaat, dan ga je ook weer scheef.’

Je moet empathisch zijn, goed observeren, politiek analytisch, resultaatgericht en nieuwsgierig.

Welke dilemma’s kom je tegen als je permanent zo moet balanceren?

‘Eigenbelang en organisatie- of partijbelang lopen vaak parallel, maar niet altijd. Je kunt in het belang van de organisatie nog twee projecten doen, maar zelf loop je helemaal over. In een vergadering moet je dan namens de organisatie zeggen of je ermee instemt. Voor de organisatie kan dat goed zijn, maar jij bent de sjaak, dus kom je voor een dilemma te staan. Een ander dilemma is: ga je voor de korte of de lange termijn? Hap je in een vergadering meteen toe en haal je jouw deel binnen of wacht je even af en gun je eerst een ander iets. Jouw deel komt dan wel aan het eind. Het is wikken en wegen. Je hebt in een overleg vaak drie tot zes dilemma’s tegelijk lopen. Hoe ga je daarmee om?’

Inderdaad, hoe ga je daarmee om?

‘Reflecteer erop en oefen ermee. De voorzitter van de Tweede Kamer worstelde er ook mee. Als het uit de bocht dreigt te vliegen ga je dan voor de vrijheid van meningsuiting of voor een fatsoenlijk debat? Een tweede dilemma is jouw eigen positie als voorzitter: ga je heel ferm optreden of wil je de geliefde voorzitter zijn? Je moet ook de tijd managen, het moet binnen een bepaald tijdsbestek. En je moet met jouw eigen positie rekening houden, want je bent lid van een politieke partij. Analyseer dan hoe het ging en hoe het beter kan. En wees je er bewust van dat die dilemma’s tegelijk spelen, want dan kun je erover nadenken en ook beter begrijpen waar je klem zit en waar de ruimte is.’

U bent nog niet klaar met het onderwerp?

‘In het boek heb ik mij onwetend opgesteld, ik ben met mensen gaan spreken die er iets van weten. Het boek is geen eindstation. Het evolueert door, ik leer bij. Het is een momentopname. Mijn oproep aan de lezer is: vul het aan, breng eigen ervaringen in. Er zijn vast lezers die het niet met alles eens zijn of juist nieuwe inzichten hebben. Daarom: laten we samen een nieuw hoofdstuk maken.’

Reacties: 1

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Hans Bakker
Samenwerken met mensen die hun eigen mening duidelijk geven, maar toch respect hebben voor de mening van eenander, werkt het best. Directe mensen onder elkaar, in plaats van indirecte mensen. Noordelijke culturen versus zuidelijke culturen. Geef mij maar de noordelijke cultuur. Het boek is een pleidooi voor de zuidelijke cultuur. Helemaal fout. Eerlijkheid duurt het langst.
Advertentie