Politiek gedoe
Ooit was het saai op provinciehuizen. Maar rijkdom, uitbundige declaraties, fataal bankieren en andere kwesties zorgen anno 2009 voor politieke onrust.
Bastions van stabiliteit, overgoten met regentesk gedrag, beheerst door de drie grote bestuurderspartijen, CDA, PvdA en VVD. Dat was het beeld van de provincies ruim 2,5 jaar geleden. Met het aantreden van kabinet-Balkenende IV werd de schijnwerper vol op de rijke provincies gericht.
De drie eerdere kabinetten van Balkenende (met VVD, D66 en LPF) zetten de relatie met de gemeenten onder druk - vooral met het VVD-plan van minister van Financiën Gerrit Zalm om te snijden in de onroerendezaakbelasting (ozb). Dat plan verstoorde de verhoudingen zo ernstig dat gemeenten een protestvergadering organiseerden op het Haagse Malieveld. Desondanks werd de financiële autonomie van de gemeenten door het Rijk ingeperkt en werd het ozb-gebruikersdeel per 1 januari 2006 geschrapt.
De provincies wentelden zich intussen in hun rijkdom. Geld kwam met bakken binnen, bijvoorbeeld uit de lucratieve opbrengsten van de opcenten op de motorrijtuigenbelasting. De vermogens groeiden vooral door inkomsten uit de energie-aandelen in Nuon en Essent. Het was dan ook niet verwonderlijk dat ná de gemeenten de provincies door het Rijk op de korrel werden genomen. Het regeerakkoord werd door het middenbestuur als een affront ervaren, vooral omdat het Rijk een forse greep in de provinciale kas deed van vier keer 200 miljoen euro.
Afgelopen lente voelden de provincies zich écht gepakt. De Raad voor de financiële verhoudingen suggereerde dat er nog eens 600 miljoen euro op de provinciale budgetten bezuinigd kan worden, plus dat er een streep kan door een deel van de opcenten. Een eigen provinciale onderzoekscommissie concludeerde dat 150 miljoen euro minder het maximaal haalbare is. Rekenkamerpresident Saskia Stuiveling moet in opdracht van beide partijen dit najaar beslissen wie gelijk heeft. Intussen kondigde het kabinet met Prinsjesdag een extra bezuiniging op de provincies van 300 miljoen per jaar aan.
Gespekte kassen
Voor de provincies is in deze discussie nadelig dat de verkoop van Nuon-aandelen het beeld heeft versterkt dat ze geld in overvloed hebben. De verkoop levert Noord-Brabant circa 2,3 miljard euro op, Overijssel 1,4 miljard en Limburg 1,2 miljard. Dat er ook ‘arme’ provincies (Drenthe, Flevoland) zijn zonder nutsaandelen, deed niets af aan dat beeld.
Wat de zaak verder geen goed doet, is dat de provincies nou niet bepaald het beeld opriepen zorgvuldig met geld om te gaan. Noord-Holland verspeelde bijna honderd miljoen euro door riskant sparen in IJsland. Alsof Zuid-Holland in 1999 niet de Ceteco-beleggingsaffaire meemaakte. Groningen bleek 30 miljoen euro opzij gezet te hebben in een zucht naar hoge rendementen.
Bovendien toonde een fors aantal gedeputeerden aan, in ieder geval óók aan de eigen portemonnee te denken. De Noord-Hollandse gedeputeerde Albert Moens (GroenLinks) stapte over naar de particuliere adviespraktijk, terwijl hij in zijn laatste dagen als gedeputeerde al commercieel actief zou zijn geweest.
De Groningse gedeputeerden Marc Calon (PvdA) en Henk Bleker (CDA) verlieten, ondanks een eerder uitgesproken commitment, de provinciale politiek voor veel lucratievere functies bij woningbouwcorporatie Aedes (Calon) en RTV Groningen (Bleker). Calon, maar ook zijn collega’s in Utrecht (Binnenkamp), Noord-Holland (Hooijmaijers) en Limburg (vooral Kersten en Vrehen) declareerden fors.
Goede en vooruitstrevende initatieven, bijvoorbeeld in Limburg waar provincie-ambtenaren bewust worden gemaakt van de noodzaak tot meer en intensievere communicatie met burgers, kregen daardoor een stevige knauw.
Roerige arena
In de provinciale politieke arena’s is het daarom lang niet meer zo saai. Illustratief zijn de spannende debatten over de verkoop van de energieaandelen. In Noord-Brabant had de vertrekkende PvdAgedeputeerde Annemarie Moons - ze is dijkgraaf in het waterschap Vallei en Eem geworden - een politiek kunststukje nodig om de verkoop door de Staten te loodsen.
Dat de gedeputeerden politiek niet meer almachtig zijn, blijkt ook uit het aantal politiek gevallen bestuurders. De teller staat inmiddels op zestien gedeputeerden die zijn gesneuveld, tegenover één in de vorige Statenperiode (2003-2007). Toen waren na de invoering van het dualisme voor het eerst gedeputeerden geen lid meer van Provinciale Staten.
De Drentse VVD-gedeputeerde Johan Dijks moest in 2005 het veld ruimen omdat hij verantwoordelijk werd gehouden voor het financieel debacle bij het Noord-Nederlands Bureau voor Toerisme in 2003. Dat het twee jaar duurde voordat Dijks daarop werd afgerekend, was illustratief voor de toemalige omgangsvormen in provincieland waar brede colleges van CDA, PvdA en VVD elkaar in een innige omstrengeling hielden.
Minder compassie
Sinds de laatste Statenverkiezingen van 2007 is er minder compassie met bestuurders. In Utrecht werd vorig jaar met een dergelijke brede coalitie afgerekend. Een politieke crisis over de gewenste woningbouw in de polder Rijnenburg leidde tot de val van de coalitie van CDA, PvdA en VVD die al dertig jaar regeerde. De PvdA verdween van het pluche en werd vervangen door de ChristenUnie.
Het meest spraakmakende is de val van het college van Gedeputeerde Staten afgelopen zomer in Noord-Holland. Vanwege bankieren in IJsland stapten alle zes gedeputeerden op. De door die affaire beschadigde commissaris van de koningin Harry Borghouts (Groen-Links) bleef zitten, maar kondigde vanwege de ophef over ruim declaratiegedrag van ex-gedeputeerde Hooijmaijers onlangs ook zijn vertrek aan.
In Drenthe woedt momenteel een felle discussie over integriteit van en lekken door gedeputeerden; de Staten onderzochten de zaak met publieke verhoren. In Limburg ligt vanwege ruim declaratiegedrag PvdA-gedeputeerde Kersten onder vuur. CDA-gedeputeerde Herman Vrehen, die ook ruim declareerde, stapte dit voorjaar al op. Zijn integriteit stond ter discussie toen bleek dat hij zijn eigen woning had verkocht met hulp van een bevriende projectontwikkelaar.
Zestien gedeputeerden sneuvelden
Sinds de Statenverkiezingen van maart 2007 sneuvelden zestien gedeputeerden:
-
GRONINGEN – Ineke Mulder (PvdA) vertrekt wegens financiële tekorten op de jeugdzorg. Opvolger: Pim de Bruijne.
-
UTRECHT – De coalitie komt ten val nadat PvdA en VVD het vertrouwen opzeggen in coalitiepartner CDA in het conflict over woningbouw in de Utrechtse polder Rijnenburg. Het CDA blijft desondanks op het pluche, samen met de VVD. De PvdA wordt ingeruild voor de ChristenUnie. Jan Ekkers (VVD), Joop Binnenkamp (VVD), Anneke Raven (CDA) en Bart Krol (CDA) volgen daardoor zichzelf op. Jan van Bergen (PvdA) en Ger Mik (PvdA) worden opgevolgd door Marjan Haak-Griffioen (Christenunie) en Wouter de Jong (Christenunie).
-
NOORD-HOLLAND – Een kritisch Statenrapport over het risicovol wegzetten van spaargelden op IJsland tegen hoge rentetarieven leidt tot het opstappen van alle gedeputeerden. Als de stofwolken zijn opgetrokken, blijken de eerst verantwoordelijke gedeputeerde van Financiën Ton Hooijmaijers (VVD) en Cornelis Mooij (VVD) definitief weg te zijn. Ook Peter Visser (PvdA) verdwijnt van het toneel. Zij worden opgevolgd door de VVD’ers Elisabeth Post en Laila Driessen-Jansen en PvdA’er Rob Meerhof. De overige gedeputeerden Jaap Bond (CDA), Rinske Kruisinga (CDA), Sascha Baggerman (PvdA) en Bart Heller (GroenLinks) krijgen het vertrouwen van de Staten om zichzelf op te volgen.
-
ZUID-HOLLAND – De populaire Manita Koop (CDA) stapt onder politieke druk op, omdat de provinciale CDA-top vindt dat Koop niet goed presteert. Opvolger: Govert Veldhuijzen (CDA).
-
LIMBURG – Herman Vrehen (CDA) houdt de eer aan zichzelf nadat bekend wordt dat zijn woning is verkocht met behulp van een bevriende projectontwikkelaar. Opvolger: Kamerlid Jan Hessels (CDA).
Correcties & Aanvullingen, verschenen in Binnenlands Bestuur 40, 2 oktober 2009
In Binnenlands Bestuur 39 (25 september) staat een fout in het kader met de kop ‘Zestien gedeputeerden sneuvelden’ op pagina 11. Daarin staat vermeld dat als gevolg van de bestuurscrisis in Utrecht de gedeputeerden Jan van Bergen (PvdA) en Ger Mik (PvdA) werden opgevolgd door Marjan Haak-Griffioen (ChristenUnie) en Wouter de Jong (Christen- Unie). Dit klopt niet. In werkelijkheid traden de PvdA-gedeputeerden Marian Dekker en Jan de Wilde af. Dit tweetal volgde eerder Ger Mik en Jan van Bergen op. Ger Mik is, na voltooiing van de bestuursperiode 2003-2007, waarnemend burgemeester geworden in Breukelen. Jan van Bergen trad kort voor de verkiezingen in 2007 af in verband met zijn benoeming tot waarnemend burgemeester in Woudenberg.
Met veel interesse het artikel 'Politiek gedoe' in Binnelands Bestuur gelezen over het functioneren van de provincies. Er staan echter wel twee grove fouten in. U stelt in het kader dat de gedeputeerden Jan van Bergen en Ger Mik vorig jaar het college in Utrecht hebben verlaten. Dit zijn echter Marian Dekker en Jan de Wilde. Graag een rectificatie in het volgende nummer van Binnenlands Bestuur.
Met vriendelijke groet,
Marlies Verhoef