Persvrijheid
Ach, waar is de tijd gebleven dat de krant een meneer was, de parel van de democratie? SP-Kamerlid Jan Marijnissen uitte enige tijd geleden, bij de uitreiking van de Machiavelli-prijs, zijn zorgen over de toenemende commercialisering van de media. Zijn analyse is dat winstmaximalisatie de vijand is van kritische journalistiek.
De hoofdredacteur van Binnenlands Bestuur schreef onlangs dat steeds meer bestuurders/burgemeesters regionale en lokale media buiten sluiten vanwege onwelgevallige berichtgeving. Hij vraagt zich zelfs af of de persvrijheid niet in het geding is. Daarmee de suggestie wekkend dat bestuurders tegen persvrijheid zouden zijn.
In de bestuurskamers waar ik zo af en toe verkeer, hoor je het tegengestelde geluid. Namelijk dat er steeds meer journalisten zijn die niet weten waarover ze het hebben, die alleen maar berichten over de roddels en de sensatie-verhalen, of ze nu waar zijn of niet.
De klacht van journalisten dat er steeds meer voorlichters tussen hen en de bestuurders staan, heeft daarmee te maken: voorlichters zijn voor een deel van hun tijd bezig met het corrigeren van onjuiste berichtgeving.
Het merkwaardige is natuurlijk dat alle partijen hier gelijk hebben. Bij alle beleidsonderwerpen waar ik de afgelopen jaren betrokken ben geweest, is zeker de helft van de berichtgeving onjuist. Dit is een subjectieve waarneming, ik besef het, maar ik hoor van andere ambtenaren eenzelfde soort analyse. Het is ook zorgelijk. Journalisten blijken niet goed in staat feiten te onderscheiden van hun eigen mening. Ze doen ook geen goed onderzoek naar de feiten. Ik heb ooit eens een opleiding journalistiek gevolgd en daar werd informeel geleerd dat je ‘een verhaal niet stuk moet checken’. Ofwel: liever een mooi, onjuist verhaal, dan géén verhaal.
Aan de andere kant worden journalisten, mede door hun gebrek aan kritisch vermogen, steeds vaker gemanipuleerd en is hun berichtgeving onderdeel van een woordvoeringsstrategie. Ze krijgen maar een deel van de feiten gepresenteerd en slikken die als zoete koek. Bestuurders houden van ‘spinnen’, het geven van een draai aan de feiten, zodat die gunstig gepresenteerd worden.
In Vrij Nederland meldde Jan Blokker, een van de grote mannen in de Nederlandse journalistiek, in een interview het volgende: ‘journalistiek is: het verzamelen van relevante feiten…kranten hebben bij ons sinds hun ontstaan veel meer verslag gedaan van wat ze wenselijk vonden dan wat er werkelijk gebeurde. Al die kranten hadden een idee van de maatschappij. Het moest linkser danwel rechtser. Daarop selecteerden ze niet alleen de feiten, ze kleurden ze ook….de journalistiek in Nederland heeft een eeuw onder de verzuiling gezucht en is daardoor nooit echt volwassen geworden.’
Dit citaat geeft een mooie analyse wat er mis is met de Nederlandse journalistiek.
Hoe het ook zij, er gaat iets erg fout in de relatie tussen bestuurders en journalistiek. En dat vind ik gevaarlijk voor het democratisch proces in Nederland. Ik denk dat het tijd wordt dat bestuurders onomwonden het belang aangeven van een vrije, niet-gemanipuleerde pers en daaraan een bijdrage leveren door geen media buiten te sluiten. En journalisten het belang leren inzien van feitelijk correcte, zorgvuldig gecheckte berichtgeving, waarin de persoonlijke mening en sensatiezucht geen rol speelt.
Dan maar wat saaiere berichtgeving.
Paul Lensink
Evenzo leidt inderdaad een politieke vooringenomenheid niet altijd tot objectieve berichtgeving.
Toch stellen kranten uit beide "kampen" vaak dat ze "objectief" zijn.
Doet me denken aan al die "objectieve" financiële "adviseurs". Ik heb een hunner eens voor de voeten geworpen dat zij alleen hun eigen portemonnee adviseren, toen die bekende bank die sinds kort failliet is, me lagere maandlasten aanbevool, in ruil voor het oprekken van de looptijd van mijn doorlopend krediet van 5 jaar naar 15 jaar, met allerlei verzekeringen erbij natuurlijk. Hun belang is mij zo lang mogelijk aan het lijntje te houden, mijn belang als consument is zo snel mogelijk van die lening af te komen. Terwijl als ze echt goede adviseurs zouden zijn die ze pretenderen te zijn, dat ook hun belang zou moeten zijn. Maar ja de aandeelhouders hijgen in hun nek dat ze (een nog hogere) winst willen zien...