Advertentie
bestuur en organisatie / Achtergrond

Parttime salaris voor fulltime klus

Nu de laatste colleges zijn geformeerd, blijkt het aantal deeltijdwethouders enorm te zijn gegroeid. De posten moesten zo netjes mogelijk worden verdeeld. De parttime wethouders draaien volle weken. Hun bescheiden salaris heeft vooral symbolische waarde.

11 juni 2010

De ‘raad van elf’, zo luidt de bijnaam van de Heerlense volksvertegenwoordiging. Niet minder dan elf verschillende partijen, waaronder vier lokale, delen er 37 raadszetels. De versplintering leidde in maart tot een ingewikkelde zeteldans bij de collegevorming. Zes partijen schoven aan voor de college-onderhandelingen.

 

Wonder boven wonder kwamen ze eind maart al tot een akkoord. Maar toen volgde de grootste hobbel. Uit bezuinigingsoverwegingen had de oude raad besloten dat het nieuwe college maximaal vijf fulltime wethouders mocht tellen en geen zes, zoals in de afgelopen periode. Het eerste voorstel luidde daarom 5 fte uit te smeren over zes wethouders: elke wethouder een aanstelling voor 0,83 fte. Oftewel zo’n 33 uur betaald en de rest onbetaald werk.

 

Deze financiële aderlating lag de kandidaatwethouders van VVD, PvdA en de Stadspartij Heerlen zwaar op de maag. Lex Smeets, fulltime PvdA-wethouder in de vorige collegeperiode, moest 17 duizend euro per jaar inleveren en paste daarvoor. Beoogd wethouder Financiën Nico Aarts van de Stadspartij zou zijn baan bij de Algemene Pensioen Groep eraan geven en dat betekende sowieso al inleveren. Nog eens een extra salariskorting ging ook hem te ver.

 

En voor de VVD was het meer een principekwestie. ‘Het aantal uren dat een wethouder maakt, ligt eerder bij 60 uur per week dan bij 33,33 uur’, stelde Thijs Hansen, onderhandelaar en voorzitter van de Heerlense VVD-afdeling. Verschillende nieuwe voorstellen zagen het licht. Het laatste voorstel luidde: vijf wethouders op 0,9 fte en één wethouder op 0,8 fte (samen 5,3). Ook dat sneuvelde, maar over het waarom bestaan verschillende lezingen. Volgens de VVD zou Nico Aarts van de Stadspartij zich om financiële redenen terugtrekken. ‘In die partij was niemand anders die financiën kon overnemen’, zegt Hansen van de VVD.

 

Volgens de Stadspartij zelf daarentegen, was juist de VVD niet bereid in te leveren op het wethouderssalaris. Hoe het ook zij, uiteindelijk trok de VVD zich terug. Het nieuwe college van Heerlen telt nu vijf fulltime wethouders. Lex Smeets is teruggekeerd en Nico Aarts zit op financiën.

 

Versnippering

 

Het voorbeeld van Heerlen illustreert goed wat zich de afgelopen maanden aan veel gemeentelijke onderhandelingstafels heeft afgespeeld. Enerzijds vereist de politieke versnippering meer coalitiedeelnemers en dus meer wethouders. Anderzijds wil de gemeenteraad ook bezuinigen op het bestuur en dus minder wethouders. Daar tussendoor speelt de kwaliteitsvraag: doet de ‘droomkandidaat’ het voor minder?

 

Hansen zegt dat deze vraag voor zijn partij de doorslaggevende reden was af te haken. ‘Er komen enorme bezuinigingen aan, voor Heerlen waarschijnlijk zo’n 20 miljoen euro. Om die daadwerkelijk te realiseren heb je een stevig bestuur en dus de beste kandidaten nodig. Die krijg je alleen als je ze een fatsoenlijk salaris biedt. Dus vijf fulltimers is beter dan zes parttimers.’

 

Elders in het land zijn ook andere geluiden te horen. GroenLinks in Schiedam maakte een opmerkelijke ommezwaai. Haakte de partij in 2006 nog af omdat ze slechts een parttime wethouderszetel aangeboden kreeg, nu heeft Wil Vissers een transfer gemaakt van Moerdijk naar Schiedam om voor 0,6 fte Groen- Links-wethouder te worden. De overige wethouders werken fulltime.

 

Fractievoorzitter Ed Gloudi geeft toe dat er sprake is van ‘voortschrijdend inzicht’. ‘Er moet zwaar worden bezuinigd en wij vinden dat het bestuur dan ook een duit in het zakje behoort te doen. Onze wethouder neemt dus genoegen met 60 procent salariëring. Maar natuurlijk doet ze wel voor de volle 100 procent mee. De lagere beloning gaat beslist niet ten kosten van de kwaliteit.’ Dat GroenLinks als enige in het Schiedamse college genoegen neemt met minder, vindt Gloudi geen probleem. ‘Voor de andere vier wethouders was parttime salariëring onbespreekbaar, omdat ze allemaal een goedbetaalde job hadden. Ik kan die opstelling wel begrijpen.’

 

Onmisbaar

 

‘Natuurlijk zeggen veel wethouders dat parttime niet kan. Ze willen namelijk allemaal erg graag horen dat ze onmisbaar zijn’, zegt Gré Oussoren. Ze werd in 2006 voor een halve fte VVD-wethouder in Aa en Hunze en is er momenteel weer raadslid. ‘Het is echt wel te organiseren hoor. Je moet gewoon dagen vrij plannen. Vijf keer een halve dag werken, dat wordt niks, dan weten ze je altijd te vinden.’ Toch stopte Oussoren in 2007, ‘enerzijds omdat ik niet helemaal gezond ben, anderzijds omdat het ontbrak aan homogeniteit in het college en daar kan ik slecht tegen.’

 

Haar collega Hedwig Udding-Blok, eveneens VVD, nam haar portefeuille over en denkt terugblikkend anders over het parttime wethouderschap. ‘Eigenlijk betekent parttime een normale, volle werkweek en fulltime een werkweek van 60 tot 70 uur. Toen ik parttime werkte, hield ik nog wat tijd over voor onze hobbyboerderij. Dat vond ik heerlijk. Maar de keerzijde was dat het reilen en zeilen van de gemeente toch iets verder op afstand bleef. Je moet als deeltijdwethouder meer moeite doen om de belangrijke dingen te horen. Daarnaast ben je veel drukker bezig met je agenda. Je kunt wel op donderdag vrij plannen, maar natuurlijk doet zich juist dan iets voor waar je echt bij moet zijn. En dus moet je je agenda omgooien en een andere dag schoonvegen. Je hebt goede secretariële ondersteuning nodig om je agenda op orde te houden.’

 

Oussoren en Udding verdienden in deeltijd 2000 euro netto per maand. ‘Dat is een modaal inkomen’, zegt Udding. ‘Maar als je het afzet tegen het aantal uren dat je erin stopt, is het onderbetaald. En vergeet niet dat mensen die over de juiste bestuurlijke capaciteiten beschikken in het bedrijfsleven vaak veel meer kunnen verdienen. Je moet het dus wel vreselijk leuk vinden om wethouder te zijn.' 

 

Kanttekeningen

 

Ad van Beek, wethouder in Dongen, had ‘viermaal 100 procent’ het meest logisch geleken. ‘Echter: de fractievoorzitters vonden 3 fte genoeg. Dat was voor ons niet acceptabel. Zo is het 3,2 geworden: alle vier 0,8.’ In de vorige collegeperiode telde Dongen drie fulltime wethouders. Van Beek begrijpt dat formatie-uitbreiding met 1 fte er niet inzat. ‘Je wilt natuurlijk niet het signaal geven dat je meer gaat uitgeven aan het bestuur. Als je tegen het ambtenarenapparaat zegt dat het kleiner moet en als je tegen de bevolking zegt dat er op voorzieningen bezuinigd gaat worden, dan moet je als bestuur ook een gebaar maken.’

 

Toch plaatst Van Beek, die in de vorige periode voltijdswethouder was in Nuenen, drie kanttekeningen. ‘In de eerste plaats hebben enkelen van ons nevenactiviteiten, waaronder ikzelf. Als je dan 80 procent wilt werken, kost het heel veel moeite om agenda’s op elkaar af te stemmen. En even met elkaar sparren buiten de collegevergaderingen om is er al helemaal niet bij. In de tweede plaats blijft de hoeveelheid werk gewoon gelijk. Weliswaar verdelen we de portefeuilles nu over vier in plaats van drie personen, maar hoe meer mensen meepraten aan de collegetafel, hoe meer tijd je kwijt bent.’

 

Van Beeks derde kanttekening bij het deeltijdwethouderschap gaat over geld: de gemeente schiet er financieel niet veel mee op. ‘In principe leveren we allemaal 1200 euro bruto per maand in. Maar een van ons was in de vorige periode fulltime wethouder en krijgt daarom nu aanvullend wachtgeld. Ikzelf krijg een aanvulling van Nuenen en ook nog een beetje van Dongen zelf, uit de periode voor 2006 toen ik hier ook wethouder was. En voor onze SP-collega maakt het al helemaal niet uit: hij moet een groot deel van zijn inkomen toch aan de partij afstaan. Parttime betaling scheelt dus wel iets, maar netto is de bezuiniging op het bestuur toch vooral een verhaal voor het kerkvolk.’

 

PvdA-wethouder Jan Wieten uit Kampen, voor 75 procent wethouder, beaamt Van Beeks redenering. ‘Op grond van mijn fulltime aanstelling in de vorige periode heb ik een wachtgeldaanvulling tot bijna 100 procent. Alleen komt dat uit een potje dat de gemeente al had gereserveerd en dus valt het niet zo op.’ Wieten is bezig aan zijn derde termijn. De eerste staat hem nog het meeste bij: van 2001 tot 2006 had hij een aanstelling voor 50 procent. ‘Tegelijkertijd studeerde ik rechten en had ik een eigen bedrijfje. Dat kon allemaal wel, dacht ik. Maar na drie maanden werkweken van 80 tot 100 uur te hebben gemaakt was ik compleet doorgedraaid. Ik heb mijn studie eraan gegeven en mijn bedrijfje in coma gebracht.’

 

Logisch

 

Dat Wieten nu voor 75 procent op de loonlijst staat, maakt hem niet uit. ‘Principieel vind ik het volstrekt logisch dat wij als bestuurders teruggaan. Kampen moet naar schatting 5 miljoen bezuinigen, dan moet je als college ook iets. Zolang je het maar niet vertaalt in uren, want dan kom je jezelf tegen. Als je niet fulltime beschikbaar bent, dan merk je dat meteen in je contacten. Je weet minder, je wordt minder gevraagd voor zaken die voor jouw portefeuille wel belangrijk zijn. Daarmee maak je het jezelf wel moeilijk om een goede wethouder te zijn. We hebben nu twee fulltime wethouders, twee voor 75 procent en één voor 50. Twee parttimers hebben er nog een andere betrekking naast. Op grond van mijn ervaring vraag ik mij geregeld af hoelang ze dat nog volhouden.

 

’Wethouder voor 30 procent Fons Heuts is misschien wel ‘s lands wethouder met de kleinste aanstelling. Maar Fons Heuts is niet zomaar iemand. ‘De andere drie wethouders betalen mij ieder 10 procent’, vertelt Heuts, wethouder in Nuth. Hij zegt het alsof hij commissie krijgt en verraadt daarmee een andere belevingswereld. Op de site van de gemeente staan van alle wethouders de nevenfuncties vermeld, behalve die van Heuts. Misschien omdat het eerder hoofd- dan nevenfuncties zijn, misschien omdat het er te veel zijn.

 

Heuts is onder meer eigenaar van de Fons Heuts Holding, eigenaar van het makelaars- en assurantiekantoor Fons Heuts en van de Golfresidentie Brunsummerheide. Onder zijn eigen naam en die van zijn zoons vermeldt de Kamer van Koophandel nog diverse andere bv’s in Nuth. Tegelijkertijd is Fons Heuts bestuurlijk gezien bepaald geen onbeschreven blad. Tussen 1970 en 1987 was hij wethouder in Nuth, in de 4 jaar daarna zat hij in provinciale staten van Limburg. Uit ergernis wierp hij zich bij de afgelopen gemeenteraadsverkiezingen op als lijstduwer van het CDA – om prompt met het overweldigende aantal van 520 voorkeursstemmen in de raad te worden gekozen.

 

De bevolking van Nuth herkent in Heuts een echte ‘Macher’: waar hij verschijnt, verdwijnen problemen. ‘De laatste jaren kreeg ik heel veel mensen op bezoek met de vraag: Heuts, kun jij mij niet helpen? Ze liepen in het gemeentehuis tegen een muur aan.’ De portefeuille ruimtelijke ordening en vergunningenbeleid is hem daarom op het lijf geschreven. ‘Nu regel ik de dingen in 10 minuten waar mensen anders 2 jaar over deden.’

 

Heuts loopt naar eigen zeggen momenteel een hele stapel ‘oude troep’ door. ‘Bouwaanvragen van soms 2,3 jaar oud. Ik heb in een maand tijd al zes slepende zaken opgelost. Over 4 maanden hoop ik alle achterstanden te hebben weggewerkt.’ Dat hij maar voor 30 procent wethouder is, deert hem niet. ‘Ik kijk niet naar tijd en niet naar geld. Ik ben eraan begonnen uit idealisme: betere gemeentelijke dienstverlening. Niet achteroverleunen maar meedenken.’

Reacties: 1

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Frans Cremer
In Binnenlands Bestuur nr. 23 staat een artikel over wethouders in deeltijd. Ik ben er zo een. Wat in dit verhaal mist, is dat een wethouder in deeltijd en ouder dan 65 jaar geen pensioen uitgekeerd krijgt. Dat gaat pas nadat het wethouderschap geheel is beëindigd. Hij of zij is daardoor geheel afhankelijk voor het inkomen van de deeltijd vergoeding. Deze regeling ontmoedigt in deeltijd doorwerken na je 65e.
Advertentie