Opmars vrouwen in provincie
Het aantal vrouwelijke Statenleden en gedeputeerden is na de laatste verkiezingen hard gegroeid. De toename is opmerkelijk, zeker afgezet tegen de veel geringere stijging bij raadsleden en wethouders.
In de provinciale politiek zijn de vrouwen bezig met een flinke inhaalslag. Bedroeg het aantal vrouwelijke Statenleden drie jaar geleden nog 28 procent, na de verkiezingen van 2007 lag dit percentage op 36 procent. De stijging van het aantal vrouwelijke gedeputeerden in die periode was nog hoger: van 19 procent tot 30 procent in 2007.
De cijfers zijn afkomstig van de Vereniging DecentraalBestuur.nl, een club van wetenschappers en een verzamelpunt van digitale informatie over de lokale overheden. De vereniging had enkele jaren geleden al eens in kaart gebracht hoe het stond met het aantal vrouwelijke leden van Provinciale Staten en gedeputeerden, vertelt onderzoeker Peter Castenmiller, in het dagelijks leven werkzaam bij het adviesbureau Zenc.
Onlangs gaf het ministerie van Binnenlandse Zaken Koninkrijksrelaties opdracht om de gegevens van gemeenten, provincies en waterschappen te inventariseren. Na vergelijking van de twee cijferreeksen, kwam de opvallende opmars van vrouwen in de provinciale politiek aan het licht. ‘Een opmerkelijke toename,’zegt Castenmiller, ‘vooral als je deze cijfers afzet tegen die van de raadsleden.’ De stijging van het aantal vrouwelijke raadsleden was, in vergelijking met de provincies, weinig spectaculair: van 23,6 procent in 2005 naar 25,6 procent twee jaar geleden.
Kiezers hebben geen directe invloed op het aantal vrouwelijke gedeputeerden. Dat is een zaak van de politieke partijen. Maar, zegt Castenmiller, ‘als een partij stevig wint, zoals de PvdA bij de Statenverkiezingen van 2006, neemt het aantal vrouwelijke Statenleden toe. Dus is er een electoraal effect zichtbaar.’ Meer vrouwen in de Staten vergroot de kans op vrouwelijke gedeputeerden, is de ervaring. ‘Maar dat is geen wet van Meden en Perzen, gedeputeerden kunnen ook elders vandaan komen,’aldus Castenmiller.
Over de oorzaken van de vrouwelijke opmars, laat Castenmiller zich voorzichtig uit: ‘Als wetenschapper heb ik mij slechts te houden aan de feitelijke gegevens’. Maar als politicoloog heeft hij er wel zijn gedachten over. Kan het misschien zijn dat mannelijke carrièremakers wat minder kiezen voor de provincie omdat deze bestuurslaag in het nauw zit? Of heeft de nieuwe taakverdeling voor de provincies er mee te maken? Immers, naast harde sectoren als ruimtelijke ordening, is er in de provinciale politiek ook aandacht gekomen voor bijvoorbeeld jeugdzorg.
Sascha Baggerman (32 jaar, de jongste gedeputeerde ooit in Noord-Holland) spreekt tegen dat het takenpakket van gedeputeerden met de komst van de jeugdzorg ineens vrouwvriendelijker is. ‘Minder harde taken, als cultuur, gezondheidszorg en welzijn, zaten al in het pakket.’ De PvdA-gedeputeerde juicht de komst van meer vrouwen in het provinciebestuur toe, maar is een groot tegenstander van het benoemen van vrouwen louter en alleen omdat zij vrouw zijn.
Baggerman: ‘Zo werkt dat niet. Ik wil alleen op basis van mijn kwaliteiten beoordeeld worden.’ Vijftig procent vrouwen in het bestuur is voor haar geen hard streefcijfer. ‘Als een vrouw en een man dezelfde kwaliteiten hebben, dan is het goed dat gekozen wordt voor een vrouw, omdat. Want vrouwen hebben een andere manier van werken en leiding geven. En dat realiseren zich steeds meer instellingen en bedrijven. Ze zijn op zoek naar vrouwen die kwaliteit hebben en leiding kunnen geven.’ In haar werk, is haar ervaring, is Sascha Baggerman nooit anders behandeld, omdat zij een vrouw is. ‘Maar natuurlijk heb ik er geen moeite mee als een man mij een compliment geeft. Andersom maak ik ook complimenten.’
PvdA-gedeputeerde Annemarie Moons uit Brabant heeft de portefeuille economie en duurzaamheid. ‘Echt harde onderwerpen, waar ik me thuis bij voel,’zegt ze. ‘Ik maak werkweken van vijftig tot zestig uur.’ Zij noemt het logisch dat politieke partijen op zoek gaan naar meer vrouwelijke bestuurders. ‘Zeker in Brabant. Hier maakten tot voor kort alleen mannen de dienst uit. Daar is gelukkig een einde aan gekomen.’
Haar benoeming tot gedeputeerde had niet alleen te maken met het vrouw-zijn. ‘Ik moest gewoon solliciteren en er waren meer kandidaten voor deze functie, ook vrouwen.’ Positieve discriminatie is niet meer van deze tijd, is haar overtuiging. ‘Ik wil geen excuus-Truus zijn. Want in dat geval ben je weer een uitzondering en kun je in je functie niet uit de voeten.’ De aanwezigheid van vrouwen in bestuurlijke functies heeft, zegt zij, onmiskenbaar tot een andere cultuur geleid. ‘Het is met vrouwen in het bestuur allemaal wat losser. En vrouwen kijken meer dan mannen naar het algemeen maatschappelijk doel en effect van maatregelen.’ In de dagelijkse praktijk speelt haar vrouw-zijn onbewust een rol, denkt Moons. ‘Maar ik zal nooit met opzet een laag decolleté of een splitrok dragen. Wel zet ik mijn charmes is, maar dat doen mannen ook.’
Voor de Zuid-Hollandse CDA gedeputeerde Manita Koop kan de opmars van vrouwen in bestuurlijke functies niet snel genoeg gaan. ‘We leven in 2008 en nu is pas een derde van de Statenleden vrouw. We zijn er dus nog lang niet,’aldus Koop, die de portefeuilles ruimtelijke ontwikkeling en onderwijs en arbeidsmarkt beheerd. Haar ervaring als Statenlid en daarvoor als raadslid van Delft heeft haar geleerd dat de eisen die aan vrouwen worden gesteld steeds hoger worden. ‘In het begin was het vaak: we moeten er ook een vrouw bij hebben, dat hoort zo. Maar die tijd is voorbij. Nu worden vrouwelijke kandidaten zwaar gewogen.’ Vrouwen kunnen veel bijdragen aan het bestuur, is haar ervaring. ‘Een simpel voorbeeld. Bij de inrichting van openbare ruimte kijken wij of je er ’s avonds wel veilig en met hoge hakken kunt lopen.’
Net als Manita Koop vindt Margriet van Tulder, voorzitter van de Limburgse Statenfractie van GroenLinks, dat er nog een wereld te winnen is als het gaat om de aanstelling van meer vrouwelijke - provinciale - bestuurders. ‘Er is nog altijd veel tegenkracht nodig om als vrouw verder door te dringen in het mannenbolwerk.’ Zoals weer eens bleek tijdens de behandeling van de voorjaarsnota in de Staten van Limburg. De fractievoorzitter van de PvdA Peter van Dijk voerde het woord. Een kleine rol was weggelegd voor een vrouwelijke collega van hem. Die mocht klagen over het feit dat er zo weinig vrouwelijke ambtenaren zijn. ‘En wat was de reactie van GS? Ze zeiden dat ze geen goede vrouwelijke kandidaten konden vinden. Ik wist niet wat ik hoorde,’aldus Margriet van Tulder.
Zie www.decentraalbestuur.nl voor alle cijfers per provincie.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.