Advertentie
bestuur en organisatie / Achtergrond

Op pad

Hoe doen ze het in het buitenland? Slechter of beter? Voor het antwoord op deze vragen gaan bestuurders en ambtenaren op studiereis. De laatste tijd gaan ze wat minder, want gemeenten willen 'in deze tijd van recessie de kat even niet op het spek binden'.

19 februari 2010

De Almelose PvdA-wethouder Bert Kuiper bezocht Denemarken, waar hij zich met een gezelschap van 25 Nederlandse bestuurders en ambtenaren verdiepte in ‘verleden, heden en toekomst’ van het multifunctionele Kulturhus. Op dinsdag 6,5 uur in de bus naar Kolding, op vrijdag terug naar Almelo. Een hele onderneming, maar wel de moeite waard, vindt de wethouder.

 

Kuiper: ‘Net als bij ons in Twente speelt in Denemarken de vraag hoe je de kleine kernen leefbaar houdt. Ik ben dorpswethouder van Aadorp, waar alle voorzieningen zijn verdwenen. Daar moet iets met het buurthuis gebeuren. Wat is haalbaar? Kijk je naar een Deens Kulturhus, dan zit daar een zwembad in, een bibliotheek, een sporthal, een kleine bioscoop, fitness. Ouderen kunnen er een hapje eten. Laat die term Kulturhus maar los, heb ik geleerd, en noem het een ontmoetingsplaats.’

 

En zo vertrekken wethouders voor leefomgeving en sociale zaken naar de Scandinavische landen, vliegen burgemeesters naar Amerika om zich te verdiepen in ICT en veiligheid- en criminaliteitszaken, gaan wethouders economische zaken naar China en vertrekken de wethouders voor integratie en onderwijs naar Marokko of Turkije. De Almelose wethouder Kuiper gaat niet vaak op buitenlandse studiereis, maar de tocht langs Kulturhusen in Denemarken vond hij zinvol.

 

‘Ik heb in Denemarken gemerkt dat je de inrichting van zo’n multifunctioneel buurtcentrum niet van bovenaf moet opleggen, maar dat de inwoners van het dorp met ideeën moeten komen. Daar gaan we in Aadorp mee beginnen’, aldus Bert Kuiper. De reis van wethouder Kuiper en diens stadsdeelcoördinator Hans Radstaak naar Denemarken was niet goedkoop voor een busreis: 1.318,05 euro per persoon. Een bedrag dat veel gemeenten in deze tijden niet willen neerleggen voor een studiereis, ook omdat het weleens een verkeerd beeld kan geven. In ‘s lands gemeenteraden zijn vandaag de dag niet alleen de SP en de lokale partijen gespitst op bestuurlijke en ambtelijke studiereizen die ook maar een tikkeltje zoet zouden kunnen zijn.

 

Annuleren

 

Tim te Pas van VNG International moest een tweedaagse studiereis naar Brussel die voor begin december stond gepland, annuleren wegens onvoldoende inschrijvingen. Te Pas: ‘Een gemeente moet goed kunnen onderbouwen waarom ze één ambtenaar of één wethouder op een studiereis naar Brussel wil sturen.'

 

'Je ziet tegenwoordig vooral dat gemeenten met dezelfde belangen elkaar opzoeken voor een reis, zoals Haarlem, Alkmaar en Zaandam onlangs, of dat een gemeente ons benadert om een “reis op maat” voor hen te organiseren. Haarlemmermeer, Breda en Heerhugowaard zijn daarvan recente voorbeelden. Zo’n studiereis op maat kost doorgaans meer dan de 495 euro die deelnemers betalen voor een tweedaagse studiereis naar Brussel. Het voordeel van een reis op maat is dat je een bezoek aan Brussel kunt richten op je eigen belangen en wensen. Voordeel van met z’n allen gaan, is wel dat je een netwerk creëert.’

 

Te Pas maakt zich geen zorgen over het lot van de VNG-studiereizen naar Brussel en Straatsburg. ‘We zitten in de nadagen van de colleges. Een studiereis past veel beter in het begin van een collegeperiode’, aldus Te Pas. Geen wonder dat de EU-coördinator gemeenten dan van harte aanbeveelt om een bezoek te brengen aan de Europese hoofdstad.

 

Te Pas: ‘Voor de meeste gemeenten is het niet interessant om in Brussel een permanente belangenbehartiger te hebben, maar als ze iets met Europa willen, dan moeten ze wél weten wat dat Europa precies is en waar ze moeten aankloppen. Een studiereis is een uitgelezen mogelijkheid voor gemeenten om zich bij parlementariërs, vertegenwoordigers van de VNG, het directoraat-generaal Regionaal Beleid of bij de eurocommissaris voor Regionale Ontwikkeling te introduceren. Het is niet alleen dat jij Brussel ontdekt, maar dat parlementariërs, lobbyisten en ambtenaren jou ook ontdekken. Wil je bemind worden, dan zul je bekend moeten zijn. Dat lukt je niet vanuit een plattelandsgemeente.’

 

Turkije

 

Marokko en Turkije zijn populaire bestemmingen in deze tijd van verplichte inburgering en heropvoeding, maar ook hier zijn de gemeenten zuinig geworden. Het Rotterdamse projectbureau voor tweedetaalonderwijs en inburgering Delken & Boot moest enkele maanden geleden een geplande studiereis naar het Turkse platteland afzeggen, omdat er maar drie aanmeldingen waren. ‘Voor de studiereis in april was er nog voldoende animo’, zegt Emmeke Boot. ‘De deelnemers kwamen op plekken waar je als toerist niet komt, in Cappadocië, waar veel Turkse inburgeraars vandaan komen. Wij zijn bij mensen thuis geweest, bij boeren. Wat een verschil met Amsterdam of Rotterdam. Een ambtenaar die zich bezighoudt met het inburgeringsexamen heeft daar wat aan. Hij is op een school geweest en heeft praktijkopdrachten uitgevoerd die wij ook geven aan onze inburgeraars.'

 

'Hij ervaart hoe het is om na een korte Turkse les te moeten functioneren en tegen welke problemen je aanloopt. Dan zie je dat je in Nederland bij de aanbesteding van inburgeringscursussen niet moet beknibbelen op taal, en dat je mensen in Nederland snel aan het werk moet zetten of een opleiding moet geven. In het begin zijn de inburgeraars nog gemotiveerd, maar als ze lang moeten wachten op een brief van de gemeente, verdwijnt die motivatie.’

 

Goedkoper

 

Zoals gezegd waren gemeenten niet te porren voor een nieuwe zesdaagse inburgeringsreis Turkije. Boot: ‘Dat is ons enorm tegengevallen. Gemeenten blijken aan te hikken tegen de prijs. De studiereis kostte 1.295 euro, uit en thuis. We vliegen naar Istanboel en maken ook een binnenlandse vlucht. Zo duur is dat dus niet. Voor de reis die we in mei organiseren, hebben we de prijs verlaagd tot 1.095 euro. De workshops zijn toch al klaar en we nemen een docent minder mee. Maar goedkoper kunnen we het echt niet maken.’

 

Johan van der Waal, manager coördinatiepunt ICT inwonerszaken van de vereniging van directeuren van sociale diensten Divosa, bevestigt dat gemeenten pas op de plaats hebben gemaakt met het maken van studiereizen. Van der Waal, organisator van studiereizen op het gebied van elektronische overheidsdienstverlening, zegt: ‘Gemeenten willen in deze tijd van recessie en bezuinigingen niet de kat op het spek binden.’

 

Tallinn

 

In 2008 organiseerde Johan van der Waal nog wel studiereizen naar Amerika en een reis voor de waterschappen naar Helsinki, Sint Petersburg en Tallinn. Van der Waal: ‘Amerika ligt voor de hand, Tallinn minder. Wat heb je daar nou te zoeken? Tallinn is het e-overheidsbolwerk van Europa aan het worden. Wij hebben last van de wet van de remmende voorsprong, in de Baltische landen zijn ze net begonnen.’

 

Dat Tallinn het zenuwcentrum van de e-overheid wordt en dat New York een stap voor is in het gebruik van elektronische dienstverlening, daar kom je op een zondagmiddag googelen toch ook achter? Projectmanager Van der Waal: ‘Je voelt in Tallinn en New York de cultuur. Je leert veel meer door te kijken hoe mensen de dingen anders doen. Als je écht met de mensen van de werkvloer praat, snap je veel beter de intentie en de uitleg dan wanneer je het van Google krijgt.’

 

Daarom reisde Van der Waal in 2008 ook met 18 deelnemers naar Washington en met 25 deelnemers naar New York. Van der Waal: ‘New York heeft als voorbeeld gediend voor de Nederlandse Klant Contact Centra (KCC), waar mensen met al hun vragen over de overheid terechtkunnen. Half Europa is in New York langgeweest. Het telefonische klantproject NYC 311 is zo succesvol omdat de burgemeester er keihard achter is gaan staan. Hij bekijkt zelfs op een scherm in zijn werkkamer hoe het met de cijfers van 311 staat, ons 1400-nummer.’

 

Wellicht aanleiding voor een Nederlandse burgemeester om een extra flatscreen aan te schaffen, maar wat levert zo’n studiereis naar New York concreet op voor de Nederlandse KCC’s en dús voor de burger? Divosa’s Johan van der Waal: ‘In de Werkgroep “Antwoord voor elektronische dienstverlening”, waarin onder andere de VNG en de Directeuren van Publieksdiensten zitten, is een koerswijziging ingezet omdat we in New York hebben geleerd dat we op een andere schaal zouden moeten werken.'

 

'In New York kwamen ze niet bij van het lachen toen wij vertelden dat wij in Nederland overal 1400-nummers hebben, en niet geconcentreerd vanuit twee of drie plekken. Een paar honderd Klant Contract Centra in zo’n klein landje? Dat maakte heel wat los in de groep die New York bezocht. New York is niet Nederland, Amerikanen hoeven niet zoveel van de overheid, maar we kijken nu wel naar KCC-ketens in plaats van zelfstandige centra.’

 

Dit najaar is een e-overheidsstudiereis voor senior beleidsmedewerkers van ministeries en beleidsbepalende managers van gemeenten gepland naar Australië en Nieuw-Zeeland. De andere kant van de wereld. Van der Waal: ‘In Nieuw-Zeeland heeft men een dienstverleningsbenadering die bij ons wel leeft, maar die niet wordt doorgevoerd. Ze werken heel dicht op de burger, met aan burgers toegewezen coaches en accountmanagers. Het promotiefilmpje is: je doet geen zaken met de overheid, maar met je contactpersoon, met Jan of Piet. Of je nou een bouwvergunning aanvraagt of klaagt over de vuilnisophaal, ik weet niet wat, je hebt je eigen coach. Die regelt alles voor jou.’

 

De reis naar Australië en Nieuw-Zeeland gaat rond de 6000 euro kosten. Meer dan genoeg reden om van de vijftien deelnemers te verlangen dat ze een werkstuk maken, vindt Van der Waal. ‘En na afloop een presentatie geven over de lessen die je trekt uit zo’n bezoek.’

 

San Diego

 

Burgemeester Pauline Bouvy-Koene (VVD) van het Zuid-Hollandse Bernisse schreef geen werkstuk, maar ze deed via haar weblog op de website van haar gemeente wel uitgebreid verslag van haar studiereis met het Regionaal College van Rotterdam- Rijnmond naar San Diego. Het college maakt iedere drie jaar zo’n reis, in 2006 naar Toronto.

 

Bouvy-Koene: ‘We wilden weten hoe de politie omgaat met probleemjeugd in een tijd van bezuinigingen. Bernisse en San Diego zijn onvergelijkbaar, maar de intensiteit van de jeugdproblemen is gelijk. Gezinnen met alcoholproblemen, werkloosheid, loverboys. Hoe ver van je bed San Diego ook is, er zijn altijd elementen die je kunt gebruiken voor je eigen gemeente. Daarom is het ook zo goed om ernaar toe te gaan. Je ziet de mensen, je praat met de vrijwilligers en je kunt eruit halen wat jij voor jouw gemeente nuttig vindt.'

 

'Zo heb ik een bezoek gebracht aan een organisatie die Reality Changers heet. Zij gaan ervan uit dat je de probleemjeugd niet voortdurend moet vertellen hoe slecht bendes, drugs en alcohol zijn. Geef de jeugd een doel. Ik vind ook dat je niet meteen in de respressie moet schieten. Amerikanen zijn van het hallelujagevoel, maar als je dat met een sausje Rotterdamse nuchterheid overgiet, dan kom je een heel eind.’

 

Het regionaal college van Rotterdam-Rijnmond kwam begin december bijeen om de studiereis te bespreken. Thema’s die in San Diego ter sprake kwamen – onder andere burgerparticipatie en huiselijk geweld – worden volgens de burgemeester van Bernisse uitgewerkt tot concrete initiatieven, die zullen terugkomen in het beleidsplan van de politie.

 

Bouvy-Koene over de voornaamste lessen die zíj heeft getrokken uit de studiereis naar Californië: ‘We moeten de Veiligheidshuizen versterken en we moeten kijken naar het onestop- shop-concept, waarbij mensen door één persoon met alles worden geholpen. Kinderen mogen niet ontsporen omdat de hulpverleners niet van elkaar weten wat ze doen.'

 

'En we moeten de vrijwillige politie promoten. Wij hebben in Nederland ook vrijwillige politie, maar heeft u er ooit van gehoord? In Amerika is het heel normaal dat je na je werkzame leven bij de vrijwillige politie gaat. Waarom kan dat hier niet? Je kunt de veiligheid in de wijken vergroten door aan een wijkagent een vrijwilliger te koppelen. Wij hebben in San Diego gezien hoe dat werkt, en het werkt fantastisch!’

 

Studiereis in Drachten

 

Waar gaan buitenlanders in Nederland eigenlijk naartoe? Naar Drachten, waar ze wat kunnen opsteken van het Shared Spaceconcept, oftewel het wegnemen van verkeersaanwijzingen. Wethouder Nieske Ketelaar (PvdA) van Smallingerland leidde al veel delegaties rond: ‘Wat helpt, is dat in Drachten sinds januari 2009 het onderzoeksbureau Shared Space Institute zit. Onlangs kwam een televisieploeg uit New York langs. Ik heb ze rondgeleid bij het Laweiplein. Bestuurders en volksvertegenwoordigers uit de Bundesländer komen langs, uit Engeland, Noord-Frankrijk, de Scandinavische landen.’

 

En net als de Nederlanders in het buitenland, zeggen de buitenlanders: ‘Je moet het met eigen ogen hebben gezien.’ Ketelaar: ‘Ze krijgen een gevoel bij wat ze alleen maar hebben gelezen en waarvan ze dachten: “Welke gek bedenkt dat nou?” Nu ervaren ze plat gezegd dat onveiligheid het hier veiliger maakt.’

 

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie