Klein over cdk: ‘Ik respecteer zijn handelen niet’
De uit de laan gestuurde burgemeester Eppie Klein van Scherpenzeel verwacht dat zijn ontslag ‘omkeerbaar is’. De Gelderse commissaris van de koning zal beseffen dat de redenen voor ontslag oneigenlijk zijn en het ontslag in een herbenoeming omzetten.
De ontslagen burgemeester Eppie Klein van Scherpenzeel verwacht dat zijn ontslag ‘omkeerbaar is’. De Gelderse commissaris van de koning zal beseffen dat de redenen voor ontslag oneigenlijk zijn en het ontslag in een herbenoeming omzetten.
Niet goed gehandeld
Dat stelt Klein in een interview met Binnenlands Bestuur, daags nadat hij van Berends zijn congé kreeg. ‘Ik verwacht dat de commissaris op enig moment zal zeggen: “Ik heb niet goed gehandeld.” En waarom niet? Omdat minister Ollongren expliciet heeft gevraagd de rust in Scherpenzeel te bewaren na het besluit dat Scherpenzeel zelfstandig mag blijven.’
Onrecht
Als Berends niet op zijn schreden terugkeert, dan kan minister Ollongren van Binnenlandse Zaken dat mogelijk doen. ‘De minister kon zich nog niet bemoeien in het traject van benoemen en ontslag. De zorgvuldigheid die de minister heeft betracht in dit dossier om haar mind op te maken heeft zij ook betracht bij het besluit van de cdk rondom mijn ontslag: “dat is aan u cdk”. Dat respecteer en waardeer ik. Ook al treft het mij als persoon, omdat je op dat moment onrecht wordt aangedaan. Maar dat ligt bij de commissaris, niet bij de minister’. Linksom of rechtsom: Klein heeft zijn ontslag niet aanvaard en legt zich er niet bij neer.
Domper
Het moment van het ontslag, de timing, vreet aan hem. Een paar uur nadat Scherpenzeel te horen kreeg dat zij zelfstandig mocht blijven, iets waarvoor de gemeente al jaren strijdt, werd op de feestvreugde ruw een domper gezet. Het ontslag kwam voor Klein als een verrassing, ook al stond de verhouding tussen Klein en de commissaris al maanden op scherp. Om vijf uur ’s middags meldde Berends zich op het gemeentehuis van Scherpenzeel. Een gesprek was het niet. ‘Er was geen gesprek. Er was een mededeling’, aldus Klein. Boos was hij niet, wel teleurgesteld. ‘Ik dacht dat de commissaris, na het besluit van Ollongren dat Scherpenzeel zelfstandig mocht blijven, mij zou vragen “Eppie, wil je de komende maanden, voordat er een Kroonbenoemde burgemeester is, met diezelfde hoeveelheid energie aan het werk gaan.” Dat had ik gehoopt. Voor Scherpenzeel en ten behoeve van de wens van de minister. Na de mededeling van de commissaris realiseer je je dat Scherpenzeel verder gaat, zonder mij. Wat jammer is dat. Ik had zo veel kunnen betekenen voor Scherpenzeel. Stappen zetten naar die zelfstandigheid, stappen zetten naar het nog verder verbeteren van de bestuurskracht. Ik had daar mijn energie volledig aan kunnen geven. Daar had ik zo graag aan willen werken. Die motivatie heb ik, tot en met vandaag.’
Aanvaring
De verhouding tussen Berends en Klein werd al snel na de aanstelling van de waarnemer slechter. De eerste ‘aanvaring’ was medio februari, toen Klein het initiatief nam tot een inwonerspeiling. ‘Dat was de provincie niet welgevallig, onder meer omdat zij met een eigen peiling bezig was. Ik heb doorgeduwd. Over de vorige peiling onder Scherpenzelers was discussie ontstaan over de betrouwbaarheid van de uitslag. Ik wilde die ruis wegnemen. In het beleidskader herindeling (waaraan herindelingsvoorstellen worden getoetst, red) staat dat draagvlak belangrijk is. Als ik mijn hand niet in het vuur kan steken voor het draagvlak voor of tegen herindeling, wat ben ik dan waard.’ Op dezelfde manier wilde hij ruis weghalen over de financiële situatie van Scherpenzeel. De gemeente zelf vond die solide, Gedeputeerde Staten niet. ‘Op mijn initiatief hebben we een externe naar onze Kadernota laten kijken. Verhagen heeft een ordentelijk oordeel gegeven.’ Hij doelt op gemeentefondsspecialist Jan Verhagen.
Munitie
Het handelen van Klein irriteert Berends inmiddels mateloos, zo wordt in debatten en openbare gemaakte stukken duidelijk, die na een Wob-verzoek van de Gelderse SP-Statenfractie vorige week zijn vrijgegeven. De mail die Klein op 6 juli naar de Staten stuurt, is de directe aanleiding voor Berends om Klein de laan uit te sturen. In die mail roept Klein de Staten op die dag geen besluit te nemen over de herindeling, omdat de integriteit van het gelopen proces niet boven alle twijfel verheven staat. Klein was twee dagen voor de besluitvorming in de Staten op aanwijzingen gestuit dat ‘een ander licht’ op het gelopen proces zou doen schijnen. Pas vorige week werd duidelijk dat het ging om een mail van een provincieambtenaar die naar munitie op zoek was om de financiële stabiliteit van Scherpenzeel onderuit te halen. Ook dit kwam naar buiten uit het Wob-verzoek. ‘Op maandag 5 juli komt bij mij een mailtje binnen die op zondag 4 juli is verstuurd. Op mijn mail van 6 juli aan de Staten geef ik aan dat er iets onoorbaars gebeurt, maar dat ik geen openheid van zaken kan geven. Dan zou ik de medewerkers van de provincie beschadigen. Ook heb ik aangegeven dat het de directe aanleiding was, maar niet de enige. Die context, zoals ook benoemd in ons antwoord op het Wob-verzoek van de SP, zou dan volledig ontbreken’, stelt Klein.
Geschrokken
De mail wordt verkeerd uitgelegd: in de Staten lezen ze in de mail dat Klein de integriteit van de Gelderse bestuurders in twijfel trekt. ‘Dat heeft me verbaasd. Op dat moment lezen de Statenleden niet wat er staat, maar ze geven er een interpretatie aan die er niet in inzit. Daar schrok ik geweldig van. Dat overviel me.’ In een korte mail aan de Staten en dag later benadrukt hij de integriteit van de Gelderse bestuurders niet in twijfel te trekken.
Lot bezegeld
In de nacht van 6 op 7 juli lijkt echter zijn lot al te zijn bezegeld. Dat zou gebeurd zijn in een nazit in het provinciehuis, waarbij naar verluidt een aantal Statenleden van de coalitie en de cdk bij aanwezig zouden zijn, is Binnenlands Bestuur ter ore gekomen. ‘Ik heb het net zo gehoord’, aldus Klein. ‘Ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat het ook zo is. Ik vind het ongehoord. Mensen vellen een oordeel over mij, terwijl geen van hen mij heeft gevraagd hoe ik die mail heb bedoeld. Die wederhoor is helemaal niet toegepast. Er ging een oordeel uit van een aantal mensen zonder met mij in gesprek te gaan. Tot en met vandaag (maandag, red) is er geen Statenlid geweest die mij heeft gevraagd: “Eppie wil jij je verhaal eens geven.”
Luiken dichthouden
Over de druk, en op welke wijze die druk op hem werd uitgeoefend, wil Klein (nog) niet veel kwijt. ‘Ik zou daar heel veel over kunnen zeggen. Maar ik moet het niet doen want dan maak ik mij schuldig aan hetgeen de commissaris wel doet. Namelijk zaken naar buiten brengen uit de vertrouwelijkheid van een gesprek, waarvan je althans denkt dat het vertrouwelijk is. Daar waag ik me nu niet aan. Op dit moment wil ik die luiken nog even dichthouden. Toen ik op 7 oktober uit het ambt van burgemeester werd ontheven, dacht ik wel: wat is dit nu voor een actie. Ik ben ook een mens en het doet me veel. Toch wil ik de lijn vasthouden om niet met modder te gaan gooien. Dat is soms niet makkelijk, dat merk ik tijdens dit gesprek ook. Want hoe graag ik ook even het gordijn zou willen wegschuiven en jou vertellen wat er heeft plaatsgevonden: ik doe dat nu niet.’
Bliksemafleider
De mail van 6 juli is wel de reden waarop Klein op 8 juli op het matje werd geroepen. De houding van Berends in dat gesprek heeft Klein als ‘zeer onaangenaam’ ervaren. Nadat er later die maand raadsvragen over die inmiddels over de gewraakte mail zijn gesteld, sommeerde Berends dat Klein hem vooraf op de hoogte stelt van de beantwoording. ‘Zeer vreemd’, vindt Klein. ‘Ik kan hem een afschrift sturen, maar als mensen mij vragen stellen, krijgen zij eerst antwoord en niet een derde.’ Veel tumult is ontstaan erover wie nu eigenlijk de mail heeft gestuurd. Uit een anonieme brief aan Berends zou blijken dat een, met naam genoemde ambtenaar van Scherpenzeel, dat op eigen houtje zou hebben gedaan. ‘Onzin’, zegt Klein, die het overigens uitermate vreemd vindt dat Berends een anonieme brief serieus neemt. ‘Ik heb anonieme brieven altijd meteen verscheurd.’ Klein stelt dat de discussie rondom het versturen van de mail een bliksemafleider van de daadwerkelijke inhoud van de mail is geweest.
Oneigenlijk
Klein benadrukt dat de ontslaggronden van Berends geen hout snijden en oneigenlijk zijn. ‘Ik heb geen tegenstrijdige verklaringen gegeven, ik heb geen bestuurlijke interventie gepleegd in het democratische proces van Provinciale Staten en ik heb geen tweespalt in de samenleving veroorzaakt, integendeel.’ Nadat Berends had medegedeeld dat Klein moest vertrekken, heeft de burgemeester tegen Berends gezegd dat hij ‘geen wijs besluit voor Scherpenzeel neemt. Ik respecteer zijn ambt en zijn persoon, maar in deze respecteer ik zijn handelen niet.’
Lees ook: ‘Weggestuurde burgemeester Klein geeft strijd niet op’
Vanavond om 19.30 uur begint er een interpellatiedebat in de Gelderse Staten over het ontslag van Klein.
Reacties: 11
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
@ Gerrit: inderdaad. wegwezen die burgemeester