Netwerksturing betekent vooral veel praten
In het bijna afgeronde programma Stad en Regio en de bijbehorende Sleutelprojecten werkt de provincie Gelderland in meerjarige contracten samen met zes regio’s, acht grote steden en vijf kleine steden. Er is bijna een miljard euro mee gemoeid, waarvan 245 miljoen provinciaal geld. Voor dit laatste hebben de Statenleden de kaders gesteld en de controle uitgeoefend.
Samenwerken tussen provincies en gemeenten – en soms private organisaties – om een maatschappelijk vraagstuk aan te pakken is in. Maar netwerksturing kost wel meer tijd. ‘Dus doe het alleen als het echt nodig is.’
Dat is één van de belangrijkste aanbevelingen van de Rekenkamer Oost-Nederland na een onderzoek naar de democratische legitimiteit van het Gelderse programma Stad en Regio. De vraag van Gelderse Statenleden was hoe ze meer vat konden krijgen op beleid waarvoor de provincie niet alleen verantwoordelijk is, maar waarbij ze samenwerkt met andere overheden en private organisaties.
Veelheid informatie
In het bijna afgeronde programma Stad en Regio en de bijbehorende Sleutelprojecten werkt de provincie Gelderland in meerjarige contracten samen met zes regio’s, acht grote steden en vijf kleine steden. Er is bijna een miljard euro mee gemoeid, waarvan 245 miljoen provinciaal geld. Voor dit laatste hebben de Statenleden de kaders gesteld en de controle uitgeoefend. ‘Ondanks de veelheid aan informatie, of juist daardoor, hebben PS het gevoel weinig grip te hebben op het programma’, concluderen de onderzoekers. ‘De positie van Statenleden bij dit soort programma’s is ingewikkeld’, zegt voorzitter Michael Mekel van de Rekenkamer Oost-Nederland. ‘Ze hebben het niet alleen voor het zeggen. Dat geldt ook voor raadsleden van de participerende gemeenten. Alle volksvertegenwoordigers moeten zich heroriënteren op hun rol bij netwerksturing.’
Paternalistisch
Uit het onderzoek blijkt dat de keuze voor netwerksturing niet expliciet is gemaakt. Statenleden blijven steken in hun traditionele rol. Mekel: ‘Voor netwerksturing volstaat niet de cyclus van planning & control. Het probleem is niet dat Statenleden onvoldoende zijn geïnformeerd over het programma Stad en Regio, integendeel. We zijn een overkill aan informatie tegengekomen. Maar dat is niet genoeg. Op GS rust de dure plicht de Statenleden bij de hand te nemen en de weg te wijzen door alle stappen die in de regionale samenwerking worden gezet. Dat klinkt paternalistisch, maar is inherent aan de positie van een dagelijks bestuur dat beschikt over ambtelijke ondersteuning, een dialoog voert met samenwerkingspartners en de lijnen uitzet.’
Werkbezoeken
Rekenkamerdirecteur Suzanne Mathijssen hamert op het belang van werkbezoeken bij netwerkbesturing. Ga de dialoog aan met alle deelnemers aan een programma. Laat je geen eenzijdige succesverhalen op de mouw spelden, maar spreek eerlijk over wat wel of niet goed gaat. Voorzitter Mekel spreekt van procesregie: ga na of alle relevante partijen aan bod komen en niemand buitengesloten wordt. Houdt iedereen zich aan de spelregels? Heeft het proces een eerlijk verloop? Statenleden en gemeenteraadsleden kunnen hierin samen optrekken.
Dat hoeft geen ‘Poolse landdag’ te worden. Je kunt uit betrokken raads- en Statencommissies rapporteurs benoemen die verslag uitbrengen. Kies per gebiedsopgave bijvoorbeeld één lid van de coalitie en één lid van de oppositie, vergelijkbaar met de manier waarop de Tweede Kamer dat tegenwoordig doet met de verantwoording van de Rijksbegroting.
Voortouw griffies
Het is aan de griffies om hierbij het voortouw te nemen, menen Mekel en Mathijssen. Dit geldt niet alleen voor de provincie, maar ook voor de betrokken gemeenten. Griffies kunnen de raads- en Statenleden in positie brengen om hun controlerende taak uit te oefenen, zonder zelf politiek stelling te nemen. Verder kunnen de provincie- en gemeentesecretarissen een ondersteunende rol spelen. Zij zien wat dagelijks in de organisatie omgaat en weten met welke al dan niet private partijen wordt samengewerkt.
Hype
Netwerksturing is onmiskenbaar een trend in het openbaar bestuur, maar moet ook geen ‘hype’ worden, stellen Mekel en Mathijssen. De eerste aanbeveling van het Rekenkameronderzoek luidt dan ook: ‘Maak een expliciete keuze om een maatschappelijk vraagstuk al dan niet via netwerksturing aan te pakken en accepteer de consequenties voor de rol van PS en GS.’
Mathijssen: ‘Netwerksturing kost meer tijd, dus doe het alleen als het echt nodig is. Bijvoorbeeld omdat je de oplossing van een maatschappelijk probleem niet alleen in handen hebt.’
Lees het volledige artikel in Binnenlands Bestuur nr. 20 van deze week (inlog)
Reacties: 2
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.