Nood breekt geen wet
Als iets niet goed gaat, eigenlijk nooit goed ging, en maar niet goed blijft gaan, is het dan te verontschuldigen wanneer mensen hun verzet ertegen staken en het er maar niet meer over hebben?
Zelfs als het niet goed gaat met de staat van onze democratie, en een van de pijlers ervan, de onderscheiden verantwoordelijkheid van kabinet en parlement, met voeten wordt getreden? Slechts weinigen, en alleen de grootste cynici onder ons, zullen die vraag met ja beantwoorden.
En daarom wil ik het toch gewoon weer hebben over de gang van zaken in politiek Den Haag, waar we ministers en Kamerleden af en aan zien rijden bij het Catshuis - in mooie, donkerblauwe auto’s, zodat ze voorbij kunnen zoeven en geen lastige vragen van journalisten hoeven te beantwoorden. Want de gesprekken die daar in de beslotenheid van de ambtswoning van de premier worden gevoerd, verlopen ‘moeizaam’, meldde het ANP begin deze week, al blijven de meeste betrokkenen van ‘constructieve’ gesprekken spreken.
De zeven onderhandelaars staan dan ook voor een ‘historische’ opgave nu zij met elkaar het regeerakkoord van Beetsterzwaag moeten herschrijven. Het Centraal Planbureau bevestigde deze week in het Centraal Economisch Plan 2009 de onthutsende cijfers die het vorige maand als ‘voorlopig’ had gepresenteerd. We zijn - ondanks alle sussende bewoordingen die we tot in januari hebben moeten aanhoren - in een diepe recessie beland.
De economie krimpt met 3,5 procent, de werkloosheid loopt op tot 675.000 personen in 2010. De export, normaal gesproken de motor van de Nederlandse economie, neemt af met 11 procent, en dat treft vooral de agrarische sector (zuivel, planten en bloemen). De inkomsten uit belastingen en premies nemen af, de uitgaven (bijvoorbeeld aan WW-uitkeringen) nemen toe, en als gevolg daarvan loopt het begrotingstekort volgend jaar op tot 5,6 procent van het bruto binnenlands product.
Dat de gedachte dan is: alle hens aan dek!, is begrijpelijk, maar dat de betrokkenen vervolgens ook denken dat de huidige nood alle wetten breekt, is niet te verontschuldigen. Een van de belangrijkste wetten van onze parlementaire democratie is dat de regering regeert en de Kamer controleert. Maar zoals bekend schuiven ook de fractievoorzitters van CDA, PvdA en CU, net als twee jaar geleden in Beetsterzwaag, bij de onderhandelingen in het Catshuis aan, en zijn hun fracties bij voorbaat gebonden aan het akkoord dat de coalitie zal sluiten.
Van het dualisme, waarin kabinet en Kamer tegenover elkaar staan, blijft dan natuurlijk helemaal niets over. De coalitiefracties controleren de overheid dan niet, maar kronkelen zich alleen maar in allerlei bochten om het kabinet in het zadel te houden. Op het vrome principe van het dualisme wordt alleen maar een beroep gedaan wanneer later het onderlinge wantrouwen toeneemt en een of meerdere fracties een breuk met de coalitie willen forceren.
Het is zo, het is altijd al zo geweest, en juist in tijden van crisis, zegt men, zorgt monisme voor stabiliteit en saamhorigheid. Maar het deugt niet. Het bevordert en bestendigt een politieke cultuur die naar binnen is gericht, en waarbinnen een zelfbenoemde elite de zaken onderling regelt en zich - geïsoleerd en vervreemd van de samenleving - aan de sentimenten onder de bevolking weinig gelegen laat liggen.
De politiek wordt dan gedomineerd door het dictaat van wat haalbaar is, en een levendig debat over principes en ideeën wijkt. Het tegenspel, de kracht van een beargumenteerd betoog, verdwijnt. De oppositie is machteloos en staat met overslaande stem maar wat te schreeuwen (Agnes Kant!) en delen, steeds grotere delen, van de bevolking vluchten in de armen van verguisde populisten op de linker- of rechtervleugel van het politieke spectrum.
Kamerleden doen hun werk zonder lust of ruggengraat in plaats van zonder last of ruggespraak. En het gekke is: ze staan er zelf bij en weten het, maar ze weten er niets aan te doen. De voorzitter van de Tweede Kamer, Gerdi Verbeet, heeft vorige week een kritisch rapport over het eigen functioneren van de Kamer gepresenteerd, en toen gezegd dat de Kamer zich te veel opstelt als medebestuurder en te weinig als controleur.
Toen ze bij het uitspreken van die woorden naar buiten keek, zag ze drie leden van haar eigen Kamer het Torentje binnenstappen om daar als lammetjes bij het kabinet op schoot te kruipen.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.