Nieuwe tombola bij verkiezing waterschap
De indirecte verkiezing van de Eerste Kamer heeft laten zien dat deze op allerlei manieren kan worden beïnvloed vanuit de partijkantoren. De Statenleden dienen daarbij overwegend als willoos stemvee.
De onzekerheid over de laatste zetels maakt deze verkiezing onvoorspelbaar, waardoor de Senaatsverkiezing een buitengewoon merkwaardig fenomeen is geworden. Binnenkort zou er wel eens een verkiezing bij kunnen komen die een nog groter tombolagehalte heeft en dat is de voorgenomen indirecte verkiezing van de waterschapsbesturen.
De gehouden directe verkiezingen voor de waterschappen waren problematisch. Er is een uiterst lage opkomst en de suggestie van de deelnemende politieke partijen dat er in de waterschapsbesturen over de hele linie politiek kan worden bedreven, is kiezersbedrog. De politieke marges in de waterschappen zijn erg klein, waardoor het waterschap niet geschikt is als partijpolitieke arena, vergelijkbaar met gemeente en provincie. Om die reden is nu in het regeerakkoord opgenomen dat de waterschapsbesturen voortaan indirect worden gekozen en wel door de gemeenteraden.
Of dit een goede oplossing is, moet ernstig worden betwijfeld. Het zou wel eens zo kunnen zijn dat die indirecte verkiezing nog veel meer problemen geeft dan een directe verkiezing. Omdat alle gemeenteraden meedoen aan deze indirecte verkiezing moet via stemwaardes het onderlinge gewicht worden vastgesteld.
Bij de verkiezing van de Eerste Kamer hebben provincies met het grootste aantal inwoners een zeven keer zwaardere stem dan dunbevolkte provincies. Bij de indirecte verkiezing van de waterschappen zijn die verschillen in stemwaardes nog vele malen groter en wel in een verhouding van ongeveer 1 tot 100. Een gemeente met 10.000 inwoners heeft dan een stemwaarde van 1 en de gemeente met een miljoen inwoners een stemwaarde van 100, de rest zit daar tussenin. Bij deze bandbreedtes is de kans zeer aanzienlijk dat het netwerk van partij-instructies nog vele malen groter zal worden dan bij de senaatsverkiezing. Het voeren van regie over deze verkiezing vanuit de partijkantoren vergt een nog veel intensievere activiteit. De onoverzichtelijkheid is vele malen groter en vanwege de grote bandbreedtes zijn manipulatieve acties aanzienlijk kansrijker.
Een gevolg van dit stelsel is ook dat de waterschapsbesturen in beginsel worden gekozen door de gemeenteraden van de grotere gemeenten, de stem van de kleinere gemeenteraden op het platteland is te verwaarlozen, want deze kan gemakkelijk worden overstemd op basis van afspraken en/of instructies van vertegenwoordigers uit de grote raden. Dat de opkomst voor de raadsverkiezing op het platteland vaak hoger is dan in de grotere gemeenten wordt bij deze indirecte verkiezing niet verdisconteerd.
Er is vervolgens een kans op aanzienlijke belangenverstrengeling. De laatste tijd hebben de gemeenten een steeds groter belang bij de besluiten van de waterschapsbesturen, vooral in de ruimtelijke sfeer. Als de waterschapsbesturen straks door de gemeenteraden worden samengesteld zijn er mogelijkheden om ook langs die weg het gemeentelijke belang te bevorderen. Door vanuit de grotere gemeenten ‘zetbazen’- bijvoorbeeld niet-gekozen raadsleden - in de waterschapsbesturen neer te zetten, kan ook beleidsinhoudelijk vanuit deze raden het waterschap in zekere zin worden aangestuurd. De lijstopvolgers hebben immers een belang bij een volgende kandidering voor de raadsverkiezing en kunnen zo mooi aan een ‘touwtje’ worden gehouden, waardoor de zelfstandige besluitvorming in het waterschap kan worden gemanipuleerd. Met andere woorden: een indirecte verkiezing van de waterschapsbesturen door de gemeenteraden kent tal van voetangels en klemmen.
De nieuwe verkiezingswijze is bedoeld om de problemen van de directe verkiezingsmethode op te heffen. Nu deze indirecte verkiezing echter een speeltje gaat worden van de grote politieke groeperingen in met name de grote gemeenten is de kans aanzienlijk dat de problemen daardoor eerder groter dan kleiner worden.
Koehandel dreigt ook bij waterschapsverkiezingen
In de NRC van zaterdag 21 mei j.l. zegt premier Mark Rutte dat hij het systeem waarmee de Eerste Kamer wordt gekozen “redelijk bizar” en “uiterst merkwaardig” vindt. Een andere methode zou beter zijn, maar welke weet hij niet.
Wie vindt dat het systeem van de Eerste Kamerverkiezingen ‘redelijk bizar’ is, moet voor de lol ook eens kijken naar het nieuwe plan voor de waterschapsverkiezingen dat zojuist door het kabinet van diezelfde Rutte op tafel is gelegd. Daarin wordt het bestaande systeem van directe verkiezingen vervangen door een bijzonder ondoorzichtig systeem van getrapte verkiezingen.
De waterschapsverkiezingen vormen al jaren een probleem. De kiezers lopen er niet echt warm voor. Toen de verkiezingen in 2007 werden vrijgegeven voor campagnevoerdende partijen, bleef de opkomst steken op 26%. Dat is laag maar zolang de waterschappen hun eigen belastingen aan de inwoners op mogen leggen, moeten diezelfde inwoners ook het recht hebben om invloed uit te oefenen op wat er met dat geld gebeurt. Dat hoort bij onze democratie: no taxation without representation.
Het in het bestuursakkoord door het kabinet Rutte voorgestelde systeem is voor kiezers zo transparant als de voorruit van een kleine personenauto gevuld met een roedel kwijlende rottweilers. Ruim 9500 gemeenteraadsleden, vertegenwoordigers van honderden verschillende partijen, moeten straks de gepolitiseerde besturen van 25 waterschappen gaan kiezen. Dat kan niet anders plaatsvinden dan via het soort koehandel waarvan we de afgelopen dagen getuige zijn geweest.
Dit “uiterst merkwaardige” systeem staat in mijn beleving dan ook heel ver af van het idee dat burgers invloed moeten kunnen uitoefenen op de besteding van het door hen opgebrachte belastinggeld.
Kabinet, pas de onlangs ingediende wet op dit punt aan. En leden van de Tweede en Eerste Kamer, ga niet akkoord met de invoering van een ongewenst verkiezingsstelsel.
Herbert-Jan Hiep is lid van het landelijk bestuur van Water Natuurlijk, de grootste waterschapspartij van Nederland.