Burgemeester ‘schopt’ verdienmodel pandjesbazen onderuit
In Oudenbosch krijgen kloosters een andere bestemming, de omgeving wordt opgepoetst. Burgemeester Roks staakt het gedogen van verpaupering.
Achter een goddelijke neobarokke façade gaan in Oudenbosch verpaupering en drugscriminaliteit schuil. Burgemeester Bernd Roks ziet het als zijn missie om de verloedering uit het West-Brabantse dorp te verdrijven en het religieus erfgoed in zijn oude luister te herstellen.
Stadse problemen
Hoe bestaat het, hier in Oudenbosch (gemeente Halderberge): een kolossale kopie van de Sint-Pieter met de voorgevel van de Romeinse basiliek Sint-Jan van Lateranen. En aan de overkant van de straat de neobarokke kapel van Saint Louis. Hoe bestaat het, vroeg burgemeester Bernd Roks (46) zich een paar straten verderop af, dat we de verloedering van Oudenbosch zo lang hebben geduld? Twee werkelijkheden in West-Brabant: een fabelachtige façade en een verpauperd dorp. Roks: ‘In dit deel van Brabant wil de eerste aanblik weleens bedriegen. Oudenbosch lijkt een idyllisch plattelandsdorp, maar er zit een duistere laag onder met stadse problemen. Die laag moet verdwijnen. Na jaren van verwaarlozing maken we daar nu werk van en geven we het religieus erfgoed zijn glans terug.’
Verkamering
Oudenbosch is volgens hem de afgelopen dertig jaar serieus in verval geraakt, wat veel te maken heeft met de neergang van het religieus erfgoed. ‘De nonnen en de paters verdwenen en er zijn mensen aan de onderkant van de markt neergestreken die niets met Oudenbosch hadden. Er werden huisjes opgekocht en verkamerd door pandjesbazen die zes mensen in een huis stopten; keer vierhonderd euro cash voor twaalf vierkante meter. De huisjesmelkerij zorgde voor verloedering en ook nog eens voor veel overlast binnen het criminele circuit. Als je eenmaal de spiraal naar beneden hebt gevonden, dan gaat het snel.’
Kwaliteit terug
En de gemeente heeft het zo’n beetje laten gebeuren. Ze verhuist haar burelen in 2009 bijvoorbeeld van het klooster Sint Anna naar de Parklaan en laat het klooster aan zijn lot over. In wat tot 2012 hotel Tivoli was, en daarvoor een neogotische broederhuis, bivakkeren al meer dan tien jaar, met goedvinden van de gemeente, ‘tijdelijk’ arbeidsmigranten. Roks: ‘Op één van de mooiste plekken in Oudenbosch zitten 130 arbeidsmigranten. Je wilt niet dat die dronken over straat zwalken. Ik heb de ondernemer een last onder dwangsom gestuurd. Er komt een einde aan het gedogen. Hij kan aan de rand van de kern van Oudenbosch een mooie accommodatie bouwen. Ik wil daar wel wat voor terug. Zijn huizen met daarin arbeidsmigranten worden allemaal verkocht aan starters. En het hotel wordt weer een hotel. De kwaliteit moet omhoog en die is nu nog te laag, ondanks het DNA van Oudenbosch.’
Huisjesmelken
De verpaupering is volgens hem in de loop van tientallen jaren ‘van buiten naar binnen gedrongen en die moeten we er nu van binnen naar buiten uitdrukken.’ Dat betekent – om te beginnen – het religieus erfgoed een zinvolle bestemming geven én het gebied eromheen oppoetsen, straten onaantrekkelijker maken voor pandjesbazen. Nóg onaantrekkelijker, want de gemeente heeft het huisjesmelken al aan banden gelegd. In 2021 nam de gemeenteraad een verordening aan dat huiseigenaren maar twee huurders in een woning mogen hebben. Roks: ‘We hebben een tweetrapsraket ontwikkeld: ik schop het perverse verdienmodel onderuit en de wethouder gaat met gebiedsontwikkeling aan de slag.’
Tumult
De panden die al voor 2021 werden uitgemolken, vallen niet onder deze verordening. Twee daarvan waren hem al langer een doorn in het oog. Daar was het altijd hetzelfde liedje: overlast, drugs, steekpartijen. Roks: ‘Toen er afgelopen zomer acht politieauto’s in de straat stonden en een politiehelikopter boven Oudenbosch hing, had ik de optelsom snel gemaakt. Tumult, kabaal – nu is het afgelopen. Ik ben vertrouwelijk met de gemeenteraad en het college om de tafel gaan zitten.’
Imagoschade
Hij kreeg het mandaat om de problemen op te lossen. ‘Samen met de adviseur openbare orde en veiligheid heb ik de eigenaar van die panden gesproken. Zo’n pandjesbaas verdient heel gemakkelijk zijn geld en wil dat blijven doen. Dat kan zolang hij onder de radar blijft. Dus ga je met boa’s langs, bel je af en toe op, nodig je hem uit op gemeentehuis. Betaal jij wel belasting? Ik heb in maart een pand gekocht voor 216.500 euro en het andere voor 217.500. We hebben ze voor 195.000 per stuk doorverkocht aan starters. Als je die 50.000 euro verlies afzet tegen de kosten die we al die jaren hebben gemaakt en de imagoschade die we hebben geleden, dan is dat echt kleingeld.’
Lees het volledige interview in Binnenlands Bestuur nr. 10 van deze week. (inlog)
Reacties: 1
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.