Advertentie

Structuur moet sluitstuk samenwerking zijn

Om regionale samenwerking vlot te trekken, moet er een gezamenlijk besef dat niets doen geen optie is. De allergrootste valkuil is de focus op het instrument waarbinnen de samenwerking moet worden geregeld. Dat stelt hoogleraar Innovatie en Regionaal Bestuur Marcel Boogers in een interview met Binnenlands Bestuur.

12 oktober 2013

Regionale samenwerking komt vaak moeizaam van de grond. Hoogleraar Innovatie en Regionaal Bestuur Marcel Boogers geeft met de do’s en dont’s in Binnenlandse Bestuur een sneak preview van zijn oratie aan de Universiteit Twente.

Bar weinig

‘Regionale samenwerking is vaak een hoop zuchten en steunen, duwen en trekken’, stelt Boogers. Na vele maanden van overleg wordt uiteindelijk besloten om als gemeenten samen te werken op bijvoorbeeld het gebied van dienstverlening en bedrijfsvoering. ‘Vaak wordt die samenwerking beklonken met warme bewoordingen. Maar als je een paar jaar later terugkomt, is er bar weinig van terechtgekomen.’

 

Economische opstelling

Dat kan diverse oorzaken hebben. Een opgestapte gemeentesecretaris, een dwarsliggende gemeenteraad, maar ook ict-systemen die ‘echt niet’ met elkaar communiceren. ‘Vaak zie je dat gemeenten zich economisch opstellen, altijd kijken naar what’s in it for me en zich als inkoopgemeente gedragen. De vraag hoe met elkaar kan worden samengewerkt, staat minder voorop.’

 

Geen ontkomen aan

Toch ontkomen gemeenten er niet aan. De regio wordt steeds belangrijker, benadrukt Boogers. ‘Je ziet dat het dé plek wordt waar het de komende tijd gaat gebeuren.’ Naast de drie decentralisaties werk, jeugd en maatschappelijke ondersteuning zijn er belangrijke vraagstukken als wonen en economische en demografische ontwikkelingen die op regionaal niveau liggen en waar op korte termijn echt iets mee moet gebeuren.

 

Strategische doelen

‘Om regionale samenwerking vlot te trekken, moet er een sense of urgency zijn; een gezamenlijk besef dat niets doen geen optie is. Daarnaast is een strategie van belang die energie mobiliseert, zodat mensen aan de verwezenlijking ervan willen bijdragen. Het bestuur moet in staat zijn die strategische doelen te realiseren en er dient een maatschappelijke structuur te zijn, de levende werkelijkheid.’ Daarmee bedoelt Boogers een maatschappelijke structuur van bedrijven, onderwijsinstellingen en maatschappelijke organisaties. ‘Als die drie met elkaar samenvallen, dan komt er wat op gang. Zo niet, dan wordt het lastig.’

 

Valkuil

De allergrootste valkuil is volgens Boogers de focus op de structuur, het instrument waarbinnen de samenwerking moet worden geregeld. ‘Je ziet nu dat het vaak het beginstuk is, maar het zou eigenlijk het sluitstuk moeten zijn. We beginnen altijd over taken, bevoegdheden en een regionale bestuursstructuur. Zo’n discussie verzandt al snel en alle energie vloeit weg. Waar het wél om gaat, is wat we gezamenlijk willen bereiken, met wie en hoe. En daar horen niet alleen bestuurders bij, maar ook bedrijven en kennisinstellingen. Als de discussie daarover gaat − en dat gebeurt helaas nog veel te weinig − dan zie je dat er ineens wél iets van de grond kan komen.’ Die bestuurlijke structuur doet er wel toe, maar moet als sluitstuk in de discussie worden gezien. Er is wat dat betreft een omslag in denken nodig, betoogt Boogers.

 

Lees het hele interview met Marcel Boogers in BB nr. 20

Reacties: 1

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Piter Holwerda / Commercieel directeur
Boogert maakt niet de juiste analyse (gemeenten willen helemaal niet samenwerken) en trapt open deuren in (structuur moet het sluitstuk zijn).

De maatschappelijk structuur waar Boogers over rept is er al heel lang, daar is Nederland juist groot en welvarend door geworden. De gemeente speelt echter geen rol van betekenis meer in die structuur omdat ze zichzelf buiten spel hebben geplaatst. Overigens worstelt ook het onderwijs, waar ook Boogers onderdeel van is, om weer aansluiting te vinden op het maatschappelijk krachtenveld. Ondeskundige managers, budget denken, teveel juristen en het ontbreken van een duidelijke missie (intrinsiek drive) liggen aan dit probleem te grondslag. De legitimiteit (van gemeenten, hogescholen en deels van universiteiten) moet hoognodig opnieuw gedefinieerd worden. (Voor Provincies is dat te laat, houdbaarheidsdatum verstreken) Wanneer dat goed gebeurt, is de hele regionalisatie waar Boogers zo hoog van opgeeft helemaal niet nodig. Kwaliteit komt van binnenuit en dan komt het grote gelijk van Boogers: Stel vast wat je (samen met wie) wilt bereiken en er komt beweging. Dat het wel gaat lukken door opschaling is een grote misvatting. Gemeente: maak werk van uw kwaliteit!
Advertentie