Nederlanders: meer zorgen om klimaat dan inflatie
Europese stemmers en niet-stemmers hebben dezelfde zorg: de kosten levensonderhoud, zo blijkt uit Europees kiezersonderzoek.
Zorgen om het klimaat en milieu, migratie en asiel, democratie en defensie waren voor Nederlanders de belangrijkste redenen om te gaan stemmen bij de Europese verkiezingen van juni 2024. In andere EU-landen waren dat de kosten voor levensonderhoud.
Economische situatie
Dat blijkt uit de EU Post-Electoral Survey 2024 van het Europees Parlement. De grootste zorg van de stemgerechtigden betrof de kosten van het levensonderhoud. 42 procent van de stemmers zegt dat die kosten en de economische situatie (41 procent) de belangrijkste reden waren om naar de stembus te gaan. De kosten van het levensonderhoud zijn ook gestegen in 2022 en 2023. Het CBS geeft voor Nederland over 2022 een inflatiepercentage van 10 procent en voor 2023 een verhoudingsgewijs nog steeds forse 3,8 procent. In de EU zijn die percentages ongeveer hetzelfde.
Prioriteit
De voorzitter van het Europees Parlement zegt dat het parlement de zorgen van de burgers serieus neemt: ‘Afgelopen juni hebben mensen in heel Europa hun stem laten horen, toen we de hoogste opkomst in 30 jaar zagen bij de verkiezingen voor het Europees Parlement. Zij gaven ons een mandaat om te handelen, om antwoorden en oplossingen te bieden en om een positief verschil te maken in hun dagelijks leven. Wij zullen onze beloften waarmaken. De komende weken zal het Europees Parlement de nieuwe Europese Commissie verzoeken ervoor te zorgen dat zij die kwesties aanpakt die voor de mensen prioriteit hebben: de kosten van levensonderhoud, de toestand van onze economie, democratie, de rechtsstaat, migratie en veiligheid.’
Werklozen
De opkomst bij de Europese Verkiezingen (46 procent) was naar Nederlandse maatstaven hoog. Het grootst was die bij 55-plussers. Daarvan ging 58 procent stemmen. Gepensioneerden gingen nog niet iets meer. Dan volgen witte-boorden werknemers met 57 procent en managers met 47 procent.
Het laagst was de opkomst bij werklozen. Nog geen kwart van hen bracht een stem uit. Dan volgen personen zonder bezigheden buitenshuis, waarvan ruim een derde ging stemmen. Ook arbeiders die met hun handen werken, gingen in minderheid stemmen, met 36 procent.
Thuisblijvers
De thuisblijvers – die dezelfde zorgen delen als de stemmers – mochten maximaal drie vakjes aankruisen waarom er niet is gestemd. De belangrijkste reden niet te gaan is dat mensen te druk waren of aan het werk. Vakantie is de tweede reden. En dan pas komen de redenen om overtuigd niet te gaan stemmen: wantrouwen in de politiek in het algemeen en gebrek aan interesse in Europese politiek staan in Nederland op plek nummer drie en vier.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.