Advertentie
bestuur en organisatie / Achtergrond

Na de val

Dat het een hard vak is, wisten ze allemaal. Toch kwam de afrekening voor de meesten hard aan. Zo ben je wethouder, in het centrum van de macht. Zo ben je niks meer. Hoe komen gevallen wethouders over het verlies heen? ‘Je gaat door een rouwproces.’

08 januari 2010

‘Natuurlijk beland je in een zwart gat.’ Hoewel Tjeerd Herrema (PvdA) op 19 februari 2009 zelf zijn conclusies trok en aftrad als wethouder van Amsterdam, is 2009 ook hem niet in de koude kleren gaan zitten. ‘Ik was op een hogesnelheidstrein gestapt en sprong er opeens uit. Waar was ik? Van het ene op het andere moment ben je uit het centrum van de politieke macht geslingerd. De dynamiek die daar heerst, ben je opeens kwijt. Dat is niet gemakkelijk.’

 

Voor Ben de Vries (VVD), oud-wethouder van Pijnacker-Nootdorp, kwam zijn gedwongen aftreden op 12 januari 2009 als een mokerslag. ‘Van de eerste maanden na mijn vertrek weet ik vrijwel niets meer. Alleen dankzij mijn agenda kan ik terugzien wat ik zoal heb gedaan in die periode. Het is een diepe put waarin je belandt.’ Tymon de Weger (ChristenUnie), gewezen wethouder van Utrecht, zegt niet in een zwart gat te zijn beland nadat hij op 28 maart zijn biezen kon pakken. Maar de manier waarop dat ging, kwalificeert hij wel als ‘onmenselijk’. ‘Zo behoor je als werkgever – de gemeenteraad – niet met mensen om te gaan.’

 

Alleen Tilly Zwartepoorte (VVD), tot 1 juni 2009 wethouder van Voorburg, heeft nergens last van. ‘Ik heb veel geleerd en veel bereikt’, zegt Zwartepoorte. Toen de minnen het van de plussen wonnen, ben ik opgestapt. Daarna heb ik hartverwarmend afscheid genomen. Ik kijk met plezier terug op mijn wethouderschap.’

 

Allen zeggen hun afscheid wel te hebben zien aankomen. ‘Dingen bouwen op’, constateert Zwartepoorte. ‘Er kwam een moment dat ik meerdere keren per week thuiskwam met een gatverdamme-gevoel. Dan weet je dat het tijd is om de balans op te maken.’ Herrema wist bij zijn aantreden al dat hij grote risico’s liep. ‘Dat heb ik destijds ook tegen Lodewijk Asscher (nu wethouder, destijds fractievoorzitter van de PvdA) gezegd: houd er rekening mee dat ik met dit dossier de kans loop dat ik de eindstreep niet haal.’

 

De Vries zegt dat hem al vrij snel duidelijk werd dat er van alles speelde, ‘vooral onderhuids’. ‘Veel persoonlijke kwesties uit het verleden en van binnen het vertrouwde politieke circuit. Ik behoorde niet tot de vertrouwde bestuurlijke elite en verstoorde het wereldje een beetje. Dan weet je dat het zomaar gebeurd kan zijn.’ Het moment zelf kwam wel abrupt. ‘Tijdens de raad kreeg ik één minuut het woord. Daarna werd een motie van wantrouwen aangenomen en kon ik vertrekken. Ik voelde een enorme onmacht. Je kunt je niet verdedigen.’

 

De Weger was twaalf jaar raadslid in Enschede, ook ten tijde van de vuurwerkramp, en daarna wethouder in dezelfde gemeente. Hij heeft het drama van het vertrek zich meerdere malen zien voltrekken. ‘Ik had er bij mijn komst naar Utrecht al rekening mee gehouden dat dit, met zo’n lastige portefeuille, kon gebeuren. Dus toen GroenLinks uit het Utrechtse college stapte en de coalitie de steun had van een minderheid in de raad, wist ik wel dat er koppen moesten rollen. Omdat de raad al een tijdje bezig was om mij het functioneren moeilijker te maken, voelde ik wel aan dat er een motie van wantrouwen in de lucht hing.’

 

Hoewel elke vertrokken wethouder het verlies op zijn of haar eigen manier verwerkt, is er wel een patroon te ontdekken. Eerst afstand nemen, dan de vraag of het ook anders had kunnen lopen en vervolgens de stap naar een nieuwe fase in het leven. Herrema ging in de eerste maanden uitslapen, klussen in huis en de banden met zijn zwaar verwaarloosde vrienden- en familiekring aanhalen. De Vries las een oud studieboek over ‘de psychologie van rouwverwerking’, ging fietsen, wandelen en deed achterstallige klussen.

 

De Weger ging met vakantie, deed eveneens huiselijke klusjes en maakte een familiestamboom. Hij had al wel bedacht hoe hij een ‘cold turkey’ kon vermijden. ‘Ik wist dat ik niet van het ene op het andere moment moest verdwijnen. Daar kun je depressief van worden. Direct na mijn aftreden ben ik daarom mijn partij gaan helpen zoeken naar een vervanger. In plaats van te zitten treuren, was ik reparerend bezig. Dat heeft me goed gedaan. Het was om de eerste klap op te vangen.’

 

Onvermijdelijk

 

Na de eerste klap volgt de analyse: wat is er precies gebeurd? Had het anders gekund? ‘Natuurlijk komen die vragen’, zegt De Weger. ‘Achteraf had ik dingen misschien anders kunnen doen. Maar ik ben ervan overtuigd dat het de oppositie niet echt had tegengehouden.’

 

Herrema, die opstapte nadat een nieuwe overschrijding van het budget voor de Noord-Zuidlijn aan het licht kwam, had achteraf gezien graag in een eerder stadium een externe commissie gehad om het gehele project door te lichten. Die commissie kwam er (commissie-Veerman), maar pas na zijn vertrek. ‘Eerder had ook niet gekund’, vindt Herrema. ‘Bij mijn aantreden lag er net een onderzoeksrapport van de commissie-Sorgdrager, ingesteld op initiatief van de raad. Ik had moeilijk tegen de raad kunnen zeggen: “leuk jullie onderzoek, maar als college gaan wij ons eigen onderzoek doen”. Dan was mijn verhouding met de raad meteen in een ander daglicht komen te staan.’

 

Herrema denkt dat hij zijn vertrek had kunnen voorkomen, maar wilde dat niet. ‘De raad was blij eindelijk een wethouder te treffen die realistisch naar het project keek en die verantwoordelijkheid nam. Ik wilde dat van mijn aftreden een politiek zuiverende werking uitging. Iemand moet verantwoordelijkheid nemen voor een lang proces van fouten, dat de geloofwaardigheid van politiek en bestuur aantast.’

 

De vraag is of wethouders niet beter voorbereid moeten zijn op een voortijdig vertrek. Uit onderzoek van maart van het afgelopen jaar blijkt dat wethouders daar nauwelijks mee bezig zijn. Zwartepoorte meent dat wethouders realistischer naar hun positie moeten kijken. Dat voorkomt ‘de klap’. ‘Ik zie heel veel gedreven wethouders en je hoort mij niet zeggen dat het een stelletje egotrippers is. Maar het besef dat de macht aan het ambt kleeft en niet aan de persoon, dat verliest menigeen uit het oog. Met een afrekening houden ze nauwelijks rekening.’

 

Daarnaast denkt Zwartepoorte dat meer wethouders aan intervisie zouden moeten doen. ‘Het is een eenzaam vak. Je hebt maar weinig mogelijkheden om in een veilige omgeving met iemand te sparren. Intervisie met collega’s uit andere gemeenten kan een goede manier zijn om met beide benen op de grond te blijven.’

 

Herrema vindt dat gemeenten verplicht moeten worden om iets te doen aan de employability van wethouders. ‘Ik vind dat wethouders recht hebben op loopbaanbegeleiding’, zegt Herrema. ‘Doordat die ontbreekt, beperk je de potentiële kring van bestuurders tot mensen die vaak al voor de overheid werken en een terugkeerregeling hebben. Dat leidt tot een tamelijk incestueus circuit van ambtenaren die wethouder worden en vice versa.’

 

Waarschuwingen

 

De Weger denkt dat geïnvesteerd moet worden in het voorkomen van (gedwongen) uitstroom. ‘Ik heb in het bedrijfsleven gewerkt en daar gaat men behoorlijk zorgvuldig om met ontslag. Je moet een goed dossier opbouwen voordat iemand wegens disfunctioneren de laan kan worden uitgestuurd. Zoiets behoort er ook voor wethouders te zijn’, stelt De Weger. ‘Ik had hier wel functioneringsgesprekken met het bestuur van mijn lokale partijafdeling, maar niet met de raad. Dat zou wel moeten. In gesprekken met een vertrouwelijke commissie kan de verhouding met de raad aan de orde komen en kan de raad eventuele tekortkomingen of irritaties uitspreken. Ik vind dat een wethouder op die manier een aantal waarschuwingen moet kunnen krijgen. Nu vindt er direct een afrekening plaats.’

 

Tegelijkertijd vindt De Weger dat raadsleden zich moeten realiseren wat het doel is van het heenzenden van wethouders. ‘De bedoeling is dat de overheid er beter van gaat functioneren. Eerst onderzoekt de raad wat de oorzaken van het falen zijn, daarna volgt de zweepslag van de democratie: de verantwoordelijke vertrekt om het apparaat beter te laten functioneren. Dit besef lijkt zoek. Het wegsturen van wethouders is een politieke afrekening geworden, in plaats van een poging om van gemaakte fouten te leren. Gevolg is juist dat het ambtelijk apparaat verkrampt raakt en niet begrijpt waar de raad mee bezig is.’

 

Tilly Zwartepoorte

 

Tilly Zwartepoorte (VVD) was directeur Klimaatverandering en Industrie bij het ministerie van VROM toen ze in 2004 tussentijds werd gevraagd voor het wethouderschap in Voorburg. Op 1 mei 2009 diende ze haar ont- Tilly Zwart epoorte slag in, omdat ze zich niet meer kon vinden in de standpunten van haar eigen partij. Ze kon per 1 juni terugkeren bij het ministerie, waar ze momenteel werkt voor de directie Duurzaam Produceren.

 

Ben de Vries

 

Ben de Vries (VVD) zat 8 jaar in de raad van Nootdorp, verdween daarna 6 jaar uit beeld en keerde op 1 juli 2008 terug als wethouder. Zijn partij steunde een motie van wantrouwen tegen CDA-wethouder Van de Kraan, die verantwoordelijk werd gehouden voor het verlies van 12 miljoen euro aan de IJslandse bank Landsbanki. De motie haalde het net niet, waarna niet Van de Kraan maar De Vries uit het college werd gewipt. De oud-wethouder werkt nu één dag per week voor een ICT-bedrijf en bereidt zijn terugkeer in de politiek voor.

 

Tjeerd Herrema

 

Tjeerd Herrema (PvdA) was eerder bestuurder in het Amsterdamse stadsdeel Zeeburg en werd in 2006 wethouder Verkeer en Vervoer. Hij bood in februari zijn ontslag aan, nadat een overschrijding van 290 miljoen euro op de aanleg van de Noord-Zuidlijn bekend werd. Het was de zoveelste tegenslag, die voor Herrema de deur dichtdeed. Herrema werkt als zelfstandige drie dagen per week voor het ministerie van Economische Zaken. Daarnaast is hij onder meer commissaris bij woningcorporatie Rochdale.

 

Tymon de Weger

 

Tymon de Weger (ChristenUnie) zat 12 jaar in de raad van Enschede en was 4 jaar wethouder in dezelfde stad. In 2006 werd hij verkeerswethouder van Utrecht. Zijn Actieplan Luchtkwaliteit leidde tot het vertrek van twee GroenLinks-wethouders. Daarna stemde de oppositie, versterkt door Groen-Links, De Weger weg. Hij zou te hard van stapel zijn gelopen met zijn Actieplan Luchtkwaliteit, door er mee naar minister Cramer te gaan voordat de raad zich kon uitspreken. Het Actieplan werd op 3 december alsnog door de raad aangenomen. De Weger is nu wethouder in Breukelen.

 

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie