Muurvaste bestuurlijke verhoudingen
In VNG Magazine van 18 april schrijft collega Hans Engels over het fenomeen van de gemeentelijke schaal. Na een overzicht van de vroegere ontwikkelingen eindigt de bijdrage met een opmerkelijke uitsmijter waarin een grotere helderheid van het openbaar bestuur wordt bepleit.
Engels bepleit enerzijds een ingrijpende herijking van de taakverdeling tussen gemeenten en provincies, maar hekelt anderzijds een differentiatie van taken tussen gemeenten. Zijn slotzin: 'Het vanuit een soort romantisch escapisme accepteren van twee soorten lokaal bestuur (grotere gemeenten met een volledig takenpakket en kleine gemeenten met beperkte bevoegdheden binnen historisch-culturele grenzen) is de doodsteek voor het lokaal bestuur.'
Waar die doodsteek precies uit bestaat wordt verder in het midden gelaten en dat is misschien ook wel logisch omdat de stelling in geen enkel opzicht hard kan worden gemaakt. Engels verzet zich in zijn bijdrage terecht tegen de wildgroei en de bestuurlijke drukte op het bovenlokale niveau. De territoriale grenzen van de regionale en bovenlokale verbanden zijn dichter dan het Nederlandse wegennet. De onoverzichtelijkheid neemt sterk toe en de politieke controleerbaarheid is ver te zoeken. Er moet eerst waarschijnlijk een ramp of een groot ongeluk ontstaan voordat de actualiteit van deze oncontroleerbaarheid voldoende wordt ingezien.
Er is derhalve alle reden over te gaan tot een herschikking van taken en schalen met als doel het grotendeels opruimen van deze regionale en bovenlokale bestuursnetwerken. Er zijn verschillende methoden om een dergelijke operatie succesvol uit te voeren. Engels bepleit daarbij handhaving van de uniformiteit van provinciaal en lokaal bestuur, grootschalige gemeentelijke herindeling en een herijking van de taken tussen gemeenten en provincie.
De gemeenten - ook de grote - zouden veel taken, bijvoorbeeld ruimtelijke en economische, aan de provincies moeten overdragen. De lokale overheid zou zich moeten concentreren op de sociaal-culturele infrastructuur: sociaal beleid, zorg, onderwijs, cultuur en welzijn. Een dergelijke aanpak is echter hopeloos ouderwets, talrijke keren eerder geprobeerd en dus gedoemd om te mislukken. Een echte verbetering van het binnenlands bestuur kan alleen succesvol zijn indien het principe van uniformiteit wordt losgelaten. Er is geen enkel land in Europa meer waar de bevoegdheden van de grote stedelijke agglomeraties identiek zijn aan die van de kleinere bestuursgemeenschappen.
Ook in ons land is dat al jaren feitelijk niet meer het geval. Ondanks die feitelijke differentiatie wordt modelmatig met een grote krampachtigheid vastgehouden aan gelijkheid in formele taakstellingen. Als een ingewikkelde zorgtaak wordt gedecentraliseerd, dan moet dat naar alle gemeenten, terwijl men vantevoren weet dat die kleine gemeenten die nieuwe taak niet per se goed kunnen uitvoeren omdat het water hen al tijden aan de lippen staat.
Wat voor de gemeenten geldt, raakt ook de provincies. De reorganisatie van het binnenlands bestuur stagneert bij voortduring omdat alle provincies in één mal moeten worden geperst. De verhouding tussen de provincies in het westen van het land en de grote stedelijke gemeenten is echter wezenlijk anders dan de verhouding tussen provincie en gemeente in de rest van het land.
Wie krampachtig vast houdt aan provinciale en gemeentelijke uniformiteit naar taak zal nooit een goede stap kunnen zetten en de reorganisatie van het binnenlands bestuur blijft dan een drama in vele bedrijven. In talrijke Europese landen heeft men op basis van moderne bedrijfskundige en bestuurskundige inzichten een adequate verhouding weten te realiseren tussen schaal en taak en daarmee de kwaliteit van het openbaar bestuur versterkt.
De Nederlandse discussie kenmerkt zich echter door een grote starheid op het punt van de uniformiteit, waardoor het hele geval muurvast zit.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.