Advertentie
bestuur en organisatie / Achtergrond

‘Minister verzwakt positie rekenkamers’

Het weren van raadsleden uit lokale rekenkamers, zoals minister Ollongren van Binnenlandse Zaken wettelijk wil regelen, stuit op verzet. ‘Er is geen duidelijke aanwijzing dat onafhankelijke rekenkamers kritischer zijn.’ 

06 juli 2018
kritisch.jpg

Kritische reacties op wetsvoorstel Ollongren

De wetswijziging is in de ogen van Ollongren een noodzakelijke voorwaarde voor gedegen rekenkameronderzoek in elke gemeente ter ondersteuning van de gemeenteraad. Behalve dat de onderzoeksbevoegdheden van rekenkamers ermee worden uitgebreid, wil de minister alleen nog onafhankelijke rekenkamers toestaan, dat wil zeggen zonder raadsleden erin. Dat moet de kwaliteit en professionaliteit van de rekenkameronderzoeken ten goede komen en het einde betekenen van rekenkamers die alleen op papier bestaan, maar nooit onderzoek doen. Dergelijke slaaprekenkamers bestaan tot ergernis van de minister in te veel gemeenten.

Schoffering
Interim-raadsgriffier Els Boers stelt in een reactie op het concept-wetsvoorstel van de D66-bewindsvrouw – dat tot 1 augustus ter consultatie voorligt – dat slechts enkele gemeenten niet voldoen en geen of een slapende rekenkamer( commissie) hebben. ‘Met het voorstel schoffeert de minister het overgrote deel van de gemeenten die het nu wel heeft georganiseerd en daar tevreden over is’, aldus Boers. Het voorstel zal volgens haar zeker niet bijdragen aan het bevorderen van rekenkameronderzoek. Bovendien is het niet in lijn met de vaak gehoorde wens om gemeenten juist meer zeggenschap te geven.

Raadsleden mogen wat de minister betreft straks alleen nog een adviserende rol hebben richting rekenkamers. ‘Het idee om een raadslid als adviseur toe te mogen voegen zal menig rekenkamer(commissie) frustreren, want bij elke vergadering een adviseur betekent zeker inmenging in wat de rekenkamer wil. Elke raad zal gebruik willen maken van deze mogelijkheid om zich er juist wel mee te mogen bemoeien’, aldus Boers. Sterker nog, vaste adviseurs zullen de rekenkamer volgens haar onder druk zetten. ‘Kortom, het is een wetsvoorstel dat de positie van rekenkamer(- commissie) eerder zal afzwakken dan versterken.’

NVRR
Boers stelt in haar reactie ook zeer teleurgesteld te zijn in de NVRR (Nederlandse Vereniging van Rekenkamers en Rekenkamercommissies) en Algemene Rekenkamer. Zij spraken zich eerder uit voor rekenkamers zonder raadsleden. Toch neemt Etienne Lemmens, bestuurslid van de NVRR, in een recent verschenen analyse over het rekenkameronderzoek naar het gronddossier Jo Palmen in Brunssum in feite afstand van dat standpunt. De uitkomst van dat Brunssumse onderzoek laat volgens Lemmens zien ‘dat een rekenkamercommissie met raadsleden heel goed in staat is de raad adequaat te bedienen met onafhankelijk onderzoek.’ In zijn ogen verdient de rekenkamercommissie een plek in het openbaar bestuur en niet achteloos aan de kant te worden geschoven.

Het onderzoek van de Brunssumse rekenkamercommissie toont volgens hem aan dat een met raadsleden bemenste rekenkamer heel goed in een politiek gevoelig dossier kan opereren. ‘De rekenkamercommissie is niet in de valkuil getrapt om uitspraken te doen over de integriteit, ook al daagden de media daartoe uit. Ook niet over de privaatrechtelijke kwestie, dat is aan de rechter. Daar hebben de leden elkaar in de rekenkamercommissie steeds scherp op gehouden.’ Het feit dat coalitie en oppositie in de rekenkamercommissie waren vertegenwoordigd, heeft er volgens hem wezenlijk aan bijgedragen dat het rapport werd gedragen.

‘Als argument tegen raadsleden in rekenkamercommissies wordt vaak naar voren gebracht dat ‘een slager niet zijn eigen vlees moet keuren’ en dat raadsleden hiermee de politiek in een onafhankelijk gepositioneerd orgaan zouden brengen’, aldus de penningmeester van de NVRR. ‘Uit geen enkel onderzoek of evaluatie over het functioneren van rekenkamer- (commissies) blijkt dat de effectiviteit van rekenkamers met en zonder raadsleden verschilt.’

Gelet op het in zijn ogen ‘gewaardeerde en zinvolle’ onderzoek dat rekenkamercommissies opleveren, de ondersteuning die zij aan het lokale bestuurlijke bestel bieden, zou het een dwaling zijn de mogelijkheid van rekenkamercommissies met raadsleden uit de Gemeentewet te schrappen.

Switchen van vorm
Hans Oostendorp, directeur van het onderzoeks- en adviesbureau Necker van Naem, heeft veel ervaring met de oprichting van rekenkamers. Oostendorp is zelf directeur van de rekenkamer Heerhugowaard en voorzitter van de rekenkamercommissie Lingewaal. Juist de ruimte die de huidige wet gemeenten biedt om de rekenkamerfunctie naar eigen wens in te vullen, ziet hij als grote meerwaarde.

‘Dat maakt dat gemeenten een vorm kunnen kiezen die bij ze past. Het maakt het bijvoorbeeld ook mogelijk om, als daar behoefte aan is, te switchen van vorm. Een gemeentelijke rekenkamer moet lokaal effect hebben. Dan moet de wijze van organiseren ook een lokale keuze zijn’, zegt hij. Volgens fractievoorzitter Andy Rossel van de Limburgse Statenfractie van Groen- Links is de intentie van het wetsvoorstel misschien wel goed, maar blijft het toch ‘pure window dressing.’ Het zijn volgens hem immers de gemeenteraden en Provinciale Staten die deze wet moeten uitvoeren, maar tegelijkertijd houdt niemand er toezicht op en zijn er ook geen sancties bij het niet of onvoldoende naleven van die wet. ‘Dat is ook veelal de oorzaak dat rekenkameronderzoek in dusdanig veel gemeenten niet hoog op de agenda staat.

Naar mijn idee verandert ook deze wet daar helemaal niets aan’, aldus zijn input op de internetconsulatie. Er is volgens hem een aantal zaken relevant. Wordt een rekenkamer überhaupt ingesteld? Zijn er bekwame leden benoemd? Is er afdoende financieel budget om onafhankelijk te kunnen werken? Wordt er voldoende meegewerkt vanuit de te onderzoeken organisaties/ instellingen? En wat wordt er met de onderzoeken van de rekenkamer gedaan. Hij wijst de minister erop dat daar de echte oorzaken liggen waarom nu de Gemeentewet dan wel Provinciewet niet of onvoldoende wordt nageleefd.

Zijn suggestie is om direct te kijken of er een toezichtmodel kan worden ontwikkeld op naleving van rekenkameronderzoek op decentraal niveau. Provincies doen dat bijvoorbeeld al bij gemeenten voor de medebewindstaken of de financiële huishouding en het rijk doet dit weer bij provincies. Rossel: ‘Dat zou naar mijn idee nu ook direct geregeld moeten worden. Anders blijft de wet leuk op papier, maar kan de praktijk het gewoon aan de laars lappen.’

Regionale kranten
Nog verder gaat Hein Albeda, lid van de Denktank Democratisch Samenspel en winnaar van de essay Versterk de lokale democratie (VNG/Democratic Challenge). Op zich heeft hij wel een (lichte) voorkeur voor onafhankelijke rekenkamers, maar toch vreest Albeda met grote vreze dat het wetsvoorstel vooral een papieren oplossing is. Zijn stelling is dat gemeenten die nu het nut niet zien van een (onafhankelijke) rekenkamer, door de wetswijziging niet van gedachten zullen veranderen. In een dergelijke cultuur heeft het verplichten van een rekenkamer weinig zin. De interesse in de raad voor controle wordt er volgens hem niet door versterkt. ‘Het is een bekend gegeven dat een cultuur pas verandert met druk van buitenaf. Is de druk van de minister van Binnenlandse Zaken een goede prikkel om de cultuur te veranderen? De vraag stellen is hem beantwoorden. De onderzochte gemeenten hebben immers al gepoogd feitelijk aan de wet te voldoen, zonder hun gedrag te veranderen.’

Albeda denkt dat het een veel sterkere prikkel zou zijn als er druk komt vanuit de bevolking en de lokale media. Helaas ziet hij ook dat de lokale media zieltogend zijn en daardoor is het ook moeilijker om als gewone burger greep te krijgen op de vraag of de gemeente effectief en efficiënt met het geld omgaat. Zijn voorstel is om daar iets aan te doen. ‘Lokale media hebben momenteel moeite hun hoofd boven water te houden. Er is geen tijd voor onderzoek, waardoor ze noodgedwongen een doorgeefluik worden voor nieuwtjes uit B&W en mogelijk een actiegroep. Waarom zou de minister niet geld beschikbaar stellen aan lokale en regionale kranten om in die gemeenten waar geen actieve rekenkamer of rekenkamerfunctie is elk jaar onderzoek in te mogen huren ter grootte van 1 euro per inwoner van de gemeente. Een fonds zorgt voor de afhandeling van de aanvragen.

Het fonds zou bij de NVRR ondergebracht kunnen worden. Het gaat om een beperkt bedrag. Het hele wetsvoorstel is gericht op de 8 procent inactieve gemeenten, dus het gaat om hooguit 30 gemeenten, waarschijnlijk minder. Aangezien het hier vooral kleine gemeenten betreft gaat om hoogstens 300.000 euro per jaar in het eerste jaar, waarna snel alle inactieve gemeenten eieren voor hun geld zullen kiezen.’

Kritisch onderzoek
Het huidige wetsvoorstel kost volgens hem veel meer dan drie ton, aangezien gemeenten met een actieve rekenkamercommissie aan de slag moeten om hun organisatie te veranderen, een nieuwe verordening op te stellen en kandidaten te werven. Bovendien betwijfelt hij wat de winst is van onafhankelijke rekenkamers. ‘Er is geen duidelijke aanwijzing dat onafhankelijke rekenkamers kritischer zijn.

Het verschil zit hem vooral in de vraag of de gemeenteraad interesse heeft in kritisch onderzoek’, betoogt hij. ‘Het geld om goed functionerende rekenkamer commissies om te zetten in rekenkamers is weggegooid geld om die 8 procent van de gemeenten die niet actief is te veranderen.’ De lokale controle kan in zijn ogen alleen lokaal worden geactiveerd. ‘Dat kan door de pers daar waar geen actieve controle is te subsidiëren om die rol op te pakken.’ 

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie