Minister onderzoekt uitbreiding gemeenteraad en Staten
Het werk van lokale volksvertegenwoordigers zou lijden onder tijdgebrek. Onderzoek moet uitwijzen of uitbreiding verlichting kan bieden.
Niet alleen de Tweede Kamer, ook de gemeenteraad en de Provinciale Staten worden mogelijk groter. Demissionair minister van Binnenlandse Zaken Hanke Bruins Slot, inmiddels opgevolgd door Hugo de Jonge, laat onderzoeken of de omvang van de raad en de Staten ‘nog past bij de huidige taken en opgaven’. Het is onderdeel van een bredere aanpak om de lokale politiek te versterken.
Brandbrief
In juli stuurden de dagelijks besturen van de gemeenteraden van Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht al een brandbrief aan de minister van Binnenlandse Zaken. Volgens de grote steden staat de lokale democratie onder druk. Raadsleden houden geen tijd meer over voor persoonlijk contact met inwoners, terwijl dit voor het behouden of terugwinnen van vertrouwen juist belangrijk is, schreven zij. In een stad als Amsterdam is de verhouding één raadslid op meer dan 20.000 inwoners.
Betere arbeidsvoorwaarden, meer raadsleden en een fulltime raadslidmaatschap worden gesuggereerd als oplossing. Dat laatste ziet de minister niet zitten. Ze wijst in een Kamerbrief op het belang van een ‘lekenbestuur’. Iedereen moet het ambt van volksvertegenwoordiger kunnen vervullen. Dat raadsleden of Statenleden naast hun functie een andere baan hebben, zorgt er juist voor dat zij ‘goed zijn aangesloten op de samenleving’.
Werkdruk
Wat wel zou kunnen, is een uitbreiding van het aantal volksvertegenwoordigers. John Bijl, directeur van het Periklesinstituut, riep na de gemeenteraadsverkiezingen al op tot een verdubbeling van het aantal raadsleden. De minister laat nu onderzoeken of een uitbreiding van de gemeenteraad en de Provinciale Staten bijdraagt aan het verminderen van de werkdruk. Ook moet uit het onderzoek blijken of dit leidt tot verbetering van het functioneren, en of dit ‘de aantrekkelijkheid van het ambt’ vergroot. De minister zelf ziet zeker voordelen in het voorstel. ‘Grotere volksvertegenwoordigingen zijn doorgaans actiever, kunnen meer verbindingen leggen met de samenleving, het werk beter verdelen en daardoor beter controle uitoefenen’.
Toch kleven er volgens de minister ook risico’s aan een grotere raad of Staten. Bijvoorbeeld dat er nog meer fracties komen, wat betekent dat meer spreektijd nodig is en dat debatten langer worden. Daarnaast moeten de ‘financiële aspecten’ en de consequenties voor de ondersteuning van de volksvertegenwoordigers worden onderzocht. Het onderzoek, dat ook zal kijken naar de gevolgen voor de opkomst bij verkiezingen en de mogelijkheid om het aantal wethouders en gedeputeerden uit te breiden, is naar verwachting halverwege 2024 klaar.
Voorbeelden:
-besturen op hoofdlijnen (o.a. visie(s).
-besturen op inhoud en niet op de (politieke) persoon.
-het instellen van kiesdrempels (dus minder politieke partijen, minder woordvoerders, minder bureaucratie etc.
-minder bezig zijn met de waan van de dag (een enkele uitzondering daar gelaten loopt de afwikkeling van vragen grotendeels rechtstreeks via de ambtelijke organisaties).
-minder onnodig en vooral korter vergaderen.
-etc.