Minder overheid en vooral een andere
Minder Rijk, minder provincies en grotere gemeenten zijn nodig, stelt hoofddirecteur Ralph Pans van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. 'Als we niets doen, hebben we er straks in het Huis van Thorbecke elf veiligheidsregio’s of tien politieregio’s bij.'
In ruim honderd jaar is de omvang van de rijksoverheid meer dan verduizendvoudig. Was er oorspronkelijk op het ministerie van Binnenlandse Zaken een handvol ambtenaren die zich bezig hielden met landbouw of verkeer, sinds de afsplitsing van taken naar zelfstandige departementen zijn er vele duizenden Rijksambtenaren bij gekomen. ‘Een vijfde deel van onze beroepsbevolking is ambtenaar’, aldus Pans.
Er zijn te veel ambtenaren. Dat is een reden om in te grijpen in de organisatie van de overheid. Een tweede is, volgens Pans, de wildgroei in de bestuurlijke structuur. Oorspronkelijk, 150 jaar geleden, bestond het Huis van Thorbecke uit Rijk, provincie en gemeente. Tegenwoordig omvat dat huis bijvoorbeeld ook Europa, de wgr-gebieden, gemeentelijke samenwerkingsconstructies en programmaministers. ‘We hebben te veel overheid gemaakt en dat beperkt onze slagvaardigheid’, aldus Pans.
Drie lagen
De VNG-hoofddirecteur bepleit een reorganisatie die leidt tot drie hoofdlagen: een sterk Europa, een afgeslankte rijksoverheid die wordt gepositioneerd als middenbestuur en een nieuwe ordening van de decentrale overheden. Als het aan het bestuur van de VNG ligt wordt op het ledencongres van de gemeentekoepel op 8 juni de eerste stap gezet naar minder en grotere gemeenten. De achterban sprak zich vorige maand uit voor meer en intensieve regionale samenwerking.
Pans: ‘Het gaat er mij niet om dat we een blauwdruk moeten maken hoe de overheid er uit moet zien, maar er moet wel een doel zijn om naar te streven. Want als we niets doen, hebben we er straks in het Huis van Thorbecke ook nog eens elf veiligheidsregio’s of tien politieregio’s bij.’
Pans sprak zich voor een reorganisatie van de overheid uit bij de aanbieding in het VNG-gebouw van de bundel Voorbij de crisis, een nieuwe tijd vereist een andere overheid. In deze bundel stellen verschillende auteurs dat het herstructureren van de overheid en schaalvergroting, meer regels en controle juist niet de route is voor het oplossen van maatschappelijke problemen.
‘Blijf weg van blauwdrukken en structuren. Het loslaten van structuren geeft een grotere vrijheid van denken’, aldus auteur Rien Fraanje, senior adviseur van de Raad van Openbaar Bestuur. ‘De overheid heeft de neiging alle problemen op te tillen naar de top van de instituties, maar moet de problemen en de oplossingen ervan terugleggen bij de mensen’, aldus Martien Kromwijk, een van de essayisten, tevens voorzitter van de raad van bestuur van corporatie Woonbron.
De overheid zou daarom juist een ‘bondgenoot’ moeten zijn van zelfverantwoordelijke burgers, schrijft ChristenUnie-Kamerlid Roel Kuiper in de bundel. ‘Het streven om het aantal ambtenaren terug te dringen gaat alleen lukken als overheden hun beheerslogica herzien, minder gaan doen en de samenleving meer inschakelen. De samenleving moet weer een eigen rol gaan spelen. D
at is niet een noodgreep nu er bezuinigd moet worden of een ’secondbest’-oplossing, maar een principiële zaak. De publieke zaak is niet een zaak van overheden alleen, het is een zaak van burgers. We moeten een ontwikkeling inzetten om daar weer invulling aan te geven. Dat kan leiden tot een heel andere verhouding tussen overheid en samenleving, nieuwe vormen ook van actief burgerschap.’
Rien Fraanje & Jos van der Knaap (red.), Voorbij de crisis, een nieuwe tijd vereist een andere overheid, Uitg. Van Gennep, Amsterdam, ISBN 9789055157822.
Waarom niet één minister?
Met het verminderen van het aantal ministers maakt Nederland zich belachelijk, vindt oud-topambtenaar Roel Bekker. Bekker hekelt de drang van de politieke partijen in hun verkiezingsprogramma’s om het aantal ministers te verkleinen van gemiddeld zestien tot acht. ‘Waarom acht? Waarom niet één minister?’, spotte Bekker bij de ontvangst van de bundel Voorbij de crisis afgelopen woensdag in Den Haag. ‘Wat ook opvalt, is dat de verkiezingsprogramma’s niet pleiten voor gewone ministers, maar die acht moeten krachtige ministers zijn, bijna Berlusconi-achtig.’
Minder ministers ondermijnt volgens Bekker de internationale overlegpositie van Nederland. ‘Het is roekeloos provincialisme om te pleiten voor zo’n drastische reductie van het aantal ministers’, aldus Bekker die tot 1 mei secretaris-generaal voor de vernieuwing van de Rijksdienst was. Volgens Bekker moeten er meer ministers komen, voor het behoud van de internationale positie en om het werk goed te kunnen doen.
‘Denemarken heeft negentien ministers, Zweden twintig, Canada 32 en de nieuwe regering in het Verenigd Koninkrijk heeft 23 kabinetministers. Het is grote onzin om de redding in Nederland te zoeken in verkleining van het aantal ministers, zeker als men ook nog eens beseft dat het ministerschap zo’n hondenbaan is dat capabele ministers als Bos en Eurlings er mee stoppen.’
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.