Meer openheid s.v.p.
Wie de cijfers van ons onderzoek naar geheimhouding en vertrouwelijkheid op zich laat inwerken, gaat het duizelen. En vervolgens dringt zich onmiddellijk de vraag op: kan het niet wat minder met die geheime raadsstukken en besloten vergaderingen?
Om die laatste vraag maar meteen te beantwoorden: het lijdt geen enkele twijfel dat talrijke onderwerpen die zich nu aan de publieke waarneming onttrekken, evenzogoed in openbaarheid kunnen worden behandeld. Hoe valt anders te verklaren dat gemeenten als Amersfoort, Barneveld, Boxmeer en Roosendaal in anderhalf jaar tijd zelfs niet één geheim raadsdocument produceren, terwijl op het oog vergelijkbare gemeenten in deze zelfde periode tientallen keren geheimhouding of vertrouwelijkheid opleggen?
Dezelfde vraag kan worden gesteld over besloten vergaderingen. In steden als Maastricht en Assen, en in nog 32 andere gemeenten die aan ons onderzoek hebben deelgenomen, waren alle vergaderingen van gekozen vertegenwoordigers in de onderzochte periode toegankelijk voor pers en publiek. Maar elders trokken raden, commissies en presidia zich tientallen keren terug achter gesloten deuren. De onderwerpen die in het geheim worden besproken en behandeld, zijn soms diffuus. Zo heeft Almere officieel vastgelegd dat geheimhouding kan worden opgelegd bij kwesties die ‘de goede naam van de gemeente aantasten’.
Niet alleen colleges, ook gemeenteraden zouden van geval tot geval kritisch moeten bekijken of geheimhouding, dan wel vertrouwelijkheid, noodzakelijk is. En of er een wettelijke grondslag voor is. In gemeenten als Amersfoort en Maastricht wordt het college zo nodig teruggefloten als pogingen worden ondernomen om onderwerpen aan de openbaarheid te onttrekken. Wat dan volgt, is een strikte toets aan de Wet Openbaarheid van Bestuur door de raad.
In duale verhoudingen moet zo’n kritische en onafhankelijke opstelling van de gekozen volksvertegenwoordiging vanzelfsprekend zijn. Helaas is dit echter in lang niet alle gemeenten het geval. Tegelijkertijd mogen raden hun colleges zo nu en dan ook wel wat meer ruimte geven. Een raad die bestuurt op hoofdlijnen, hoeft niet voortdurend te worden geïnformeerd over elke verandering in een lopend dossier. Soms regeert echter de angst: colleges en individuele wethouders zijn bang om achteraf verwijten te krijgen als zij de gemeenteraad niet nauwgezet van elke gedetailleerde ontwikkeling op de hoogte brengen. Gevolg hiervan is dat de wettelijk vastgelegde informatieplicht soms onnodig ruim wordt geïnterpreteerd.
Een volwassen gemeenteraad moet zo nu en dan afstand kunnen nemen. Beter controle achteraf in een openbare bijeenkomst, dan geheime tussenrapportages en briefings achter gesloten deuren. Bijkomend voordeel hiervan is dat de raad het eindresultaat met meer onbevangenheid kan beoordelen. Bovendien kan het verwijt van achterkamertjespolitiek achterwege blijven. Om te beginnen zouden alle gemeenten hun presidiumvergaderingen voortaan in het openbaar moeten houden.
Er is geen enkel redelijk argument te bedenken waarom dit soort huishoudelijke besprekingen achter gesloten deuren moet worden gehouden. Maar het is helaas wel de praktijk bij talrijke, en misschien zelfs wel de meeste, gemeenten. Publieke controle is een groot goed. Maximale transparantie moet daarom vanzelfsprekend zijn, zeker in deze tijd van toenemend wantrouwen jegens het openbaar bestuur.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.