Waarom de grootste partij niet altijd in het college komt
In minstens negen van de achttien gemeenten waar een lokale partij de grootste partij werd en (uiteindelijk) niet aan de coalitie meedeed, is dit al voor de verkiezingen zo afgesproken. In de overige gemeenten is dat niet zo of is het onduidelijk in hoeverre er serieus met alle partijen is gesproken. Daar is het vaak woord tegen woord. ‘Investeer in goede relaties met andere partijen.’
In minstens negen van de achttien gemeenten waar een lokale partij de grootste partij werd en (uiteindelijk) niet aan de coalitie meedeed, is dit al voor de verkiezingen zo afgesproken. In de overige gemeenten is dat niet zo of is het onduidelijk in hoeverre er serieus met alle partijen is gesproken. Daar is het vaak woord tegen woord. ‘Investeer in goede relaties met andere partijen.’
Lokale partij
‘Er is geen aanleiding om aan te nemen dat lokale partijen in de gemeenten die wij onderzochten buiten de coalitie zijn gehouden, enkel en alleen omdat ze een lokale partij zijn.’ Dat zegt Julien van Ostaaijen, lector recht en veiligheid verbonden aan Avans Hogeschool en als universitair docent Bestuurskunde aan Tilburg University, naar aanleiding van het onderzoek ‘Buitengesloten’ van Avans Hogeschool, onder zijn leiding, in opdracht van het Kennispunt Lokale Politieke Partijen en de Onafhankelijke SenaatsFractie. In het onderzoek stond de vraag centraal waarom de grootste lokale politieke partij niet altijd in het college belandt en wat partijen daaraan kunnen doen.
Buitengesloten
De partij die wordt buitengesloten meent vaak dat ze nooit als serieuze kandidaat is overwogen. De buitensluitende partijen menen juist dat de partij zichzelf door eigen toedoen buitenspel heeft gezet, bijvoorbeeld door onvoldoende samenwerking, te weinig compromisbereidheid of al te uitgesproken oppositievoeren. Spraakmakende voorbeelden van lokale partijen die weliswaar de grootste partij werden bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2018, maar niet in de coalitie kwamen, zijn Leefbaar Rotterdam, Lijst Smolders Tilburg en Echt voor Barendrecht.
Beperkte verschillen
In absolute termen doet de grootste lokale partij vaker niet aan een coalitie mee dan de grootste landelijke partij, blijkt uit het onderzoek. Sinds 2002 kwam het 97 keer voor dat de grootste lokale partij niet aan de coalitie meedeed en 54 keer dat de grootste lokale afdeling van een landelijke partij niet meedeed. Maar dit is het resultaat van vijf verkiezingen opgeteld. Als de onderzoekers de cijfers per jaar bekijken en afzetten tegen het aantal gemeenten waar respectievelijk lokale partijen en lokale afdelingen het grootst zijn, zijn de verschillen beperkter. Dan blijkt dat in 2018 de grootste lokale partijen in 11 procent van gemeenten waar zij de grootste zijn, niet meedoen, tegenover 7 procent voor wat betreft de lokale afdelingen.
Verstoorde verhoudingen
De onderzoekers namen drie redenen onder de loep waarom een partij niet altijd in het college komt: gebrek aan ervaring, inhoudelijke verschillen en verstoorde verhoudingen. Wat blijkt: bij de achttien grootste lokale partijen die na de verkiezingen van 2018 niet in het college belandden, kwam dat in vijftien gevallen door verstoord geraakte persoonlijke of politieke verhoudingen. Redenen om bepaalde partijen buiten te sluiten, hebben doorgaans te maken met persoonlijke en politieke verhoudingen en dus niet zozeer omdat het een lokale partij is. In vijftien van de achttien gemeenten waar de grootste lokale partij niet meedoet, is er sprake van tenminste enige mate van verstoorde verhoudingen. In dertien ervan kan het ook als belangrijkste reden worden gezien waarom de grootste lokale partij niet aan de coalitie meedoet.
Afkeer
De grondslag van de verstoorde verhoudingen kan liggen in de vorige coalitie, zoals wethouders die niet goed samenwerken, al dan niet versterkt door onenigheid over bepaalde dossiers, maar het kan ook om politieke stijl gaan, bepaalde personen die afkeer opwekken door hun politieke gedrag en/of het stevig oppositievoeren, soms zelfs coalitiepartijen die zich volgens hun coalitiepartners als oppositiepartij gedragen. Soms leeft er nog ouder zeer: over het passeren van een bepaalde partij in een eerdere coalitieformatie of het stem- of draaigedrag rondom een belangrijk dossier.
Balans vinden
Van Ostaaijen cs. bevelen (lokale) partijen die willen voorkomen dat ze in 2022 buitengesloten worden van coalitiedeelname, of zelfs van de onderhandelingen, al ruim voor de verkiezingen te investeren in goede relaties met andere partijen. Het feit dat persoonlijke relaties vóór de verkiezing voor een groot deel bepalen hoe de coalitie er na de verkiezing uitziet, betekent dat coalitievorming van 2018 op zijn laatst al de dag na de verkiezing van 2014 begint, is de conclusie. ‘Als (lokale) partij zul je een balans moeten vinden tussen een stijl van afzetten tegen andere partijen, om de verkiezingen te winnen, en investeren in goede relaties met andere partijen, om de onderhandelingen niet te verliezen.’
Bescheiden
Verder moeten (lokale) partijen de politieke verhoudingen niet onderschatten. Leg geschillen zoveel mogelijk bij. En stel je bescheiden op in de formatie. Ook als grootste partij heb je coalitiepartners nodig. ‘Een houding van “we zullen eens kijken wie bij ons mag aansluiten” wekt onnodig onvrede op en kan leiden tot het buitengesloten worden van coalitiedeelname.’
Wees niet naïef
Laat je ook niet verrassen door de snelheid van de onderhandelingen en wees proactief. Daags na de verkiezingen dien je als partij de omslag te maken van het benadrukken van verschillen naar het zoeken van samenwerking. Maak daar als partij al ruimschoots voor de verkiezingen samen met andere partijen afspraken over hoe je dat wilt doen. Wees niet naïef. Sommige partijen zullen toch van die afspraken afwijken. Een externe informateur kan uitkomst bieden. ‘Deze is geen garantie op het voorkomen van buitensluiten, maar een door alle partijen als objectief ervaren informateur kan daar wel aan bijdragen.’
Reacties: 1
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.