Lelystad verschiet van kleur
Er gebeurde veel in Lelystad de laatste acht maanden. Nee, dan hebben we het niet over de coronacrisis. Een wethouder overleed. Twee anderen stapten op. Er kwam een nieuwe coalitie en de burgemeester vertrok. Hoe moet het nu verder? Binnenlands Bestuur volgt versnipperd Lelystad.
Verhoudingen veranderd na politieke crisis
Overwegend positief was politiek en bestuurlijk Lelystad gestemd over het versplinterde landschap, waar ook nog eens regelmatig sprake was van verdere afsplitsingen en nieuwe herenigingen. Begin februari stak Binnenlands Bestuur voor het laatst de thermometer in het politieke klimaat. De situatie was niet ideaal – met toen 15 fracties op 35 zetels – maar wel werkbaar. De goede onderlinge verhoudingen zouden daaraan bijdragen. Die bleken echter minder goed dan de verre buitenwacht zag. In maart klapte de boel.
De politieke crisis begon met het vertrek uit de coalitie van de InwonersPartij. De ‘onderlinge chemie’ was weg en er werd geen ruimte gevoeld om positief kritisch te zijn. ‘We hadden het gevoel in een harnas te zitten’, stelde (toen nog) fractievoorzitter Luc Baaten destijds tegen Binnenlands Bestuur. Met het vertrek van de Inwoners- Partij raakte de coalitie, die toen nog kon buigen op een meerderheid van 19 zetels, haar meerderheid kwijt. De overgebleven vijf partijen (VVD, PvdA, ChristenUnie, D66 en SP) hadden er samen slechts 15.
Daags erna stapte ook de ChristenUnie uit de coalitie. ‘Afspraken over belangrijke dossiers werden niet nagekomen en constructieve gesprekken hierover waren niet mogelijk. De verhoudingen binnen de coalitie zijn dermate verstoord dat het realiseren van ChristenUnie-idealen een onmogelijke opgave is geworden’, schreef de ChristenUnie Lelystad op haar website.
De ‘overblijvers’ VVD, PvdA, SP en D66 wilden aanvankelijk verder gaan als minderheidscoalitie, met gedoogsteun van andere fracties, maar na enige weken onderhandelen pakte het compleet anders uit. VVD en SP besloten verder te gaan met de InwonersPartij, Leefbaar Lelystad, Mooi Lelystad en Forum voor de Ouderen. Deze zes partijen zijn goed voor 18 van de 35 zetels; een nipte meerderheid. De PvdA en D66 vielen dus, tot hun ongenoegen, buiten de boot. In een gezamenlijke verklaring noemden beide partijen het ‘slecht nieuws voor de stad’ dat een zo conservatieve coalitie werd gevormd. Beide partijen zeiden zich zorgen te maken over de toekomst ‘zeker met een stadsbestuur zonder redelijk midden’, aldus de gezamenlijke verklaring medio juni.
De rust is dan bij lange na niet teruggekeerd. Eind juni overlijdt onverwachts SP-wethouder John van den Heuvel. En begin juli wordt bekend dat burgemeester Ina Adema de nieuwe commissaris van de koning van Noord-Brabant wordt en eind september vertrekt. Een lastig moment: vier van de vijf wethouders die nieuw in het metier zijn en dan ook nog eens een voorzitter die weggaat.
Kersvers
Burgemeester Adema vertrok met pijn in het hart, maar stelde ook dat de kans om de Brabantse commissaris van de koning te worden er eentje was die ze niet aan zich voorbij kon laten gaan. Waarnemend burgemeester Henry Meijdam is op 1 oktober aan de slag gegaan en daarmee kersvers voorzitter van een vrijwel kersvers college. Alleen VVD-wethouder Janneke Sparreboom is ‘oudgediende’.
De politieke en bestuurlijke ontwikkelingen van de afgelopen maanden hebben de verhoudingen geen goed gegaan, zo blijkt uit gesprekken met de fractievoorzitters van de toenmalige coalitiegenoten D66 en ChristenUnie. Zij stellen dat de onderlinge verhoudingen zijn verhard en de coalitie niets aan de oppositie gunt. Ook Groen- Links, zowel voor als na de breuk in de oppositie, is ontevreden over het politieke klimaat. Coalitiegenoten VVD en Mooi Lelystad kijken daar, niet heel verrassend, anders tegen aan. ‘Het zijn slechte verliezers’, stelt Bart Schopman, fractievoorzitter van Mooi Lelystad. ‘Iedereen moet zijn best doen om er iets van te maken’, vindt VVD-fractievoorzitter Dennis Grimbergen. Waarnemend burgemeester Meijdam merkt dat raad en college een ‘lastige periode hebben doorgemaakt en dat het nog zoeken is naar de weg omhoog.’
De (nieuwe) oppositie mort flink. Voor overleg en onderhandeling is geen ruimte, ervaren D66, ChristenUnie en Groen- Links. De coalitiepartijen denderen over iedereen heen en alles wordt politiek gemaakt, moppert D66-fractievoorzitter Sanne de Wilde. ‘Wel of geen spreektijden, wel of niet digitaal vergaderen, noem naar op.’ De laatste tijd worden vrijwel alle voorstellen met de 18 stemmen van de coalitie aangenomen en dat wordt prima gevonden. ‘Democratie is niet de dictatuur van de meerderheid’, aldus De Wilde. ‘Als het principe van de helft plus één leidend wordt, wordt het wel erg zuur’, vindt ChristenUnie-fractievoorzitter Henk Schraa. ‘De oppositie moet ook wat worden gegund.’
Fractievoorzitter van GroenLinks Sjaak Kruis stoort het dat wordt aangekoerst op steun van 18 zetels. De sfeer is er volgens hem de afgelopen acht maanden niet beter op geworden. De drie partijen merken dat er een onervaren college zit, dat wordt getypeerd als ‘knetterrechts’ (D66) en ‘zwaar rechts met een hoog populistisch gehalte’ (GroenLinks).
Coalitiegenoten VVD en Mooi Lelystad weerspreken de kritiek. ‘We merken wel dat een aantal partijen moeite heeft met de nieuwe coalitie’, stelt VVD-voorman Grimbergen. In zijn ogen hebben die moeite om zich te profileren. ‘We bieden iedereen ruimte om mee te doen. Het liefst hebben we dat raadsvoorstellen gesteund worden door 35 raadsleden. Maar daar moet je zelf wel iets voor doen. Politiek is het spel van overleg, onderhandeling en debat.’ ‘Oud zeer zit dat in de weg’, ziet Schopman. Bij de oppositie dan, want zowel Grimbergen als Schopman noemen de verhoudingen in de nieuwe coalitie goed.
Ziel en zaligheid
Dat beaamt wethouder Luc Baaten van de InwonersPartij. Hij voelt zich in het nieuwe college als een vis in het water. En ja, vier van de vijf wethouders zijn nog nooit bestuurder geweest, maar hebben wel een flink portie politieke of maatschappelijke ervaring. ‘De club die er nu zit, zet zich met ziel en zaligheid in om uitvoering te geven aan het raadsprogramma. Dat is een verademing’, aldus Baaten. ‘De sfeer in de oude coalitie was moeizaam. Het was moeilijk om bij de inhoud te blijven zoals we die in het raadsprogramma hadden afgesproken. We vonden elkaar steeds minder. Het raadsprogramma werd niet meer echt gedragen. Als je de inhoud niet meer met elkaar deelt, moet je niet nog twee jaar verder gaan. Op een avond hebben we besloten uit de coalitie te stappen.’
Omdat de huidige coalitiepartijen wel uitvoering willen geven aan dat in 2018 vastgestelde raadsprogramma, was volgens Baaten de weg weer vrij om de kortdurende oppositierol als InwonersPartij weer te verruilen voor een rol in een vrijwel compleet nieuwe coalitie. ‘Het gaat ons om de inhoud. We staan nog steeds voor de volle 100 procent achter het raadsprogramma.’ De verhoudingen in zowel coalitie als college zijn volgens hem goed. Hij kent de geluiden van partijen die niet tevreden zijn, maar dat hoort in zijn ogen bij het politieke spel. ‘De oppositie kan nu eenmaal niet zeggen dat er een prima college zit. Dat hoort bij de politiek en ik kan ermee leven.’
‘Als je van coalitie verschuift naar oppositie, dan doet dat zeer. Dat gevoel moeten we erkennen en ruimte geven’, stelt waarnemend burgemeester Meijdam. ‘Tegelijkertijd vind ik het een verantwoordelijkheid van elke raadsfractie individueel, van de raad in zijn totaliteit en van het college om vanuit het belang van de stad niet te blijven hangen in het gevoel van: het voorstel komt van Jantje, Pietje of Marijke, dus ik ben er op die grond op voorhand tegen. Wij moeten met elkaar proberen de boel weer te buigen naar een situatie waarbij we op basis van argumenten wegen wat een verstandige weg is voor Lelystad.’ Het zal volgens hem heus nog wel gebeuren dat voorstellen met een verhouding van 18-17 worden aangenomen of verworpen, ‘maar dat is dan op basis van het feit dat partijen verschillend tegen een vraagstuk aankijken, niet omdat een plan van bijvoorbeeld de oppositie komt.’
Oud zeer
Meijdam vindt het aanmatigend om nu al, na één raads- en een presidiumvergadering, een oordeel te vellen over de politieke situatie in Lelystad. ‘Wanneer je in een raadsperiode een scheuring krijgt in een college en een nieuw college neemt plaats op het pluche, dan heb je per definitie schuring in de raad. Dat is onontkoombaar. Waar het omgaat is dat we proberen om met elkaar weer de focus te leggen op het belang van de stad. Ik zeg altijd: burgers zijn niet geïnteresseerd in politieke schermutselingen, burgers zijn geïnteresseerd in een gemeentebestuur dat hun vraagstukken oplost.’
De komende weken wil hij zich een beeld vormen van het ‘oud zeer’. Daarvoor gaat hij individuele gesprekken voeren met alle fractievoorzitters. ‘Aan de hand daarvan wil ik proberen te verkennen of die fractievoorzitters mijn opvatting delen dat we moeten proberen de slag te maken naar de verdere ontwikkeling van Lelystad. Dat is waar die burgers interesse in hebben. Als we dat met elkaar kunnen doen en we kunnen dat gemeenschappelijke punt aan de horizon markeren, krijg je een andere dynamiek in de raad. Dan is het niet meteen morgen pais en vree en koek en ei, maar is er wel een klimaat gecreëerd waarbij je weer kunt werken aan herstel.’
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.