Beste jonge bestuurders 2016: Lot van Hooijdonk op 1
Utrechts wethouder Lot van Hooijdonk is gekozen tot beste jonge bestuurder 2016, gevolgd door Hein Kuiken, wethouder in Harlingen en Floris Schoonderwoerd, wethouder in Kaag en Braassem.
Utrechts wethouder Lot van Hooijdonk wil de spaarzame ruimte in de stad niet automatisch toewijzen aan verkeersdeelnemers. Leefbaarheid prefereert. Als ze daarvoor op de tenen van het rijk moet staan, dan doet ze dat.
‘Tegen de landelijke stroom in’
Lot van Hooijdonk, beste jonge bestuurder 2016
‘Utrecht is de snelst groeiende stad van Nederland’, zegt Lot van Hooijdonk (38), sinds 2014 GroenLinks-wethouder verkeer, mobiliteit, duurzaamheid en milieu in de Domstad. Maar er komt geen ruimte bij, vervolgt ze. ‘Alles speelt zich af binnen de snelwegring en daar is al niet zoveel ruimte. De grootste uitdaging is: hoe gaan we om met de ruimtelijke schaarste en hoe houden we de stad leefbaar?’
Dat doet Utrecht door fietsers en voetgangers op één te zetten. ‘Fietsen is een zegen’, zegt wethouder Van Hooijdonk. ‘Je komt in Utrecht overal sneller met de fiets. Ik ga ook op de fiets naar de bekendmaking van de beste bestuurders in het Provinciehuis. Maar het succes van de fiets stelt ons ook weer voor nieuwe uitdagingen. We hebben nu al de drukste fietsroutes van het land. We moeten de enorme aantallen fietsers wel een goede plek geven.’
Die plek moet van de auto komen – de smerigste om te beginnen. Utrecht voerde als eerste vaderlandse gemeente twee jaar geleden een milieuzone voor oude diesels in. Op dat beleid kwam veel kritiek, maar de rechter besloot vorig jaar dat Utrecht overtreders mag beboeten. Van Hooijdonk: ‘Het gaat er ons niet in de eerste plaats om dat de verkeersdeelnemer zo snel en zo gemakkelijk mogelijk van A naar B kan, wij willen vooral de ruimte die het verkeer inneemt teruggeven aan de mensen in de buurt. We maken in Utrecht een brede belangenafweging.’
Onbegrip
Een belangenafweging die in Den Haag nogal eens op onbegrip stuit, zo heeft wethouder Van Hooijdonk de laatste jaren ervaren. ‘Het ministerie van Infrastructuur en Milieu stuurt nog heel erg op doorstroming en spitsmijden. Dat is erg smal gedacht vanuit de verkeersdeelnemer. Wij maken in Utrecht een veel bredere afweging. We verdelen de ruimte en dat betekent niet automatisch dat die naar de verkeersdeelnemer gaat. Dat beleid wordt heel breed gedragen in Utrecht. In de landelijke politiek roeien we nog wel tegen de stroom in, maar ik constateer dat oog ontstaat voor de stedelijke omgeving.’
Dat was volgens Van Hooijdonk heel lang niet zo. ‘Er is zo weinig gevoel voor kwaliteit van de lucht. Volgens het RIVM overlijden 3.000 mensen aan de gevolgen van luchtverontreiniging. Dat is vijf keer meer dan het aantal doden in het verkeer. Het is een stille moordenaar. De urgentie die wij in de stad voelen, voelt politiek Den Haag niet. De geestverwanten zitten in de andere steden.’
Jurymotivatie
Dat een wethouder van duurzaamheid en milieu wordt beschreven als vernieuwend is niet zo opvallend. Wel bijzonder is dat Lot van Hooijdonk wordt beschreven als ‘geliefd bij vriend en vijand’ in haar zoektocht naar een duurzaam Utrecht. Van Hooijdonk weet de link te leggen tussen mondiale uitdagingen en het besturen van de stad. Haar gedrevenheid levert naast concrete resultaten op het gebied van duurzaamheid ook een grotere betrokkenheid van inwoners bij de politiek op.
‘Ik zat er steeds bovenop’
Hein Kuiken, tweede plaats beste jonge bestuurder
Bij de decentralisaties in de zorg is in Harlingen geen teamleider of afdelingshoofd te pas gekomen; PvdA-wethouder Hein Kuiken deed het zelf. En met resultaat.
Op je 21ste raadslid, op je 29ste wethouder en op je 32ste genomineerd voor beste jonge bestuurder. ‘Ik ben wel een beetje verlegen geworden van die nominatie’, zegt Hein Kuiken, wethouder in Harlingen. ‘Ik heb veel reacties gekregen. Er was hier in de pers behoorlijk wat aandacht voor. Kaarten door de bus van mensen die ik niet ken.’ Dat is weer eens wat anders dan een bedreiging, hè? ‘Daar heb ik nog nooit mee te maken gehad’, reageert de wethouder die leiding heeft gegeven aan de transformatie van het sociaal domein. ‘Ik ben de laatste om te zeggen dat ik die nominatie verdien, maar ik durf wel te zeggen dat ik hard werk en betrokkenheid toon.’
Beter, dat is het woord niet, maar hij heeft de decentralisatie wel ánders aangepakt dan zijn collegabestuurders. Wethouder Kuiken: ‘Ik voelde mij geen wethouder, ik was meer meewerkend voorman. Ik zat er bovenop. Er is geen teamleider, geen afdelingshoofd of secretaris aan te pas gekomen. Deze periode vroeg daarom. Ik heb het ook wel als verwijt naar mijn hoofd gekregen hoor. Dat ik er té bovenop zat, maar ik vond dat er geen andere keuze was. Als je je ambities en doelstellingen in deze vluchtige periode wilt waarmaken, dan zul je strak de regie moeten voeren.’ En dat heeft hij gedaan met volle steun van raad en college, zegt Hein Kuiken.
Mooie coproductie
Maar werd zijn aanpak ook op de werkvloer gewaardeerd? Wethouder Kuiken: ‘De schaal van Harlingen maakt die aanpak mogelijk. We zijn een kleine gemeente, de lijnen zijn ontzettend kort. Je kent elkaar. Als je wilt, sta je binnen vijf minuten bij iedereen aan het bureau.’ En dat heeft hij nooit over de hoofden van ambtenaren gedaan, benadrukt Hein Kuiken. ‘Juist mét ambtenaren. Toen ik wethouder werd was ik 29. Ik heb enorm geprofiteerd van hun kennis. Ik heb beleidsmedewerkers van dik over de 60. Ik ben heel respectvol met hen omgegaan en ik heb hun kennis er echt wel uit weten te zuigen. Het is een mooie coproductie geworden, de laatste drie jaar.’
Het had ook slecht kunnen aflopen, zeker als je je als wethouder zo vereenzelvigt met het beleid. Je neemt een risico. Ja, zegt Kuiken, ‘maar dat lijkt mij ook vanzelfsprekend. Het wethouderschap is niet voor bange mensen. Je hebt de verantwoordelijkheid. Het is een bewuste keuze geweest om zo betrokken geweest. Over zo’n keuze kan ik goed verantwoording afleggen. Je moet er niet aan denken dat je verantwoording moet afleggen over ideeën of uitvoering waar je totaal geen zicht op hebt gehad.’
Jurymotivatie
Hein Kuiken beet zich vast in de transformatie van het sociaal domein. Waar veel gemeenten nog bezig zijn met het vormgeven van het sociaal domein, wordt over Harlingen juist gezegd dat het sociaal domein onder controle is en dat de decentralisaties goed zijn verlopen. Daar zal Kuiken beslist een grote rol in hebben gespeeld. Opvallend voor een jonge bestuurder is dat de meest genoemde competentie voor Kuiken ‘deskundigheid’ is.
‘Ik heb een hekel aan beleid’
Floris Schoonderwoerd, derde plaats beste jonge bestuurder
Wethouder Floris Schoonderwoerd haalde in de gemeente Kaag en Braassem de beleidsnota’s door de papierversnipperaar. ‘Alle creativiteit van de gemeenschap was doodgeslagen.’
Floris Schoonderwoerd (38) vond dat het radicaal anders moest in de gemeentepolitiek. Want: ‘We zijn met elkaar onder die kaasstolp enorm druk met vergaderen, dikke pakken papier en vliegen afvangen, maar de buitenwereld is daar helemaal niet mee bezig. Daarom heb ik een hekel aan politiek, in ieder geval aan de partijpolitiek. Het moet anders. De gemeente bepaalt niet wat er gebeurt maar schuift aan bij de inwoners’, zegt de aanvoerder van de grootste partij in het Zuid-Hollandse Kaag en Braassem. Zonder programma en zonder beloften maar mét een filosofie van samenwerking, won de kersverse partij PRO Kaag en Braassem in 2014 de gemeenteraadsverkiezingen.
Schoonderwoerd werd weer wethouder. Als wethouder voor de PvdA had hij vanaf 2009 een paar jaar braaf meegedraaid in het ‘circus’, maar op een dag haalde hij alle beleidsnota’s door de papierversnipperaar. ‘Dat was bevrijdend’, lacht Schoonderwoerd. ‘Ik heb een hekel aan beleid. Wij moeten in de gemeente niet bepalen wat goed is voor de mensen, dat kunnen de mensen veel beter zelf bepalen. Het vertrouwen in de politiek komt alleen terug als de politiek een stap terug doet en aansluit bij de geestdrift in de samenleving.’
Vastgeklikt
Toen hij aantrad in de fusiegemeente, merkte Schoonderwoerd dat allerlei afspraken waren gemaakt die ‘in de meerjarenbegroting waren vastgeklikt’. Hij zegt: ‘Alle creativiteit uit de gemeenschap was daarmee doodgeslagen. Als je iets wilt op het gebied van cultuur, dan kun je daar in gemeenteland alleen maar een plekje voor veroveren als je toevallig instapt als die nota na zes jaar eindigt. Als iets vervreemdend is, dan is het dat wel. Dus hebben wij geen beleid met dikke nota’s gemaakt, maar een dunne maatschappelijke agenda met doelen geformuleerd. Als inwoners daar een bijdrage aan willen leveren, dan kunnen ze een bijdrage – vroeger heette dat subsidie – krijgen. De gemeente is dus altijd een partij voor mensen die initiatief tonen. Dat is verfrissend.’
Zo verfrissend dat andere gemeenten regelmatig poolshoogte komen nemen in Kaag en Braassem. ‘En ze gaan er ook mee aan de slag’, zegt Schoonderwoerd trots. ‘Maar de bestuursculturen in de meeste gemeenten maken dat niet gemakkelijk. Als je een geharnaste gemeenteraad hebt die smult van het politieke werk, dan is het niet eenvoudig om tegen de partijen die subsidie van je krijgen te zeggen: “Die zeggen we op en we beginnen opnieuw”. Eigenlijk gaan alle gesprekken met bezoekende gemeenten daarover: hoe krijg je een gemeenteraad mee? Dat kan alleen als je de grote opdracht serieus neemt en de samenleving belangrijker vindt dan het belang van de politieke vereniging.’
Jurymotivatie
Met voornamelijk taken binnen het sociaal domein in zijn portefeuille zag Schoonderwoerd zich afgelopen jaren voor grote opgaven gesteld. Zijn betrokkenheid en resultaatgerichte aanpak hebben ertoe geleid dat hij gezien wordt als een verbindende wethouder die alle partijen, zowel binnen als buiten de gemeente, bij elkaar brengt om gezamenlijk de opgaven te realiseren. Zo stelde hij recent prestatieafspraken vast met niet alleen de woningcorporaties, maar ook de huurdersorganisaties.
Reacties: 6
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.