Bulldozers tegenhouden met precieze kritiek
Kritiek is geen ondermijning maar een teken van betrokkenheid. Je kritiek voor je houden, ondermijnt de instituties die we nodig hebben.
In de pauze komt een van de organisatoren van de avond naar me toe. ‘Je hebt een paar ambtenaren heel ongelukkig gemaakt,’ fluistert hij. Ik sta meteen op scherp en niet op de leuke manier. Die had ik niet zien aankomen. Noch bedoeld. Kennelijk heb ik snaren geraakt die ik niet vermoed had. We gaan aan de klus en de klets en redderen, erkennen en begrijpen of proberen dat.
In de trein terug mijmer ik. Als ik mijn kritische kijk op staatsgedrag de ruimte geef, ben ik dan niet het pad aan het effenen voor de populistische bulldozers met bewijsvrije bullshit die overal rondrijden? Moet ik meer ‘tegenhangen’ om te voorkomen dat ook ik als die bulldozer over de goeie mensen en onze instituties heen dender? Maar wat dan te doen met al dat bewijsmateriaal voor terechte kritiek? Want we hebben er wel een potje van gemaakt.
Mag/kun/moet/wil je kritisch zijn op de staat, nu instituties onder druk staan én we ze keihard nodig hebben? Hannah Arendt benadrukt dat democratie leeft bij de gratie van actieve burgers die zich verhouden tot de publieke zaak. Kritiek is geen ondermijning maar juist een teken van betrokkenheid. Kritiek moet en mag dus. De instituties worden er beter van. Je kritiek voor je houden, ondermijnt de instituties die we nodig hebben om vrij te zijn.
Dat weet ik wel, en we kunnen heus allemaal wel tegen een stootje. Maar het kan geen kwaad die kritiek een beetje precies te houden. ‘Exit, Voice & Loyalty’ van Albert Hirschmann uit 1970 helpt. Hirschman laat zien dat een gezond systeem drie opties moet bieden aan betrokken mensen: hun stem laten horen om verbetering te eisen (voice), kunnen vertrekken als het echt niet anders kan (exit), en voldoende binding voelen om te willen verbeteren in plaats van direct weg te lopen (loyalty) - en precies deze dynamiek hebben we nodig voor constructieve kritiek op de staat.
Loyaliteit vormt de basis. Niet als blind vertrouwen, maar juist als betrokkenheid bij wat instituties zouden moeten zijn. Onverschilligheid is gevaarlijker dan welke kritiek dan ook.
Voice moet zorgvuldig zijn. Er is een wereld van verschil tussen kritiek uit frustratie en kritiek die voortkomt uit een gedeeld begrip van waarden. Het gaat dan niet om het aanwijzen wat er mis is, maar om het versterken van wat er goed kan zijn.
Exit functioneert ten slotte als waakhond. Verhuizen doen weinigen, maar afhaken en cynisme zien we alom. Ze zijn geen ontsnapping, maar een signaal dat er iets mis is met hoe we onze instituties ontwerpen. Als mensen stoppen met kritiek leveren, hebben ze het opgegeven. Maar we hebben het samen te organiseren.
Zo knutsel ik een toetssteen voor kritiek: komt het voort uit betrokkenheid of vooral uit frustratie? (Auw!) Biedt het een pad vooruit of alleen een analyse van wat fout is? (Doe mijn best.) Is het gericht op verbeteringen van instituties die onze democratische gemeenschap van vrije mensen stutten? (Check.)
Soms maak je dan nog steeds iemand ongelukkig. Maar het alternatief is erger: aarzeling, stilte, onverschilligheid en cynisme. Dat zijn geen bulldozers. Maar ze ondermijnen net zo goed de instituties die we nodig hebben om vrij te kunnen zijn. Vooruitstappen, dus. Ons uitspreken, met betrokkenheid, nieuwsgierigheid en compassie. En mea culpa.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.