bestuur en organisatie / Partnerbijdrage

Bevorderen van sociaal ondernemen op Haagse agenda

Rondetafelgesprek sociaal ondernemerschap.

07 mei 2018
Sociaal-ondernemen.png

Het bevorderen van sociaal ondernemen is voor veel Nederlandse gemeenten inmiddels logisch. Maar staat sociaal ondernemerschap ook in Den Haag op de agenda? Adviseur Joost Clarenbeek ging naar Den Haag en doet verslag.

Op 25 april was ik aanwezig bij het rondetafelgesprek over sociaal ondernemerschap, dat werd georganiseerd door de vaste Tweede Kamer commissie voor Economische Zaken en Klimaat. Nadat ik jas, tas, fruitmesje, schoenen, riem en laptop had ingeleverd voor een security scan was ik binnen. De Suze Groenewegzaal bleek net groot genoeg om ambtenaren, sociale ondernemingen en andere geïnteresseerden te bergen. De aanwezige Kamerleden (PvdA, CU, CDA, D66, SP, VVD) leken wat verrast door de flinke publieke aandacht. Een teken aan de wand?

Het regeerakkoord besteedt aandacht aan het bevorderen van sociaal ondernemen: “Er komen passende regels en meer ruimte voor ondernemingen met sociale of maatschappelijke doelen met behoud van een gelijk speelveld.” Het doel van de hoorzitting was om vanuit verschillende perspectieven te horen wat er vanuit de regering dan nodig is om dat te realiseren.

Perspectief van de sociaal ondernemer

Het eerste perspectief was dat van de sociale ondernemer zelf. Zes koplopers hebben verteld tegen welke belemmeringen ze zijn opgelopen tijdens de start- en groeifase. De koplopers doen een gemeenschappelijk appèl om meer erkenning en herkenning te krijgen: “Neem ons mee in uw tas!” Drempels blijken verder de weinige ‘ontschotting’ van gemeenteorganisaties en diversiteit aan lokaal beleid, waardoor relatief veel maatwerk nodig is per gemeente. Om die reden pleiten de ondernemers voor een bepaalde ‘regelruimte’.

Perspectief van de lokale overheid

Het tweede perspectief was dat van de lokale overheid; gemeente en provincie. Het belang van impact meten werd benadrukt. Ga niet steeds het wiel opnieuw uitvinden. Verder een pleidooi om meer impact investeringen te organiseren in Nederland: “We moeten er kapitaal naar toe brengen als we geld willen verdienen.” Wellicht via regionale ontwikkelingsmaatschappijen of specifieke fondsen? Het actief inzetten van maatschappelijke besparingen en preventie kan hierbij een vliegwiel zijn. Een aanpak die ook door de ondernemers al werd benoemd en later ook vanuit de financiële experts. En dat brengt ons bij het derde perspectief.

Het financiële perspectief

Financiële experts geven aan dat een breed financieel landschap van fondsen, investeringsmaatschappijen, publieke partners én banken voordelen biedt voor sociale ondernemingen. Er valt wat te kiezen en voor financiers biedt dit mogelijkheden voor samenwerking en het bevorderen van sociaal ondernemen. Meer inzet van creatieve oplossingen zoals social impact bonds zijn wenselijk en daar zijn ook voorbeelden van. De voorbeelden in Nederland zijn op twee handen te tellen en dat is jammer.

Het was even zoeken voor de Kamerleden. Vragen over de definitie van sociaal ondernemerschap laten zien dat het thema nog relatief nieuw is. Er is duidelijk nog veel te winnen. De G4- en de G40-steden delen hun ervaringen al actief. Gemeenten zoeken nu naar grotere stappen, en daar kan het Rijk in ondersteunen. Het helpt als het leertraject van gemeenten kan worden versneld. Daarnaast kan er vanuit het Rijk worden gewerkt aan garanties bij impact investeringen en door meer te werken met principes van impact bonds. Niet in de laatste plaats is het belangrijk om sociale ondernemingen te (h)erkennen. Dat hoeft niet via een ingewikkelde discussie over rechtsvormen, maar kan eenvoudig door slimmer in te kopen en maatschappelijke waarde mee te nemen in de afweging. En niet in de laatste plaats is het bevorderen van sociaal ondernemen ook een kwestie van verbindingen leggen: hoort het en zegt het voort.

Meer weten?

Neem contact op met Drs. Joost Clarenbeek, 06-27 08 55 17 / j.clarenbeek@kplusv.nl.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.