Vitale coalities. De verbindende kracht
Leren van het verleden en praktijkvoorbeelden.
We staan met z’n allen voor een aantal complexe maatschappelijke opgaven. Nationaal of internationaal valt te denken aan de klimaatproblematiek en de maatschappelijke tweedeling en toenemende kwetsbaarheid van mensen aan de onderkant van de samenleving. Urgenties voor de komende decennia die majeure inspanningen en brede overeenstemming vragen.
Maar datzelfde geldt evengoed voor vraagstukken die op lokaal of regionaal niveau spelen. Zoals de revitalisering van een achterstandswijk, een verloederde winkelstraat of verouderd bedrijventerrein, maar ook de transitie van de dankzij fossiele brandstoffen groot geworden Rotterdamse
haven naar een CO2-neutrale haven.
Het Groeimodel en Vitale Coalities
Het oplossen van deze vraagstukken lukt het best als er een evenwichtig samenspel is tussen een viertal actoren. In hoofdstuk 1 beschrijf ik wie deze actoren zijn, aan de hand van het concept Groeimodel. Hoe zij vervolgens tot een krachtige samenwerking kunnen komen, en waardoor het de ene keer wél en de andere keer – met ogenschijnlijk vergelijkbare omstandigheden – niet lukt, is onderwerp van het concept Vitale Coalities. Het belang van Vitale Coalities, hoe ze ontstaan, in welke omstandigheden ze succesvol zijn en hoe eenieder – vanuit zijn of haar rol en betrokkenheid – eraan kan bijdragen, komt daar aan de orde.
Om inzicht te geven in de manier waarop de actoren tot besluitvorming komen als het ingewikkelde vraagstukken betreft, wordt in dit hoofdstuk ook kort stil gestaan bij inzichten hierover vanuit de bestuurskunde.
Leren van het verleden
Het samenspel tussen de actoren in het Groeimodel ligt niet vast, en door de tijd heen zijn veranderingen te onderkennen in de onderlinge wisselwerking en dominanties. De veranderingen in het onderlinge samenspel in de loop der jaren beschrijf ik in Hoofdstuk 2, Leren van het verleden. Kunnen we leren van de aanpak en oplossingen uit het verleden? Ik maak daar een onderscheid in een viertal periodes: wederopbouw, verzorgingsstaat, marktwerking en participatiesamenleving.
Hoe was in deze periodes het krachtenveld tussen overheid, burgers, bedrijfsleven en maatschappelijk middenveld en hoe pakte dat uit voor de maatschappij? Werkte het Groeimodel naar vermogen: was er evenwicht of domineerde één van de actoren? Investeerden ze alle vier of profiteerde er één bovenmatig? Ontstonden Vitale Coalities, en zo ja: hoe
Praktijkvoorbeelden
Vervolgens wijd ik een hoofdstuk aan Pendrecht, een bijzondere Rotterdamse wijk waar ik zelf nauw bij betrokken raakte in mijn tijd als bestuurder van de deelgemeente Charlois. Ik schets vier periodes die raakvlakken hebben met hoe actoren door de tijd heen dynamisch samenwerkten; de opbouw, de bloei, het verval en de revitalisering. Daarna maak ik een uitstapje naar de industriepolitiek zoals Nederland die toepaste; eerst effectief, later contraproductief. Ook hier helpen de concepten om te begrijpen wat er gebeurde.
In het laatste hoofdstuk sluit ik af met mijn aanbevelingen. Hoe kunnen we het Groeimodel inzetten voor een betere samenleving en voorkomen dat het een ‘Knoeimodel’ wordt? Waar en hoe dienen zich kansen aan voor Vitale Coalities en wie hebben we daarvoor nodig? Ik licht dit toe aan de hand van een paar concrete vraagstukken.
Hier lees je het hele essay.
goed dat je ervaringen na 25 jaar bundelt en deelt.
Ik ga het lezen, ik mail je nog naar je persoonlijke mail wat info mijnerzijds, kwa leesvoer. En we spreken elkaar bij leven en welzijn na de jaarwisseling!