Biobased economy biedt gemeenten en regio’s volop kansen
Biobased economy biedt gemeenten en regio’s volop kansen. Met biomassa als potentiële rijkdom voor milieu en economie
Met biomassa als potentiële rijkdom voor milieu en economie
Een gemeente of regio vergroenen doe je niet zomaar. Het vraagt om visie, innovatiekracht, inspanningen, samenwerking, een solide businesscase en soms lef. Maar het levert ook heel wat op. Wat denk je bijvoorbeeld van duurzaamheidswinst, een sterkere concurrentiepositie, werkgelegenheid en financiële voordelen? Hierbij biedt een biobased economy vele kansen.
Wat is dat, een biobased economy?
In een biobased economy maken we optimaal gebruik van biomassastromen zoals hout, gras en groente-, fruit- of bladafval. Deze verwerken we tot waardevolle groene grondstoffen (denk aan veevoer, chemicaliën, bouwmaterialen en bodemverbeteraars) of als bron voor groene energie (bijvoorbeeld brandstof voor transport, elektriciteit en warmte). Hoe hoogwaardiger we biomassa benutten, des te groter is de toegevoegde waarde voor milieu en economie. Dat kunnen we uitleggen met de ecopiramide. In deze piramide staat het gebruik van biomassa voor medicijnen en voedsel voorop, gevolgd door chemische grondstoffen, transportbrandstoffen, en tot slot groene elektriciteit en warmte. Biomassa brengt het meeste op als deze relatief eenvoudig – en daarmee kosteneffectief – wordt bewerkt tot een zo hoog mogelijke trap. Nu nog zetten we de meeste biomassa laagwaardig om in energie en bodemverbeteraars. Daar ligt dus een kans.
Waarom een kans?
Een economie die haar biomassa optimaal gebruikt volgens de ecopiramide, biedt de bezitters daarvan volop mogelijkheden. Dit zijn gemeenten, regio’s en andere landschapsbeheerders. De afzet en verwerking van hout, gras en groente-, fruit- of bladafval vormen nu vaak een kostenpost. Terwijl het juist een potentiële rijkdom kan zijn. Door oogstmethoden aan te passen en biomassa gezamenlijk te verwerken, ontstaan nieuwe kansen en bedrijvigheid. Jouw regio of gemeente trekt innovatieve technologische bedrijven aan. En dat heeft positieve gevolgen voor je economie en werkgelegenheid. Ook het milieu heeft baat bij een zo goed mogelijke toepassing van biomassa. Het leidt tot minder energieverbruik, transportbewegingen, CO2-uitstoot en druk op andere hulpbronnen.
Waarom grijpen we die kans niet vaker?
Nieuwe initiatieven voor een hoogwaardige toepassing van biomassa of de opwekking van groene energie komen nog maar mondjesmaat van de grond. Wat hiervan de reden is? Vraag en aanbod van biomassa zijn uit balans en de markt is diffuus. Door gebrek aan specifieke kennis lijken gemeenten (lees: de aanbieders) en innovatieve bedrijven (lees: de afnemers) elkaar niet te vinden. Een ander onhandig verschil: gemeenten hanteren een aanbestedingshorizon van zo’n drie jaar, terwijl bedrijven uitgaan van een investeringshorizon van zo’n vijftien jaar. Ook – het gebrek aan – volume en kwaliteit van de aangeboden biomassa maken het voor afnemers lastig om een rol van betekenis te spelen. De uitdaging is dus om te zorgen voor meer biomassa met een constante kwaliteit en voor een langer durend commitment van alle partijen. Dat vraagt van gemeenten om de handen ineen te slaan met andere gemeenten en landschapsbeheerders, en om partnerships aan te gaan met bedrijven uit de energie-, cleantech- en agrofoodsector. Daarbij is het essentieel om evenwicht te vinden tussen een zakelijk gezonde samenwerking én bredere maatschappelijke belangen zoals werkgelegenheid en duurzaamheid.
Moeten we de uitdaging aangaan?
Ons antwoord is simpel: ‘ja’. Door biomassa centraal te bundelen en bewerken, kun je als samenwerkende gemeente direct profiteren van schaalvoordeel en goed inspelen op de razendsnelle marktontwikkelingen. Een zogeheten biomassarotonde (centraal opslag- en bewerkingsdepot) kan hierbij een belangrijke schakel vormen. Dit centraal bundelen en bewerken levert je een aantal wezenlijke voordelen op:
- Meer biomassa met een constante kwaliteit zorgt voor minder groenbeheerkosten en gunstigere afzettarieven.
- Een betere toepassing van biomassa levert groene materialen, grondstoffen en energie op. En het centrale depot vermindert de transportafstanden en bespaart op energie. Pure winst dus voor milieu en klimaat.
- Lokale samenwerking genereert meer onderlinge binding, betrokkenheid en werkgelegenheid. Voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt ontstaan extra kansen om aan een baan te komen.
- De komst van innovatieve technologische bedrijven versterkt de regionale economie en brengt positieve pr.
Wie lopen hierin voorop?
Bij diverse gemeenten, regio’s en andere landschapsbeheerders zijn samenwerking, een hoogwaardige benutting van biomassa en kostenbeheersing van landschapsonderhoud ‘top of mind’. Koplopers zijn bijvoorbeeld: meerdere Utrechtse gemeenten, de provincie Utrecht en de regio’s het Groene Woud, Haaglanden, de Stedendriehoek en het Westerkwartier. Wij begeleidden enkele regio’s in het traject van onderzoek naar uitvoering. Zo hebben we voor de Stedendriehoek onderzocht of een gezamenlijke biomassarotonde haalbaar is, hiervoor een aantal varianten uitgewerkt en een ontwikkelroute beschreven.
Hoe maakt KplusV het verschil?
KplusV denkt en helpt op verschillende manieren mee bij de overgang naar een biobased economy. Onder meer door:
- een inventarisatie en haalbaarheidsonderzoek uit te voeren;
- een businesscase en ontwikkelvisie vorm te geven;
- je organisatie te begeleiden bij haar ontwikkeling;
- ketensamenwerking op te zetten en te managen;
- innovatieve technologische bedrijven naar de regio te trekken;
- ondersteuning te bieden bij aanbestedingen, subsidieregelingen en programma’s.
Meer weten?
Ben je benieuwd hoe een biobased economy van meerwaarde kan zijn voor jouw gemeente of regio? Onze adviseur Eric Copius Peereboom gaat graag met je in gesprek.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.