Kraakpanden niet vaker ontruimd, wel sneller
De nieuwe kraakwet zorgt er niet voor dat er vaker strafrechtelijke ontruimingen zijn, wat wel met de wet wordt beoogd.
Uit een tussentijdse één-meting blijkt dat de Wet handhaving kraakverbod de beoogde effecten maar gedeeltelijk bereikt. Het aantal kraakincidenten is niet echt veranderd en kraakpanden worden onder de nieuwe wet ook niet váker strafrechtelijk ontruimd. Maar als het gebeurt, gaat het wel sneller.
Doeltreffendheid en doelmatigheid
Dat blijkt uit onderzoek van Bureau Ateno in opdracht van het WODC naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van de wet. Vóór deze één-meting was er al een nulmeting en volgend jaar wordt het onderzoek afgesloten met een eindevaluatie. Er zijn verschillende procedures om een kraakpand te kunnen ontruimen, maar de Wet handhaving kraakverbod heeft betrekking op de strafrechtelijke ontruimingen.
Een derde ontruimd
In 2023 waren er 108 kraakincidenten, waarbij een derde van de gekraakte panden strafrechtelijk werd ontruimd. Net zo vaak als voor de invoering van de wet, maar de één-meting laat zien dat het nu wel sneller gaat. De tijd tussen het moment van aangifte en ontruiming was in 2021 nog gemiddeld 79 dagen en bij vergelijkbare gevallen in 2023, nog maar 34 dagen.
Geen kort geding meer
Een reden hiervoor is dat krakers door de nieuwe wet geen kort geding meer kunnen aanspannen tegen uitzetting. Voorheen kon die procedure wel tot acht weken in beslag nemen. Nu vraagt de officier van justitie na een aangifte een machtiging tot ontruiming aan bij de rechter-commissaris. Die beslist binnen 72 uur of er mag worden ontruimd. In die drie dagen heeft de rechter-commissaris gelegenheid om de krakers te horen.
Kraken geen woonmodel
Het ontmoedigen van kraken als woonmodel is het tweede doel van de Wet handhaving kraakverbod. Onder de oude wetgeving zouden georganiseerde groepen krakers misbruik maken van de schorsende werking van een kort geding om zo lang mogelijk in een pand te kunnen blijven. Maar de onderzoekers hebben een dergelijk woonmodel, als er ooit al sprake van was, zowel in de nul- als in de één-meting niet kunnen vinden.
Onderzoek draagvlak kraakverbod
Onlangs bleek uit onderzoek van EenVandaag onder 24.000 panelleden dat kraken nu weliswaar verboden is, maar 35 procent dat toch graag ziet veranderen. Dat draagvlak groeit bij panden die langer dan een jaar leegstaan. ‘Zorg dat alle bestaande ruimte bewoond wordt of legaliseer kraken’, aldus een panellid. Panelleden zien het wonen in leegstaande panden als manier om pandjesbazen onder druk te zetten. Door kraken weer legaal te maken worden pandeigenaren gepusht om hun objecten minder lang leeg te laten staan, zegt een deelnemer. ‘Ik ben niet voor kraken, maar nood breekt wet.’ De voorstanders stellen wel voorwaarden aan het legaliseren van kraken, zoals de manier waarop krakers met een pand omgaan. Ook vinden ze het vaker goed als mensen een kantoorpand kraken dan een woning.
Woningnood aankaarten
Krakersgroepen die in Nederland actief zijn gebruiken het kraken vooral als middel om maatschappelijke vraagstukken, zoals de woningnood, aan te kaarten. Voor de meer individueel opererende krakers komt het kraken in de regel eerder voort uit een directe woonurgentie. Publiekelijk ruchtbaarheid geven aan de kraak heeft vaak geen prioriteit, integendeel, stellen de onderzoekers.
Niet vaker strafrechtelijke ontruiming
Een derde doel van de wet is het beter beschermen van het eigendomsrecht van pandeigenaren. De onderzoekers constateren dat het aantal kraakincidenten van de nulmeting in 2021 tot de één-meting in 2023 is afgenomen, maar achten het daarbij ook onwaarschijnlijk dat dit door de wet komt. Wel doen eigenaren sneller aangifte, mogelijk met het idee dat de nieuwe wet leidt tot een snellere ontruiming. Maar het aandeel strafrechtelijke ontruimingen is niet gewijzigd, want dat is nog steeds bij een op de drie kraakpanden het geval. De nieuwe wet zorgt er dus niet voor dat er vaker strafrechtelijke ontruimingen zijn, wat wel met de wet wordt beoogd.
Meer werk
Een onbedoeld, maar verwacht, effect van de nieuwe wet is dat de officier van justitie meer werk heeft door de nieuwe regels. Ook advocaten van krakers ervaren door de nieuwe werkwijze meer tijdsdruk, waardoor er een ongelijk speelveld kan ontstaan. Niettemin melden advocaten dat ze de toetsing door de rechter-commissaris even stevig vinden als die voorheen was door de voorzieningenrechter in een kort geding.
Nader onderzoek
De onderzoekers hebben voor deze één-meting politiedata en data van het Openbaar Ministerie gebruikt en vertegenwoordigers van uitvoeringsinstanties en de advocatuur gesproken. In de laatste evaluatieronde gaan zij ook beleidsambtenaren van het ministerie, strafrechtdeskundigen, pandeigenaren en krakers bevragen. Daarnaast doen ze een nieuwe kwantitatieve analyse. Zo moet in de eindevaluatie een breed beeld van de effecten van de Wet handhaving kraakverbod ontstaan.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.