Koloniale overblijfsels
Het bitterste verwijt, dat de op Curaçao woonachtige schrijver Frank Martinus Arion mij ooit maakte, betrof de vraagtekens die ik geplaatst had bij Surinaamse onafhankelijkheid.
Had Nederland, vroeg ik mij af, er niet beter aan gedaan om dat land binnen het Koninkrijk te houden? En was het dan in december 1982 ook tot moorden gekomen? Frank Martinus Arion vond dat een onbegrijpelijk staaltje postkoloniaal en superieur westers wensdenken. Elk volk, vond hij, elke natie, had geen groter goed te bevechten dan de eigen onafhankelijkheid. Geen mens op deze aarde kon voluit trots en gelukkig worden, zolang de grond die hij bewoonde in bezit was bij een heerser aan de andere kant van de oceaan. Zelfs niet wanneer die heerser de milde trekken vertoonde van een hulpvaardige wiens ene hand met geld strooide terwijl de andere het volk toch maar mooi bij de nek greep.
Voor die opvatting is op zichzelf veel te zeggen. Probleem is wel dat Frank Martinus Arion, op het eiland waar hij zijn woonstee heeft, zo ongeveer de enige is die ernaar snakt om de staatsrechtelijke band met Nederland door te snijden. Ik geloof zelfs dat hij het voor lief zou nemen wanneer zijn eiland, eenmaal trots voorzien van eigen vlag, volkslied en staatshoofd, eigenhandig op zou moeten draaien voor de gigantische schuld waarmee opeenvolgende regeringen het huishoudboekje hebben opgezadeld. Liever straatarm en trots dan rijk en geknecht.
Nee, er is binnen het hele arsenaal van Antilliaanse politici geen exemplaar in voorraad dat er dezelfde opvatting op na houdt als de idealistische prachtschrijver van Dubbelspel, een van de mooiste boeken die er in de Nederlandse taal zijn verschenen. Los van de andere Antilliaanse eilanden, ja, dat wil iedereen daar wel. Een status aparte, zoals Aruba kent, ja graag. Geen binding meer met Bonaire of met bovenwindse misbaksels als Saba, Sint Eustatius of Sint Maarten? Liever vandaag nog dan morgen. Maar los van Den Haag en van Oranje? Ja zeg, dan ben je een dief van je eigen portemonnee!
En dus vonden al die Curaçaose politici het niet zo erg leuk toen Wildersaanhanger Hero Brinkman hun eiland een roversnest noemde dat maar het beste bij opbod verkocht kon worden. Erg aardig was dat zeker niet van de PVV'er, al vertolkte hij, op brute toonhoogte, wel de mening van een overtal zijner landgenoten. Bovendien mogen we niet aannemen dat ook het beste bod erg hoog gaat uitvallen.
Maar een puntje had deze ik-zeg-wat-ik-denkparlementariër toch wel. Van erg veel eigenbaat bij haar overzeese gebiedsdelen kan geen mens Nederland verdenken. Integendeel. Overal waar de rijksgenoten van overzee zich vestigen ontstaan spontaan ernstige probleembuurten waarin het geweldsmisdrijf en de drugsinname allengs de overhand nemen. En er moet, om maar eens met de Hollandse koopmansstem te spreken, bij voortduring geld bij.
Ik weet het, ik riskeer een nieuwe boze blik van Frank Martinus. En toch vind ik ook dit keer dat het helaas, helaas niet anders kan dan dat de Antillen voorlopig nog even onder Nederlandse hoede blijven. Ondanks de daaraan verbonden onkosten. En ondanks de overlast die tot in Dordrecht en Den Helder pijnlijk voelbaar is. Het gaat hier nu eenmaal om enkele andere restanten voorheen koloniaal winstgewest die veel te klein zijn om zichzelf overeind te houden. De dagen van de dekolonisering liggen intussen al vrij ver achter ons. Die paar overblijfsels die de wereld nog kent zijn niet voor niets overgeschoten.
Dan is het geen vorm van paternalisme, maar eerder een vorm van mededogen om ze in Beatrix' naam maar zo'n beetje op de been te houden. Leuk is anders. Maar een door Nederland zelf geconstrueerd verleden schept hoe dan ook verantwoordelijkheid voor de toekomst.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.