Nederlanders weten weinig van politiek systeem
Veel Nederlanders zeggen de termen coalitie en exitpolls niets en ze weten niet dat de regering wordt gevormd door de koningin en de ministers, blijkt uit een onderzoek van TNS NIPO.
Nederlanders zijn niet goed op de hoogte van hoe het politieke systeem is georganiseerd in hun land. Dit blijkt uit een onderzoek onder ruim 1000 Nederlanders dat in de maand augustus is uitgevoerd door TNS NIPO in opdracht van de Leidse Onderwijsinstellingen (LOI).
Helft kent coalitie niet
Exitpolls, de Staten Generaal, Prinsjesdag … het zijn enkele begrippen uit de vaderlandse politiek die bekend in de oren klinken. Echter, de kennis van de gemiddelde Nederlander op dit gebied laat sterk te wensen over. Zo weet bijna de helft van de ondervraagden niet wanneer men van een coalitie spreekt. Slechts 34 procent van de Nederlanders weet dat de regering wordt gevormd door de koningin en de ministers en 50 procent weet dat de Staten Generaal bestaat uit de Eerste en Tweede Kamer. Ook het begrip ‘exitpoll’, een peiling van het stemgedrag van de kiezers tijdens de dag van de verkiezingen zelf, is bij slechts 45 procent van de ondervraagden bekend.
Voorwaarde voor stemmen
Opvallend is ook dat 22 procent van de ondervraagden van mening is dat er naast de Nederlandse nationaliteit en de leeftijdsgrens van 18 jaar, nog andere voorwaarden gesteld zouden moeten worden aan het recht om te mogen stemmen. Van deze groep zijn vooral de mannen (25 procent t.o.v. 12 procent van de vrouwen) van mening dat een minimaal opleidingsniveau zo’n extra voorwaarde zou moeten zijn.
De Jager?
Het kennisniveau lijkt bij vrouwen en de jongere leeftijdsgroep 18-34 nog het meest achter te blijven. Ondanks dat de huidige financiële crisis vrijwel dagelijks beeldbepalend is, weet slechts 65 procent van de vrouwen wie de huidige (demissionaire) minister van Financiën is (t.o.v. 84 procent van de mannen) en zelfs maar 60 procent van de groep 18-34 jarigen weet De Jager te noemen. Ook opmerkelijk: zowel van de vrouwelijke als de jongere groep kiezers weet 28 procent niet dat bij de aanstaande verkiezingen van 12 september de leden van de Tweede Kamer worden gekozen (t.o.v. 18 procent van de mannen).
Om het kennisniveau van de Nederlander op een hoger plan te brengen, heeft de LOI in samenwerking met ProDemos, een minicursus ‘Politiek’ samengesteld.
Ik vind het niet zo erg dat ik niet weet (en vrijwel niemand denk ik) wie de nrs 5, 10 of hoger zijn van de partijen. In de kamer wordt elk onder werp toch meestal door 1 specialist behandeld en stemmen alle fractieleden op zijn of haar standpunt mee.
Het gaat dus bij het stemmen om de partijstandpunten en niet om de personen, behalve dan de uitstraling van de partijleider als persoon.
Het zou niet verkeerd zijn als je bij echt grote besluiten een referendum had, buiten coalities om. Maar dan is de informatieverstrekking heel belangrijk: oke u wilt hier tegen stemmen, maar wat voor gevolgen heeft dat en bent u daar ook tegen? Bijvoorbeeld SP en PVV hebben vaak duidelijke standpunten ergens tegen, en scoren daarmee, maar hun aanhang heeft vaak geen idee wat de (negatieve) gevolgen zouden zijn en of ze daar wel voor zijn. Dat vind ik een groot nadeel van het opzich sympatieke idee van een referendum.