Kans op strafzaak Spijkers lijkt klein
Het Openbaar Ministerie vindt dat de gezondheidsdienst RBB ‘valsheid in geschrifte’ heeft gepleegd ten koste van klokkenluider Fred Spijkers. In een poging Spijkers gek te laten verklaren, is volgens Justitie onder meer gerommeld met psychiatrische rapporten. Maar hiermee is niet gezegd dat het ooit tot een strafzaak komt.
Geschokt
Hans van Atteveld, advocaat-generaal bij het gerechtshof in Den Haag, toonde zich in 1999 geschokt toen hij het dossier- Spijkers tegen het licht had gehouden. De RBB had zich naar zijn mening schuldig gemaakt aan valsheid in geschrifte.
Kwalijk
In een notitie aan het Hof sprak Van Atteveld van ‘een uitermate kwalijk feit’ en van ‘een strafwaardige gedraging waarvoor vervolging tot de mogelijkheden behoort’. Dat het nooit tot een strafzaak is gekomen, heeft te maken met onderhandelingen tussen Spijkers en Defensie. Deze besprekingen leidden in 2002 uiteindelijk tot een ‘vaststellingsovereenkomst’. Onderdeel hiervan was dat Spijkers de bij het gerechtshof in gang gezette procedure zou stopzetten.
Geen prioriteit
Geert-Jan Knoops, de huidige advocaat van Spijkers, stelt dat de kwestie rond de RBB hierdoor ‘in de lucht is blijven hangen’. Knoops vermoedt dat het met een hernieuwde aangifte wellicht mogelijk is om in deze zaak alsnog verdachten voor de rechter te brengen. ‘Maar hier ligt niet onze prioriteit’,zegt hij. ‘Wij hopen dat er eindelijk een streep onder de zaak gezet kan worden, en daarover gaan we in gesprek met minister Hillen.’
Mijn
Het door Knoops genoemde gesprek volgt op een recente uitspraak van de Centrale Raad van Beroep. Dit college stelde enkele weken geleden vast dat opeenvolgende ministers van Defensie schuldig zijn aan het ontslag van Fred Spijkers, die tot 1993 bij het departement in dienst was als bedrijfsmaatschappelijk werker. Ook oordeelde de Raad dat ‘de bron’ van het arbeidsconflict was gelegen in het feit dat Spijkers in 1984 weigerde om de weduwe van een verongelukte munitie-expert te vertellen dat haar man door eigen onvoorzichtigheid om het leven was gekomen. Spijkers wist dat er in werkelijkheid al lange tijd problemen waren met het bewuste type mijn, dat een jaar eerder aan zeven militairen het leven had gekost.
Vervolgen
Knoops begrijpt de veelgehoorde roep, op onder meer de website van Binnenlands Bestuur, om de schuldigen in de zaak-Spijkers nu te vervolgen. Maar de kans dat het ooit zover komt, lijkt niet groot. Ten eerste omdat Spijkers en Knoops er op dit moment geen prioriteit aan toekennen. Maar ook omdat Knoops, behalve bij de RBB-zaak, vooralsnog weinig harde strafbare feiten vermoedt: ‘Over concrete verdachten kun je niet spreken. Daarvoor zou eerst nader onderzoek nodig zijn. Bij veel aspecten in het dossier- Spijkers gaat het om schemergebied; om het grijze gebied tussen wat wel geoorloofd is, en wat niet.’ De andere kant is: in de zaak-Spijkers weet je het maar nooit. Fred Spijkers zelf laat weten dat hij van moment tot moment bekijkt welke stap volgens hem de beste is. ‘Op deze trap ga ik tree voor tree naar boven. Ik sluit helemaal niets uit.’
Die kans moet Knoops de gezondheidsdienst maar geven als een strafzaak momenteel geen prioriteit heeft. En dan kijken hoe de gezondheidsdienst hiermee omgaat en daar als BB ook op monitoren.