‘Ambtenaar moet opstaan tegen partijpolitiek bestuurder’
Ambtenaren staan onder druk. Jurist Roeland Spruyt pleit voor professionalisering en schuwt daarbij de invoering van tuchtrecht niet.
Bijna de helft van de ambtenaren ervaart morele twijfels op het werk, bleek recent uit onderzoek van I&O Research. Meer dan de helft maakt weleens mee dat er geïrriteerd wordt gereageerd als ze die twijfels ter sprake brengen. Jurist Roeland Spruyt: ‘Ambtenaren hebben een eigen, belangrijke rol in het staatsbestel.’
In de knel
Begin dit jaar haalde een ambtenaar van de IND het nieuws. Hij stapte op, omdat de uitvoeringsdienst volgens hem handelt zonder wettelijke basis, ‘op grond van een politiek besluit’. Dat deskundige ambtenaren in de knel komen doordat de politiek de ministeries binnendringt, is voor Roeland Spruyt herkenbaar. Hij werkte enige tijd als beleidsjurist bij het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Nu promoveert hij aan de Universiteit Leiden, op een onderzoek naar de rol van de ambtenaar in de trias politica.
Onlangs pleitte Spruyt in een opinieartikel in de Volkskrant voor het invoeren van tuchtrecht voor ambtenaren, om de macht van de ambtenaar te ‘controleren’. Het leverde hem verontwaardigde reacties van een aantal ambtenaren op.
BB Een van de kritiekpunten op uw voorstel was dat ambtenaren in een hiërarchisch systeem werken, voor een bestuurder. Dus als je ze tuchtrechtelijk aanspreekt, spreek je ze aan op wat een bestuurder wil. Ziet u dat ook zo?
Met ‘tuchtrecht’ bedoel ik niet dat ambtenaren onder de knoet moeten. Het is een manier waarop je ambtelijke professionaliteit kunt codificeren, en mensen daaraan kunt houden. Die reacties komen vanuit het huidige systeem. En dat is, denk ik, heel sterk hiërarchisch. Ambtenaren moeten juridisch gezien immers de wil van de bewindspersoon volgen. In mijn onderzoek denk ik na over de vraag: kan dat niet anders? Want ambtenaren hebben een eigen, belangrijke functie in het staatsbestel.
Reële keuzes
Die belangrijke functie zie je volgens Spruyt bijvoorbeeld bij de klimaatcrisis. Terwijl de politiek discussieert over of er sprake is van een crisis, en hoeveel we ons daarvan moeten aantrekken, kan de ambtenaar zorgen voor ‘reële keuzes die praktisch werken’. Ambtenaren kunnen dankzij hun enorme dossierkennis politici en bestuurders opties geven om de doelen van het Parijsakkoord te halen. Politici, zegt Spruyt, moeten naar deze opties luisteren.
Dit geldt niet alleen voor goede ideeën van ambtenaren, maar ook voor slechte ideeën vanuit de politiek. Spruyt pleit voor ‘stevige ambtenaren’. ‘Als je bijvoorbeeld ziet dat een wet evident tegen een bepaald grondrecht ingaat, dan moet je als ambtenaar zeggen: “Ik heb mijn ambtenareneed en mijn professionaliteit, dit gaan we niet doen”. Als je met dat tuchtrecht de mogelijkheid krijgt om nee te zeggen, weet ik zeker dat dit vaker wordt gedaan.’
BB Het tuchtrecht dat u oppert, klinkt meer als een steuntje in de rug dan als een systeem waarin je je moet verantwoorden als er klachten worden ingediend.
Het mes snijdt aan twee kanten. De eerste is dat steuntje in de rug, zodat je tegen de minister kunt zeggen: ‘U wilt dit nu wel, maar dat kan niet, of mag niet, of werkt niet.’ De tweede kant is dat we als maatschappij steeds meer van de ambtenaar verwachten. We vragen ons af: wie zijn die mensen eigenlijk? Welke rol hebben ze? Door regels te maken, kunnen we onze verwachtingen van ambtenaren verwoorden, zodat zij daarop ook aanspreekbaar zijn.
Werken voor Nederland
Volgens Spruyt is regulering belangrijk om de ambtenarij te professionaliseren. Door zich te onttrekken aan de politieke macht, kunnen ambtenaren weer doen wat zij volgens Spruyt willen. ‘Niet werken voor de politiek, maar voor Nederland.’
BB Bestuurders hebben formeel een uitvoerende rol. Die horen op hun portefeuille eigenlijk geen partijpolitiek te bedrijven. Wat gaat er mis, waardoor ambtenaren daar toch tegenaan lopen?
Ik denk dat een van de redenen is dat regeerakkoorden steeds specifieker voorschrijven wat er moet gebeuren. Dus niet ‘wij willen kansengelijkheid in het onderwijs’, maar ‘wij willen kansengelijkheid op die en die punten. En dan moet er voor iedereen een boterham met gewone kaas en een boterham met Hüttenkäse zijn elke ochtend.’ Alles moet vooraf precies worden vastgelegd.
Lees het volledige artikel in Binnenlands Bestuur nr. 13 van deze week.
Vrij geruisloos is in maart het Beleidskader geïntroduceerd. Het IAK is ten grave gedragen, politici trokken zich er niets van aan. Ik roep ambtenaren op om met de nieuwe verkiezingen in aantocht de aanzetten die dit kabinet Rutte heeft gedaan voor fatsoenlijke wet- en regelgeving nadrukkelijk en actief naar buiten te brengen, het gesprek met politici daarover aan te gaan en ons burgers duidelijk te maken hoe sterk politiek denken en handelen het goed functioneren van Nederland dwars zit.