‘Ik ga de zorgboeren ontzorgen’
Als een gemeentesecretaris wél, en graag zelfs, wil praten over de nieuwe uitdaging, dan mag je er zowaar vanuit gaan dat er geen bonje was. ‘En zo is het maar net’, lacht scheidend gemeentesecretaris van Hilversum Inge de Vries (58). Na acht jaar gaat ze volgende week aan de slag als directeur-bestuurder van de coöperatie van zorgboerderijen Boer & Zorg.
Hilversum predikt flexibiliteit in het gemeentehuis. De top doet mee. De ‘atypische’ gemeentesecretaris Inge de Vries verhuist naar de coöperatie van zorgboerderijen Boer & Zorg. ‘Ik heb altijd voor kwetsbare groepen willen werken.’
Inge de Vries vertrekt als gemeentesecretaris van Hilversum
Als de gemeentesecretaris ‘een nieuwe uitdaging’ aangaat, dan weet je over het algemeen wel hoe laat het is. Dan is er fikse heibel geweest in het gemeentehuis. ‘Onvoldoende chemie’ wordt dat genoemd. Dat de ‘nieuwe uitdaging’ te maken heeft met het ontbreken van die ‘chemie’, blijkt als de gewezen gemeentesecretaris niets wil zeggen en de gemeente het bij een obligaat persberichtje houdt.
Als een gemeentesecretaris wél, en graag zelfs, wil praten over de nieuwe uitdaging, dan mag je er zowaar vanuit gaan dat er geen bonje was. ‘En zo is het maar net’, lacht scheidend gemeentesecretaris van Hilversum Inge de Vries (58). Na acht jaar gaat ze volgende week aan de slag als directeur-bestuurder van de coöperatie van zorgboerderijen Boer & Zorg.
Chemie was er nog in het Dudokpark, zegt De Vries op het terras van Brasserie De Jonge Haan aan de lommerrijke ‘s-Gravelandseweg. En het is zeker zo dat de gemeentesecretaris bij een ingrijpende reorganisatie niet zonder kan, voegt ze eraan toe.
De Vries: ‘Je moet het met je college en organisatie rooien. Het college gaf mij de opdracht om de ambtelijke organisatie te reorganiseren. Van de zevenhonderd mensen moesten er honderd uit, maar belangrijker: we moesten op een andere manier gaan werken. Het klikt bij mij als ik daarvoor de ruimte krijg. En ik kreeg die ruimte om een nieuwe organisatie neer te zetten zonder dat het college mij opjoeg.’
Fouten
Een ambtelijke organisatie die door de molen wordt gehaald, moet leren en mag fouten maken. Móet eigenlijk fouten maken, ‘want daarvan leer je’, meent De Vries. ‘De drie colleges waarmee ik heb gewerkt, zagen beweging en accepteerden dat zaken soms nog niet goed waren. Misschien is mijn verdienste wel dat ik dat kon uitleggen. Als ik dat niet had gekund, hadden we hier vandaag niet gezeten.’
Je moet niet met iedere wind meewaaien, stelt De Vries, ‘maar je bent er als gemeentesecretaris wel om het college te bedienen. ‘Ik moest mijn ambtenaren eerder afremmen dan enthousiasmeren’ Het huidige college was bij zijn aantreden bijvoorbeeld heel ambitieus. Die ambities hadden mijn teams in no time in programma’s weggezet.’
Dat kon omdat ze in Hilversum een flexibele organisatie had bedacht die de tijd had gekregen om te groeien. De Vries: ‘En natuurlijk zeg ik weleens: “Dit kan nu even niet”, maar als je daar een verhaal bij hebt, dan begrijpt het college dat best. Een wethouder wil oogsten. Dat begrijp ik, en dat is toch ook hartstikke leuk? Je hebt als gemeentesecretaris ook de verantwoordelijkheid naar de organisatie om uit te leggen waarom iets belangrijk is voor een college. Dat begrijpen ambtenaren ook. Ik moet ze eerder afremmen dan enthousiasmeren. Zij zetten ook graag iets neer. Ik ben enorm trots op de Hilversumse ambtenaren.’
Loon naar prestatie
Binnen de nieuwe flexibele en omgevingsgerichte gemeentelijke organisatie in Hilversum krijgt iedereen loon naar prestatie. ‘Dat is heel uitzonderlijk voor een overheidsorganisatie’, glundert Inge de Vries. Ze is trots op deze aanpak die medewerkers activeert en blij dat de bonden ermee instemden. De Vries: ‘Toen ik kwam, hadden de medewerkers die door een reorganisatie in een lagere functie waren terechtgekomen hun oude salaris behouden. Je moet mij niet vragen waarom ze op dat lagere niveau waren gezet, maar ik heb ze allemaal teruggezet naar het werk dat hoorde bij hun salaris. Ze waren goed en in de teams werd met scheve ogen gekeken naar de medewerkers die hetzelfde werk deden maar meer betaald kregen.
Vooral jongeren hadden daar last van en die moet je als gemeente echt koesteren’. Voor niemand was het een goede situatie, meent De Vries. ‘Ik heb daarom gezegd: “Iedereen krijgt wat hij verdient en iedereen verdient wat hij krijgt.” Heel veel mensen zijn blij dat ze weer werk hebben dat hoort bij hun salaris. Sommigen waren niet happy en zijn vrijwillig teruggegaan in salaris. Iedereen tevreden. Ik ben daar ontzettend trots op. Je moet je niet gevangen laten houden door regels waar niemand blij mee is. Voer de regie over je eigen loopbaan.’ Iedereen in de gemeentelijke organisatie moet zich afvragen: ligt hier mijn uitdaging en kan ik hier groeien? ‘De mobiliteit is daardoor intern en de laatste tijd ook extern redelijk groot. Vorig jaar zijn in Hilversum 120 van de 600 mensen van plaats gewisseld en 23 zijn naar buiten gegaan’, zegt De Vries.
Mobiliteit die niet alleen behoort te gelden voor de medewerkers, maar ook voor de leiding, vindt ze. ‘Het is logisch dat ik mijzelf als boegbeeld van de gemeentelijke reorganisatie en pleitbezorger van mobiliteit die vragen ook stel. Ik heb mij gerealiseerd dat ik een andere omgeving nodig heb om door te kunnen groeien. Net als voor andere medewerkers die tot die conclusie komen, wordt dat voor mij een ontdekkingstocht. Ik weet ook niet hoe het afloopt. Ik weet wél dat ik na acht jaar als gemeentesecretaris gewerkt te hebben aan de andere kant wil zitten.’
‘De gemeente moet verbinding maken met de samenleving als ze de nieuwe zorgtaken goed wil uitvoeren’, stelt De Vries. ‘Aan de keukentafel hoor je de dingen die je op het gemeentehuis niet hoort. Ze noemen die transformatie op het sociaal domein ‘van buiten naar binnen’, maar eigenlijk moet het worden: buiten is binnen en binnen is buiten. Ambtenaren moeten veel zichtbaarder zijn in de gemeente. Ik denk dat gemeenten dit principe wel accepteren, maar omarmen ze het ook? Dat kan ik alleen ondervinden als ik tussen de mensen zit die het moeilijk hebben en hulp van de gemeente verdienen.’
Veiligheid
Op de zorgboerderij bijvoorbeeld, waar mensen die zorg of begeleiding nodig hebben dieren verzorgen of in een groenten- of bloementuin werken. De Vries: ‘Als ik de ruimte krijg, dan heb ik veel toegevoegde waarde bij de zorgboeren. En als ik ruimte heb, dan is er ook chemie. Zorgboeren hebben een belangrijke functie in de samenleving, niet alleen in de kleinschalige zorg dicht bij de lokale bevolking, maar ook voor de veiligheid. Verwarde mensen kunnen er goed worden opgevangen.’
Na de decentralisaties in het sociaal domein zijn de zorgboeren afhankelijk geworden van de lokale overheden, maar ze hebben, constateert De Vries, nog steeds aanloopproblemen. ‘Ambtenaren in de regio kopen zorg in bij zorgboerderijen. Daar zitten allerlei regels aan vast waar innovatieve ondernemers zoals zorgboeren niet op zitten te wachten. Daar moet je ze dus niet mee lastigvallen. Ze moeten kunnen doen waar ze goed in zijn.’
Kien daarom dat Boer & Zorg iemand in dienst heeft genomen die het ambtelijke klappen van de zweep kent. Wat kan ‘Dit wordt voor mij ook een ontdekkingstocht’ oud-gemeentesecretaris De Vries voor de zorgboeren betekenen? ‘We moeten de verschillende talen op elkaar laten aansluiten. Bij de gemeenten spreken we de ene taal en de boeren spreken een andere taal. Omdat ik de taal van de gemeente spreek en ook wel, gezien mijn achtergrond en affiniteit, die van de boeren, hoop ik een brug te kunnen slaan. De zorgboer begrijpt niet waarom hij van de gemeente zoveel moet administreren en de rekeningen niet meteen worden betaald, en de gemeente begrijpt niet waarom de zorgboer niet gewoon volgens de regels zijn spulletjes indient.
Ik heb in mijn sollicitatie letterlijk gezegd: “Ik ga de zorgboeren ontzorgen.”’ De Vries is ervan overtuigd dat zij zich tussen de zorgboeren geen vreemde zal voelen. ‘Ik ga mij er heel erg thuis voelen. Dat is eigenlijk een cadeautje dat ik heb gekregen van de ontwikkelingssamenwerking. Ik pas mij gemakkelijk aan. Ik ben begonnen bij boeren groe pen in Haïti en ik eindig bij boeren in Flevoland of Overijssel. De boerderij is altijd een grote liefde gebleven.’
Atypisch
Inge de Vries is niet voor niets, zegt ze zelf, een ‘atypische gemeentesecretaris’. Geen bestuurskundige uit Leiden of politicoloog uit Amsterdam, maar een landbouwkundig ingenieur uit Wageningen voor wie de cirkel met haar vertrek naar Boer & Zorg rond is – notabene met Wageningen als standplaats.
De Vries: ‘Na mijn studie ben ik naar Haïti, Burundi en de Comoren voor de Afrikaanse oostkust gegaan om er landbouwprojecten op te zetten. We zijn voor het onderwijs van onze kinderen teruggekomen en ik schreef in Nijmegen mijn proefschrift. Het was interessant om op de universiteit dingen uit te pluizen, maar ik miste de ervaring van het met je poten in de modder staan. Daarom ben ik bij de lokale overheid terecht gekomen. Ik geloof in een krachtige lokale samenleving – in ontwikkelingslanden en in Nederland. Na mijn promotie solliciteerde ik bij de gemeente Amersfoort, waar ik hoofd arbeid en zorg werd.’
Van de duizend heuvels in het kleine Burundi naar de groenste stad van Europa. ‘Ik kon in ontwikkelingslanden het verschil maken, maar ook in Amersfoort. Dat is de rode draad in mijn leven. Daarom was de overstap ook niet zo groot. Ik heb altijd voor kwetsbare groepen willen werken. Daarvoor heb ik bij de gemeenten waarvoor ik heb gewerkt altijd alle ruimte gekregen.’ Boeren in ontwikkelingslanden, Nederlandse gemeenten en nu zorgboerderijen in Gelderland of Utrecht – geen rijkstoren in Den Haag voor Inge de Vries.
‘Maar ik zou wel in een Haagse adviescommissie willen zitten’, lacht ze. ‘Kijk eens wie daarvoor worden gevraagd. Zijn dat de mensen die helemaal in de samenleving staan? Als directeur- bestuurder van Boer & Zorg zou ik in Den Haag graag een potje willen breken voor de zorgboeren. Als je wilt bezuinigen op de zorg, dan moet je de nadruk leggen op preventie en ervoor zorgen dat mensen veel eerder dáár terecht kunnen waar ze gezond verder kunnen, zoals op een zorgboerderij. Mensen met een verstandelijke beperking, met dementie of autisme, met hersenletsel, verslaafden, psychiatrische patiënten.’
Ja, de zorgboerderij heeft een hoge gunfactor, weet De Vries. ‘Maar als je naar de zorgpraktijk kijkt en wat wij ervan hebben gemaakt, dan zie je dat zorgboeren soms moeilijk kunnen voldoen aan de aanbestedingseisen terwijl ze wel kwaliteit bieden en een keurmerk hebben. We hebben het nodeloos ingewikkeld gemaakt.’
CV
Inge de Vries werd op 26 oktober 1957 geboren in Moerkapelle (Zuid- Holland). Ze studeerde humane voeding aan de Universiteit van Wageningen. Na haar studie werkte ze in ontwikkelingslanden voor de Voedsel-en Landbouworganisatie (FAO). Ze promoveerde in 1996 in Nijmegen op een onderzoek naar vrouwen, verwantschap en vruchtbaarheid. De Vries werd in dat jaar hoofd arbeid en zorg bij de gemeente Amersfoort. In 2002 werd ze hoofd van de Sociale Dienst in Nieuwegein, waarna ze in 2006 overstapte naar Hengelo (Overijssel) om er directeur beleid en beheer te worden. In september 2008 werd De Vries gemeentesecretaris in Hilversum. Op 1 oktober wordt ze directeur-bestuurder van de coöperatie Boer & Zorg.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.