Advertentie

Hypocraat

Mooi woord: bovenstroomtaal. Ik kende het niet, maar het schijn in de organisatie- en bestuurskunde een staand begrip te zijn. Het is de taal die gebruikt wordt bij vergaderingen, in formele beleidsstukken, in persberichten. De taal die gebruikt wordt om aan te geven dat een organisatie ‘in control’ is over haar activiteiten: doelmatig, SMART, verantwoording, bestuurskracht, zelfreinigend vermogen, planmatig…dat soort taal.

23 april 2010

Professor dr. Harrie Aardema heeft in zijn boek ‘Voorbij de Hypocratie’ een heel overzicht opgenomen van al die termen die gebruikt worden in de bovenstroomtaal.

 

Natuurlijk is er ook een onderstroomtaal. Daarmee wordt tot uitdrukking gebracht wat er echt gebeurt in een organisatie: ‘Hier krijg ik energie van’, ‘Ik voel mij niet serieus genomen’, ‘wat een afschuwelijke parfum’, ‘waarom verdient zij meer dan ik’, ‘wanneer wordt nu eindelijk eens duidelijk dat die brug er komt…’

 

Bovenstroomtaal dient ertoe om afstandelijk te imponeren en te inspireren, maar heeft weinig te maken met wat zich in onderstromen tussen betrokkenen voltrekt, aldus Aardema. De bovenstroom is als een ‘dikke warme deken waaronder het ware leven zich kan afspelen.’

 

Zeer herkenbaar natuurlijk. We gieten alle activiteiten in een planning en control cyclus, benoemen SMART doelstellingen en stellen targets…maar iedere ambtenaar weet dat hiermee een fictieve wereld geschapen wordt. Niemand verwacht dat die SMART-doelstellingen daadwerkelijk gehaald worden. Kijk maar eens hoe dat gaat bij de Rijksoverheid: met Prinsjesdag levert de politiek een prachtige begroting in, helemaal volgens de ‘VBTB’ systematiek. Die begroting creëert een fictie over wat er het komende jaar gaat gebeuren, hoeveel dat mag kosten en wat we er voor moeten doen.

 

Maar er is, zeker in de politiek, nauwelijks aandacht voor de realisatie van al die plannen. Op de ‘verantwoordingsdag’ (derde woensdag van mei) legt de regering verantwoording af over de behaalde resultaten. Daar is weinig belangstelling voor.  En een bewindspersoon die zijn doelstellingen niet heeft gehaald, heeft weinig te vrezen. Wat wil je ook, want al die mooie plannen en doelstellingen verdwijnen in de vuilnisbak zodra het kabinet valt. Drie maanden geleden was ik er nog van overtuigd dat het rekeningrijden in Nederland ingevoerd zou worden. Met de val van het kabinet is dat voorstel van tafel. Wat heb je in zo’n grillige politieke omgeving aan een planning & control cyclus?

 

Aardema introduceert de term ‘hypocratie’: een eigentijdse invulling van democratie. Politici – maar ook  bestuurders managers en ambtenaren – die iets anders zeggen (bovenstroomtaal) dan er kan en zal worden uitgevoerd (onderstroom): ‘imponeerjargon met een hoog abstractieniveau (…). Wat je publiekelijk wel of niet kunt zeggen of schrijven is iets anders dat wat je achter de schermen zegt en wat in de uitvoering wel of niet kan en zal worden gedaan. Op deze wijze beschermen mensen zichzelf en hun organisatie.’ Bovenstroomwoorden daarom zijn onmisbaar, aldus Aardema. Maar een teveel ervan bezorgt de overheid een onnodig negatief imago en genereert een overmaat aan bureaucratische control en inefficiëntie.

 

Oorzaak van de ontwikkeling van de hypocratie zijn de pogingen die er sinds de jaren tachtig zijn gedaan om de overheid beter en – vooral! – efficiënter te laten functioneren: het New Public Management denken. Overheden zouden meer als succesvolle particuliere bedrijven moeten functioneren, minder bureaucratisch moeten zijn. Instrumenten daarbij zijn integraal management, VBTB, contractmanagement, ISO, prestatiemeting, etc. Iedere overheidsorganisatie werkt met een planning en controlcyclus, waarin dit soort begrippen zijn verwerkt. Maar of dat ook tot een efficiëntere overheid heeft geleid, is de vraag. We doen in ieder geval alsof…is dat niet een beetje hypocraat?

 

Paul Lensink

 

Reacties: 2

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

rwindt / machteloze burger
Het beestje krijgt een ander naampje, maar het beestje blijft hetzelfde.
Gebrek aan witteboorden burgerschap.
Momenteel hoor je wel tot vervelends aan toe het woord respect in de verkiezingsretoriek. Het is kennelijk bovenstroomtaal om dat te betrekken op de samenleving en niet op eigen funktioneren binnen de politiek en openbaar bestuur.

Dat gaat natuurlijk na zoveel jaren en moderne media opvallen en ergeren.
Politiek en openbaar bestuur scoren enorm slecht als het gaat om vertrouwen van burgers

De belastingpot als vangnet voor wanbeleid bevordert de efficiency ook niet.

Komt er een klokkenluider de politiek binnen dan wordt die het predikaat populist opgeplakt, als afleidingsmanoeuvre van het eigen onvermogen. Het feit dat het (voor de gevestigde partijen zelf ook) voor zo iemand deksels lastig is een goed team omzichheen te krijgen, maakt dat hooguit tijdelijk de gevestigde politiek zich ongerust maakt weggeconcurreerd te worden.
Fortuyn had een kanskantelpunt dat te doen.
Zijn victorie begon niet toevallig in Rotterdam, waar de volksaard "geen woorden maar daden" is.
Men houdt daar van onder- en bovenstroomdoen!
Michiel Jonker / ambtenaar bij een decentrale overheid
De geciteerde uitspraak "hier krijg ik energie van" kan zowel bovenstroomtaal als onderstroomtaal zijn. Soms moet je als ambtenaar voorwenden dat je ergens energie van krijgt, terwijl dat eigenlijk niet waar is. Je moet "enthousiasme", "positiviteit" en "vertrouwen" tonen.

Bovenstroomtaal is sociaal wenselijke taal (in de ogen van machthebbers), onderstroomtaal is sociaal onwenselijke taal (in de ogen van machthebbers). Bovenstroomtaal is een dialect van Newspeak (George Orwell). Dus niets nieuws onder de zon.

Maar inderdaad stipt Paul Lensink hier wel een groot probleem van deze tijd aan. Ik zal het woord "hypocriet" voortaan anders uitspreken als ik weer eens iemand een loftrompet heb horen afsteken over de voortreffelijkheid van een of ander debacle.

"Voorbij de hypocratie"... Bedoelt prof. dr. Aardema daarmee: gewoon weer een beetje eerlijk zijn?
Advertentie