Drempelvrees
50.000 werknemers in de publieke sector komen jaarlijks in aanraking met integriteitsschendingen. Evenveel als het aantal inwoners van Heerenveen.
Vorige zomer was het feest in Heerenveen. Een gezin mocht op het gemeentehuis komen voor koffie met gebak. Mevrouw kreeg van de burgemeester een groot boeket en de twee dochtertjes elk een vrolijke tas met hun naam erop. Reden voor de feestvreugde: de Friese gemeente had door de komst van het gezin de magische grens van 50.000 inwoners overschreden.
50.000 is ook een getal dat opduikt als het gaat om het aantal werknemers in het openbaar bestuur dat elk jaar kennis krijgt van een mogelijke integriteitsschending. Echt precies weten we dat natuurlijk niet. Het gaat om schattingen op basis van enquêtes. Maar hoe dan ook is duidelijk, dat het om heel veel mensen gaat: net zoveel ambtenaren als het aantal inwoners van Heerenveen. En die hebben allemaal iets gezien of meegemaakt waarvan zij vinden dat het niet deugt. Met zulke aantallen kan men moeilijk doen alsof integriteitskwesties grote uitzonderingen zijn.
Wat vooral zorgen baart is dat de helft van die ambtenaren die iets ziet of hoort daar geen melding van maakt. De helft van – laten we zeggen – 50.000: dat is nog altijd een volgepakt voetbalstadion, bijvoorbeeld het Abe Lenstrastadion in Heerenveen.
Er zijn vele redenen waarom iemand besluit een mogelijke integriteitsinbreuk voor zich te houden: er is geen vertrouwen in de leidinggevenden, het is niet duidelijk waar de werknemer met zijn of haar melding terecht kan, de eigen rechtspositie moet niet in gevaar komen, niemand wil als onruststoker bekend staan of solidaire collega’s in de problemen brengen. Stuk voor stuk begrijpelijke redenen. Een ambtenaar wil zich net als iedere andere werknemer veilig voelen in de werksituatie en zich niet verantwoordelijk maken voor een probleem dat strikt genomen niet het zijne of het hare is, maar van de organisatie.
Het gevolg is dat integriteitskwesties blijven voortbestaan. Wanneer er meteen een melding was gekomen, had de organisatie maatregelen kunnen treffen. Dat leermoment valt weg als er niet gemeld wordt. Als er inderdaad een probleem was, kan dat zich van kwaad tot erger ontwikkelen, misschien wel tot de bom barst. En ondertussen loopt er iemand in de organisatie rond, de niet-melder, die zich teleurgesteld voelt en minder gemotiveerd zal zijn.
Dat is op het individuele niveau al onverkwikkelijk, maar als we vervolgens beseffen dat die situatie zich jaarlijks voordoet bij duizenden mensen verspreid over heel ambtelijk Nederland, is dat een serieus maatschappelijk probleem.
Als het over integriteit gaat, gaat het al snel over 'klokkenluiders'. Mensen die geen andere weg zien dan om via de media en de politiek misstanden aan de grote klok te hangen. Maar wat we vooral nodig hebben is dat mensen zich vrij en veilig voelen om intern aan de bel trekken als er iets niet in orde lijkt. Het is mooi dat een gemeente haar zoveelste inwoner in het zonnetje zet, maar het is nog belangrijker dat de cultuur zo is dat de ambtenaar die zijn of haar hart wil luchten, geen drempelvrees voelt om naar de leiding of naar een vertrouwenspersoon te stappen. Daar hoeft dan geen koffie met gebak en een bos bloemen bij, al zou die melder dat eigenlijk ook wel verdienen.
Frank Kerckhaert is voorzitter van de Onderzoeksraad Integriteit Overheid
Hoewel de bovenstaande tekst van de voorzitter van de OIO doet vermoeden dat het melden van een vermoeden van een misstand bij de OIO veilig en welwillend zal plaatsvinden, kan dat in de praktijk geheel anders blijken.
Van een vorm van veiligheid en bescherming is in het onderhavige geval geen sprake. De gemeente heeft gedurende het onderzoek van de OIO zelfs aan de melder laten weten dat het advies van de OIO maatgevend zal zijn voor de hoogte van de tegen de melder te nemen disciplinaire straf. De melder kan dus na 17 jaar loyale ambtelijke dienst oneervol vertrekken. Einde loopbaan. Einde toekomst.
De OIO doet niets omdat het onderzoeksprotocol daarin niet voorziet.
Denk dus heel goed na voor u gaat melden bij de OIO. De gevolgen kunnen veel groter zijn dan tevoren ingeschat. De verhoren zijn in het onderhavige geval heel "stevig". Denk dus ook heel goed na of u psychisch bestand bent tegen de grote druk die op u zal worden uitgeoefend. Vraag ook vooraf schriftelijke garanties die uw rechtspositie kunnen beschermen, want melders zijn én blijven, ondanks de goede bedoelingen van dhr. Kerckhaert, niet populair.