Advertentie

Go, Huis voor klokkenluiders, go!

Afsluitende column van Frank Kerckhaert over de overgang van de Onderzoeksraad Integriteit Overheid naar het Huis voor Klokkenluiders.

21 juni 2016

Wie als een archeoloog met een schep onder ambtelijk-bestuurlijk Nederland begint te graven, komt een rijk verleden tegen. Onze overheid rust op een stevig fundament van verdwenen organen en instellingen. Wie kent ze nog: het Rijksbureau voor diamant, de veldpolitie, de gemeentelijke geldschietbanken, de territoriale lichte luchtdoelartillerie, het NITHO of de adviescommissie bestrijding onmaatschappelijkheid?

Ooit werden zij door de politiek belangrijk genoeg gevonden om opgericht te worden. Daarna zijn ze door de maatschappelijke ontwikkelingen ingehaald. De diensten en instellingen van weleer zijn opgegaan in een groter verband, van naam veranderd, geprivatiseerd, of eenvoudigweg opgeheven. Dat lot kan ieder orgaan met een publieke taak treffen. Gelukkig maar. De samenleving is voortdurend in verandering dus dan moet de overheid wel meebewegen.
 

Nu gaat ook ‘onze’ Onderzoeksraad Integriteit Overheid ophouden te bestaan. Het werk wordt vanaf 1 juli voortgezet door het Huis voor klokkenluiders. Dat is een gebeurtenis die uitnodigt om terug te kijken. Wat hebben wij bereikt, wat hebben wij geleerd?
 

De hoofdtaak van de Onderzoeksraad was om onafhankelijk en onpartijdig onderzoek te gaan doen op basis van meldingen van ambtenaren met een serieus vermoeden van een misstand bij hun werkgever. Een voorwaarde was wel dat de melder eerst geprobeerd had om de kwestie intern aan te kaarten. Maar een melding wordt niet altijd als zodanig herkend. Medewerkers uiten hun vermoedens nogal eens op een wat bedekte manier. Je moet dan als leidinggevende een goede antenne hebben om zo’n signaal op te pikken. Wij hebben ook meerdere malen gezien dat een organisatie de ernst van een melding wel begrijpt, maar deze afdoet met een soort ‘flitsonderzoek’ om er maar snel vanaf te zijn. Hoe dan ook, wanneer de organisatie de melding niet goed had opgepakt, kwamen wij in beeld.
 

Het bleek dan regelmatig dat de aanloopfase naar een eventueel onafhankelijk onderzoek al genoeg was om de zaak alsnog intern op te laten pakken op een manier die ook voor de melder bevredigend was. Vaak ook was een inspectie of de rechter de eerst aangewezene om iets met de melding te doen.
 

Maar die vlieger ging niet altijd op, dus wij hebben vanaf 2013 diverse onderzoeken zelf ter hand genomen. Daarbij hebben wij gemerkt hoe belangrijk het is dat een extern onderzoek volstrekt onafhankelijk, zorgvuldig en transparant wordt uitgevoerd. We hebben ook ervaren dat dit werk niet eenvoudig is en mensen erg diep raakt. Het is daarom essentieel om heel goed naar melders te luisteren. Het melden van een vermoede misstand is voor betrokkene een grote en moeilijke stap, maar gelukkig is onze ervaring ook dat een melding daadwerkelijk tot verbetering kan leiden.
 

Nu is het dan de tijd om vooruit te kijken. Het Huis voor klokkenluiders gaat onder andere ons werk voortzetten en wel op basis van specifieke wetgeving dat een steviger basis biedt voor goed onafhankelijk onderzoek. Tegelijkertijd kan het Huis zijn onderzoekstaak gaan uitvoeren voor meldingen uit de marktssector, iets waar wij wettelijk niet toe bevoegd waren. Lopende onderzoeken maken we natuurlijk af.

Wij de leden van de Onderzoeksraad (Mirjam Sterk, Kitty Roozemond, Sjoukje Rullmann, Erik Jan Meijboom, Gjalt de Graaf en Frank Kerckhaert, met de secretaris Margriet Drent) geven nu het estafettestokje door aan het Huis voor klokkenluiders. Het Huis zal verder sprinten. Op weg naar een toekomst waarin het binnen werkend Nederland volstrekt normaal is om mogelijke misstanden direct te melden en waarin meldingen intern en waar nodig ook extern steeds serieus worden opgepakt. Met dat hoopvolle beeld sluiten wij de periode van de Onderzoeksraad Integriteit Overheid af.
 

Frank Kerckhaert, voorzitter Onderzoeksraad Integriteit Overheid, mede namens de leden

Reacties: 4

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

een regioburger / consultant
Mooi werk gedaan, zeker, en dat Huis kan nu eindelijk tot leven komen, prima.

Maar het blijft een misser dat de Minister zich te weinig heeft uitgesproken tegen de slechte rol van de commerciële cowboys van het integriteitonderzoek, die zich zo handig lieten inkaderen, promoten en sponsoren door de VNG.

Hij had zeker nu voor 1 juli eenvoudig aan alle gemeenten kunnen doorgeven dat het verder onverstandig en ongewenst is om repressief integriteitsonderzoek bij incidenten nog aan commerciële partijen op te dragen. Het is de voorbije jaren immers seriematig bewezen dat daar integriteits-, kwaliteits- en herstelwaarborgen ontbreken voor zowel de gemeente als opdrachtgever als voor de onderzochte personen wiens belang of reputatie op het spel staat.

Het commercieel integriteitsonderzoek blijft een valkuil voor alle belanghebbenden. Het is nog niet gedaan met de kans op ongecertificeerd en ongecontroleerd, onzorgvuldig en ondeskundig tot zelfs niet-objectief en niet-integer integriteitsonderzoek... Bij een commercieel bureau, waar degene die betaalt bepaalt, blijft een subjectief integriteitrapport met grote onterecht gevolgen te koop als de nood aan de (politieke/bestuurlijke) mens is. Dat hebben we althans gezien in de periode die achter ons ligt. Zwaar fout.



De cowboypraktijken zijn na alle rommel-/ broddeldossiers nog niet definitief uit de wereld dus, maar hopelijk biedt het Huis in de praktijk toch voor alle gemeenten en belanghebbenden het veiligste onderdak door de hoogste onafhankelijkheid en expertise. Doordat er mensen werken die NIET te koop zijn. Als de bewoners en de mensen van het onderhoud even kritisch blijven als de bouwers dan moet het goed komen. Dan raakt vooral een bepaald ontspoord commercieel bureau langzaam maar zeker uitgerangeerd in repressieve trajecten. Geheel terecht. De straf van het rommelen en hannessen met integriteit.
een regioburger / consultant
Nog een toevoeging over het Huis: de wetgever heeft er nog wel een puntig hek omheen gezet waardoor het enig gevaar loopt slechts product van symboolbeleid te blijven: de melder moet eerst intern melden. Nou dan weet je het meestal wel. Hij begeeft zich in gevaar en moet vrezen voor heen zijn hele hebben en houden, onverkort zoals voorheen. Immers de praktijk is doorgaans veel gecompliceerder en biedt zoveel mogelijkheden tot manipulatie.

Aan ieder huis mankeert wel iets maar het eerste punt voor de evaluatie is er dus al bij de opening.



Gelukkig zijn er in de tussentijd nog steeds deskundige onderzoeksjournalisten waar men extern de eerste melding kan doen. De vluchtweg.
Jan H
@ Driessen noemt geen namen, maar hij legt een koppeling tussen commerciële onderzoeksbureaus en de VNG. Het is al jaren geleden dat de banden tussen de VNG en één commercieel onderzoeksbureau in alle opzichten zijn verbroken. Alleen is het nagenoeg onmogelijk een rechtspersoon en dus in dit geval een onderzoeksbureau op te dragen de naam te veranderen tenzij uit het handhaven van de naam daar commercieel nadelen voor de eisende partij (de VNG) door kunnen bestaan. De VNG is geen commerciële organisatie en dus zijn er ook geen commerciële belangen die geschaad kunnen worden.

Er zijn echter nog meer onderzoeksbureaus op de markt dan alleen het bureau dat Driessen bedoelt.



Op zich ben ik het eens met Driessen dat er een puntig hek om het Huis staat, maar het is voor klokkenluiders, ook buiten Nederland, altijd zo dat in de regelingen staat dat je eerst intern een melding moet doen. Dat maakt het voor een melder inderdaad niet gemakkelijk(er). Frank Kerckhaert geeft aan dat de Onderzoeksraad Integriteit Overheid soms wel een hulpmiddel kon zijn om toch eerst een intern onderzoek te doen. Wie weet stelt het Huis zich in voorkomende geval ook zo op.

De Landelijke Klachtencommissie Ongewenst Gedrag voor de decentrale overheden stelt die voorwaarde niet en dat maakt het voor melders van - in dit geval - ongewenst gedrag wel gemakkelijker de melding te doen. De commissie hoort dan wel - afzonderlijk - de werkgever. Helaas is die werkwijze niet van toepassing voor klokkenluiders.
Antonie Kerstholt / Publicist/ Econoom en jurist
Klokkenluiders hebben belang bij een transparante en eerlijke voorlichting over de mogelijkheden om veilig een melding te kunnen doen van een misstand. En met "veilig" wordt dan bedoeld een dusdanige bescherming dat ze niet benadeeld en gedupeerd zullen worden. Deskundigen zoals de auteur van dit artikel behoren te weten dat er nog nooit, u leest het goed, nog nooit één klokkenluider is geweest die niet zwaar is geslachtofferd en ernstig gedupeerd is geraakt als gevolg van het luiden van een klok. Het Huis voor Klokkenluiders zal aan die snoeiharde conclusie niets veranderen. Om dat te veranderen zal het ontslagrecht eerst moeten veranderen en zal een angst en intimidatiecultuur uitgebannen moeten zijn. Verstandige klokkenluiders melden dus nooit een misstand zolang ze financieel of anderszins afhankelijke zijn van een werkgever. En daarna dienen potentiële klokkenluiders ook goed een eventueel geheimhoudingsbeding in een van toepassing zijnde CAO in de gaten te houden. Het Huis voor Klokkenluiders is een mooi instituut voor politici en beleidsmakers om goede sier mee te maken. Ook is het een goed adviesorgaan voor klokkenluiders die overwegen een melding van een misverstand te doen maar ook dit Huis verandert helaas niets aan de werkelijkheid dat van een echte bescherming van klokkenluiders en het veilig kunnen melden volstrekt geen sprake is. En daarvoor kan niet genoeg gewaarschuwd worden! Als een klokkenluider toch ondanks deze vooruitzichten een melding doet moet dat als een echte heldendaad worden beschouwd. Zelf wordt je er alleen maar heel ernstig door gedupeerd en geslachtofferd en kun je nergens op terug vallen maar je hebt wel de samenleving een dienst bewezen. Een misstand aangekaart die het algemeen belang raakt.
Advertentie