Gezocht: een kok
Alle seinen om de bestuurlijke drukte te verminderen staan op groen. Dat vormt echter geen enkele garantie dat onder een nieuw kabinet ook fors minder gemeenten, minder provincies en minder ministeries komen.
De leiding van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) snapt dat niets doen geen optie is. De maatschappelijke onrust over de stroperige overheid is te groot. Bovendien is de boodschap van de concept-verkiezingsprogramma’s (zie ‘Snijden in alle overheidslagen’) niet mis te verstaan.
Het is niet zo dat gemeente- of provinciebestuurders tegen minder bestuurlijke drukte zijn. Altijd en overal zijn ze bereid efficiënter te werken. ‘Wij zijn ook allemaal kalkoenen’, hield VNG-voorzitter Annemarie Jorritsma de gemeentebestuurders in Amersfoort maandag voor. Het werd niet tegengesproken. Er was echter geen enkele burgemeester of wethouder die zichzelf overbodig wenste te verklaren.
Integendeel, de burgemeesters en enkele wethouders van de kleine gemeenten probeerden juist aan te geven waarom hun gemeente niet moet worden opgeheven. Zij staan dicht bij de burger. Het is de traditionele reflex. Natuurlijk moet het minder, maar eerst zij en pas daarna eventueel wij. Haagse topambtenaren bedenken in het kader van de zogeheten heroverwegingswerkgroepen ingrijpende voorstellen, maar minder Rijksdienst of minder ministeries zit er niet bij.
De commissarissen van de koningin van Friesland, Groningen en Drenthe betogen in het opniestuk Baas in eigen provincie waarom zij zo goed samenwerken en hoe voortreffelijk zij in staat zijn waterschapstaken over te nemen. Maar de logische stap om dan maar te fuseren, wijzen zij af. Laat ze dat eerst maar eens in de Randstad doen, zeggen ze. Het is een wanhoopsoffensief van bestuurders die zich bedreigd voelen.
Jacques Wallage, voorzitter van de Raad voor het openbaar bestuur, sloeg de spijker op de kop in een recente toespraak bij het waterschap Zuiderzeeland. In navolging van de Brabantse commissaris van de koningin Wim van de Donk gaf Wallage een richting aan. Er is een andere bestuursstijl nodig waarbij duidelijk wordt benoemd wie wat doet.
Bestuurders met passie en betrokkenheid moeten verbinding proberen te maken met de maatschappelijke problemen van burgers. Gezocht dus een kok die het juiste recept bereidt voor een slagvaardige overheid die oog heeft voor de noden en wensen van traditionele en moderne burgers.
De conceptprogramma’s van de politieke partijen maken duidelijk dat er een voorkeur is om taken zo dicht mogelijk bij de burger te leggen, bij de gemeente dus. Maar eensgezindheid over de betekenis daarvan en de gevolgen voor gemeenten, provincies en ministeries is ver te zoeken. Dat belooft dus vooral veel bestuurlijke drukte richting Den Haag om niets te veranderen. Of het vertrouwen van burgers in de overheid daarmee vergroot wordt, valt te betwijfelen.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.