Gesubsidieerd verzet
Maatschappelijke organisaties die zich schuldig maken aan het verdraaien van de werkelijkheid, moeten vrezen voor hun subsidie.
Coalitiepartner CDA heeft minister Cramer (Vrom, PvdA) gevraagd de overheidssubsidies aan milieuorganisaties kritisch onder de loep te nemen. Aanleiding is een onderzoek naar ‘fout hout’ door Vereniging Milieudefensie, dat volgens de Raad Nederlandse Detailhandel ‘ondeugdelijk’ is uitgevoerd. Daardoor zouden winkelbedrijven onterecht in het beklaagdenbankje zijn gezet. VNO-NCW-voorzitter Bernard Wientjes ging zaterdag in de Telegraaf zelfs zo ver om de milieuorganisatie weg te zetten als een ‘ondemocratische, dogmatische club’.
Minister Cramer, zelf begin jaren tachtig voorzitter van Milieudefensie, kwam het afgelopen weekeinde in een reactie op de website van het ministerie op voor de milieubeweging. Ze stelde dat milieuorganisaties een belangrijke bemiddelende rol spelen bij het oplossen van milieuproblemen en het daarbij betrekken van burgers.
Maar de minister toont zich ook gevoelig voor de aanzwellende kritiek. Bij eenzijdige en onvolledige informatie en het op ondemocratische wijze voeren van het maatschappelijke debat moeten we als rijksoverheid zeer kritisch zijn, stelt Cramer in haar verklaring. Als milieuorganisaties zich herhaaldelijk ‘schuldig maken’ aan het verdraaien van de werkelijkheid, dan behoort het stopzetten van de subsidie tot de mogelijkheden, dreigt de minister.
Maar wat bedoelt Cramer eigenlijk met het op ondemocratische wijze voeren van een debat? Debat impliceert immers een botsing van verschillende standpunten, ook als die de regering onwelgevallig zijn. Het is niet aan de minister om te bepalen met welke stem de milieubeweging spreekt en op welke manier zij haar standpunten overbrengt. Doet zij dat wel, dan komt de luis-in-de-pels-functie van het maatschappelijk middenveld, die het kabinet zegt te koesteren, in gevaar. De democratie moet zijn eigen tegenmacht organiseren, stelt PvdA’er en ex-Greenpeace-acivist Diederik Samson in het AD. De echo van Joop den Uyl is daarin duidelijk te horen.
Natuurlijk moeten ook milieuorganisaties de kritiek die zij leveren op de overheid of bedrijven goed kunnen onderbouwen, net als andere partijen die aan het publieke debat deelnemen. Maar het komt daarbij voor een belangrijk deel aan op het zelfreinigend en corrigerend vermogen, waarbij onzorgvuldigheid kan worden afgestraft door de publieke opinie en het verlies aan donateurs. Acties die alleen op de emotie inspelen en niet voldoende feitelijk worden onderbouwd komen vaak als een boemerang terug, zo leerde Greenpeace op pijnlijke wijze na het debat over het wel of niet afzinken van de Brent Spar in de jaren negentig.
Milieudefensie-directeur Frank Köhler ontkent overigens dat zijn organisatie het publiek onvolledig en onjuist heeft geïnformeerd. In een reactie in het AD stelt hij dat de vereniging al jaren geen serieuze wetenschappelijke kritiek op haar onderzoeken te hebben gekregen. Ook in het onderzoek naar ‘fout hout’ is de vereniging volgens Köhler zorgvuldig te werk gegaan. De uitkomsten zouden vooraf zijn voorgelegd aan de betrokken winkelbedrijven en zonodig bijgesteld.
Blijft over de vanuit het bedrijfsleven vaak geventileerde opvatting dat de milieubeweging niet voor rede vatbaar zou zijn en er alleen maar op uit is om (infrastructurele) projecten te blokkeren, en dat ook nog eens met subsidies uit de overheidskas. Ook hier past wel enige nuancering. Zo keren verschillende milieuorganisaties zich niet tegen de aanleg van de tweede Maasvlakte, zo lang daar natuurcompensatie tegenover staat. Ook in andere dossiers, zoals de uitbreiding van Schiphol, nam de milieubeweging plaats aan de onderhandelingstafel. Het intrekken van subsidies en negeren van sociale bewegingen leidt overigens nogal eens tot harder verzet.
Camiel Donicie
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.