Gemeentesecretaris in crisistijd de gebeten hond
Veel gemeentesecretarissen moeten gedwongen hun biezen pakken. Het diepterecord van 2011, een kwart van de vertrekkende lokale topambtenaren doet dit onvrijwillig, dreigt dit jaar te worden verbroken.
Volgens de Vereniging van Gemeentesecretarissen (VGS) vertrok in 2009 22 procent van de secretarissen – op een totaal van 44 – onvrijwillig. In 2010 vertrokken er 9 van de 59 niet vrijwillig – 15 procent. Vorig jaar liep dit weer op tot 25 procent, met een gedwongen vertrek van 13 van de 51 gemeentesecretarissen. Dit jaar laat volgens de VGS een explosie zien. Tot 1 mei vertrokken 6 secretarissen op normale wijze, 10 secretarissen zitten in een moeilijke situatie (er dreigt een conflict of er is er al één ontstaan) of thuis.
De lijst is geen reden voor paniek, meent VGS-voorzitter Marcel Meijs. ‘We moeten niet dramatiseren. De aantallen zijn groot, maar het valt mee als je het vergelijkt met wethouders en burgemeesters.’
Zwijgcultuur
Het is lastig om een precieze inschatting te maken van het aantal gemeentesecretarissen dat het afgelopen paar jaar na ruzie met het college is vertrokken. Dit vanwege de zwijgcultuur. De VGS heeft wel een lijstje gemaakt. ‘Een deugdelijk product, maar we weten dat hij niet volledig is, want er verdwijnen gemeentesecretarissen zonder dat het publiek wordt gemaakt’, aldus VGS-voorzitter Meijs. Hij is tevens gemeentesecretaris van Enschede.
Sneltreinvaart
Er is ‘iets aan de hand’, zo stelt hij in column voor het VGS-blad. De druk om te presteren wordt groter. ‘Dat hangt samen met de afgenomen legitimatie van bestuur, met de complexe maatschappelijke opgaven en. last but not least, met de sterk verslechterde financiële situatie’, aldus Meijs. De financiële crisis legt een grotere claim op de secretaris.
Sinds 2009 wordt het elk jaar moeilijker een sluitende meerjarenbegroting te presenteren en wordt het lek jaar noodzakelijker om leiderschap te tonen en te werken aan een compacte en flexibele organisatie. Dat maakt dat meer gevraagd wordt van het strategisch vermogen van de gemeentesecretaris’, aldus Meijs. ‘Het komt er gewoon meer op aan.’
‘Ik zeg niet dat dit de oorzaak is van een groter aantal vertrekkende gemeentesecretarissen. Ik zeg wel dat de verwachtingen die medewerkers, medezeggenschap, managers, bestuurders, burgemeesters, raadsleden en niet te vergeten burgers en partners in de stad hebben over het optreden van de secretaris niet alleen in sneltreinvaart veranderen, maar ook nog eens sterk uiteenlopen.’
Profileringsdrang
Bijzonder hoogleraar bestuurskunde Arno Kosten viel het tijdens zijn onderzoek in het kader van zijn boek Vallende Burgemeesters al eerder op dat er secretarissen worden weggewerkt ‘op een manier die niet deugt’. En die trend heeft zich volgens Korsten voorgezet. Hij ziet een verband met de trend dat colleges van burgemeester en wethouders zich willen profileren en snel resultaten willen zien.
Hij vindt dat de positie van de gemeentesecretaris in de loop der jaren zwakker is geworden. ‘Secretarissen lijden onder de toegenomen drang van wethouders om steeds dieper in de organisatie te duiken. Zij kunnen geen voorzitter van een raadscommissie meer zijn en zijn daardoor minder prominent aanwezig tijdens raadsvergaderingen. Noem het compensatiegedrag. Vooral de nieuwe cohorten wethouders zeggen: “De secretaris moet niet denken dat hij hier de baas is, want dat zijn wij.”
Voor secretarissen die niet voldoen, is het volgens Korsten beter dat ze de kracht van hun positie tijdig inzien en iets anders gaan doen. ‘Voldoet een gemeentesecretaris en heeft hij vijf mooie functioneringsgespreksverslagen in een dossier zitten, dan krijg je hem in theorie nooit meer zomaar weg.
Maar de praktijk is anders. Secretarissen kunnen er zo uitvliegen op grond van verstoorde verhoudingen of een verschillende kijk op bestuurlijke en ambtelijke betrekkingen. Gemeentesecretarissen die aan valpreventie willen doen, adviseer ik om tijdig feedback te organiseren bij mensen die de waarheid durven te vertellen. Maar dan nog, zorg ervoor dat je niet langer blijft dan een jaar of zes, zeven.’
Roulatie
Zowel Korsten als Meijs voelen wel wat voor een soort roulatiesysteem voor secretarissen. Zo kan ervoor worden gekozen ze onder te brengen bij de huidige Algemene Bestuursdienst op gemeentelijk niveau. Zo’n systeem zorgt tevens voor dynamiek en flexibiliteit. Meijs: ‘Met het oog op mobiliteit en personeelsbeleid zie ik wel iets in een verbinding met Rijks- en provincieambtenaren.’
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.