‘Gemeenten moeten bedrijven kunnen tegenhouden’
De effecten van ondernemingen die afhankelijk zijn van arbeidsmigranten moeten worden onderzocht.
Als bepaalde sectoren gepaard gaan met zoveel misstanden, zouden gemeenten de komst van deze bedrijven moeten kunnen tegenhouden. Dat zegt wethouder volkshuisvesting Martijn Balster (PvdA) van de gemeente Den Haag. ‘Een nieuw distributiecentrum maar er zijn niet voldoende huizen voor de geworven arbeidskrachten? Dan gaat het plan niet door.’
Stevige problemen
Balster is tevens voorzitter van de klankbordgroep arbeidsmigranten. Deze club adviseert de VNG over hoe zij gemeenten het beste kan ondersteunen rond het thema arbeidsmigranten. Hij is niet verbaasd over de resultaten van het onderzoek van Binnenlands Bestuur: ‘Veel gemeenten ervaren stevige problemen rondom arbeidsmigratie.’
Busjes
Ook in zijn eigen Den Haag is het aantal arbeidsmigranten de afgelopen jaren sterk toegenomen. Werken doen ze doorgaans elders. In de kassenbouw in het Westland of in de Bollenstreek ten noorden van de hofstad. Dat zij dagelijks soms wel 150 tot 200 kilometer afleggen is niet ongebruikelijk, meent de wethouder: ‘De betreffende bedrijven en uitzendbureaus zetten daarvoor busjes in.’ Inmiddels kent Den Haag zo’n 50.000 arbeidsmigranten. Bijna één op de tien Hagenaren is arbeidsmigrant.
Slachthuizen
‘Uitbuiting komt helaas vaak voor’, signaleert Balster. Veel steden vinden dat vooral werkgevers in actie moeten komen. De Haagse bestuurder deelt die mening: ‘Zij zouden bijvoorbeeld verantwoordelijk moeten zijn voor de huisvesting. Deze bedrijven werven mensen uit met name Midden- en Oost-Europa voor werk dat weinig Nederlanders willen of kunnen doen.’ Vervolgens worden deze arbeidskrachten aan het werk gezet, soms onder slechte omstandigheden en tegen een hongerloon. ‘Een kleine club bedrijven profiteert hiervan, maar de samenleving wordt opgescheept met de maatschappelijke lasten en kosten’, aldus Balster. ‘Als je mensen hier naartoe haalt om te laten werken in bijvoorbeeld slachthuizen of distributiecentra, moet je er wel voor zorgen dat alles voor deze nieuwkomers goed geregeld is.’
Een registratieplicht voor bedrijven is er vakkundig uitgelobbyd
Onder de radar
De grote gemeenten zien het ontbreken van arbeidsmigranten in de Basisregistratie Personen (BRP) als de grootste uitdaging. Hierdoor verdwijnen ze onder de radar. Ook in Den Haag is dit niet op orde. Van de naar schatting 50.000 arbeidsmigranten zijn er zo’n 30.000 geregistreerd. Van 20.000 mensen weet de gemeente niet waar ze verblijven en werken. En die geregistreerde 30.000 zijn niet allemaal opgenomen in de BRP. Een deel staat ingeschreven in de Registratie Niet-Ingezetenen (RNI).
Uitzendbureaus
Niet-ingezetenen die langer dan vier maanden in Nederland verblijven, zijn verplicht om hun RNI-registratie om te zetten naar een BRP-inschrijving. Zij hebben dan meer rechten en kunnen een beroep doen op voorzieningen, zoals sociale huurwoningen. Dat maakt hen minder afhankelijk van uitzendbureaus of werkgevers. In de praktijk gebeurt dit vaak niet. Gemeenten kunnen hier (zonder actuele verblijfadressen) niet op acteren, constateert onder andere de Arbeidsinspectie. ‘Uitzendbureaus of werkgevers kunnen dan ook (financieel) belang hebben bij RNI-inschrijvingen boven BRP-inschrijvingen’, merkt de instantie met enig argwaan op.
Strengere toelatingseisen
Balster pleit dan ook voor een registratieplicht. Dat is tevens een aanbeveling van de commissie-Roemer. ‘Op die manier krijgen gemeenten zicht op waar migranten wonen, voor welk bedrijf ze werken, en waar. Zo kunnen gemeenten bedrijven verantwoordelijk houden voor hun werknemers.’ De Wet toelating terbeschikkingstelling van arbeidskrachten (Wtta) komt al met strengere toelatingseisen voor de uitzendsector, maar een registratieplicht voor bedrijven ‘is er vakkundig uitgelobbyd’, zegt Balster.
Afhankelijk
Daarnaast wil hij dat het gebruik van de Effectrapportage Nieuwe Bedrijvigheid wordt verplicht. Hiermee worden de effecten van nieuwe ondernemingen die afhankelijk zijn van arbeidsmigranten onderzocht. ‘Als bepaalde sectoren gepaard gaan met zoveel misstanden, zouden gemeenten de komst van deze bedrijven moeten kunnen tegenhouden. Een nieuw distributiecentrum maar er zijn niet voldoende huizen voor de geworven arbeidskrachten? Dan gaat het plan niet door.’
Omgevingswet
Gaat de overheid daardoor op de stoel van de ondernemer zitten? De wethouder vindt van niet: ‘De arbeidsmigrantenproblematiek is ontstaan door het regelloze vestigingsklimaat dat de afgelopen decennia is gecreëerd. Daarom heeft Nederland zoveel sectoren die doorgaans goed gedijen in lage lonenlanden. Door als overheid meer te reguleren stuur je als het ware meer op wat voor economie je wilt. In veel gemeenten en provincies wordt dit debat al gevoerd, maar de wettelijke verankering ontbreekt. Die instrumenten zouden bijvoorbeeld in de Omgevingswet kunnen worden opgenomen.’
De landelijke politiek heeft simpelweg tot nu toe te weinig gepresteerd en de gemeente Den Haag is de dupe.