Aandacht voor integriteit mag onsje meer
In 45 procent van de ondervraagde gemeenten wordt geen jaarlijkse verantwoording afgelegd over integriteitsbeleid aan de gemeenteraad. Bij acht op de tien gemeenten is er geen jaarverslag over het onderwerp en twee op de drie gemeenten hebben in de afgelopen twee jaar geen risicoanalyse uitgevoerd specifiek voor het thema integriteit. In ongeveer de helft van de gemeenten is er geen jaarlijks budget gereserveerd voor integriteitsprogramma’s.
Gemeenten kunnen meer doen aan hun beleid omtrent integriteit. De vereiste aandacht is er niet altijd: Jaarverslagen, jaarlijkse budgetten en integriteitsfunctionarissen ontbreken vaak. Ook blijven bij de meeste gemeenten risicoanalyses naar integriteit achterwege.
Gemeenten laten risicoanalyses en verantwoording vaak na
Dat wordt duidelijk na een enquête van Binnenlands Bestuur onder de burgemeesters van 32 kleine- en middelgrote gemeenten. In 45 procent van de ondervraagde gemeenten wordt geen jaarlijkse verantwoording afgelegd over integriteitsbeleid aan de gemeenteraad. Bij acht op de tien gemeenten is er geen jaarverslag over het onderwerp en twee op de drie gemeenten hebben in de afgelopen twee jaar geen risicoanalyse uitgevoerd specifiek voor het thema integriteit. In ongeveer de helft van de gemeenten is er geen jaarlijks budget gereserveerd voor integriteitsprogramma’s.
Volgens Arjen Wilbers van het Huis voor Klokkenluiders is het afleggen van verantwoording voor het gevoerde beleid een verplichting die is opgenomen in de Ambtenarenwet. Daar moeten gemeenten dus simpelweg aan voldoen. ‘Het afleggen van verantwoording draagt er aan bij dat de gemeentelijke inspanningen op het gebied van integriteit ook zichtbaar en toetsbaar worden gemaakt. De basisnormen integriteit schrijven bovendien voor dat overheden periodiek risicoanalyses moeten uitvoeren om hun organisaties periodiek door te lichten op kwetsbare processen’, aldus Wilbers.
De personele inzet voor de omgang met integriteitsschendingen verschilt aanzienlijk per gemeente. Van de ondervraagde gemeenten heeft 39 procent geen integriteitsfunctionaris aan het werk. Ongeveer 9 procent heeft een medewerker die er voltijd mee aan de slag is. Het grootste gedeelde, 52 procent, heeft iemand parttime aangesteld voor deze functie.
Een integriteitsfunctionaris kan voor een gemeente erg belangrijk zijn, zo stelt het Huis voor Klokkenluiders. ‘Er is heel veel voor te zeggen om wel een integriteitsfunctionaris of -coördinator aan te stellen. Zo iemand heeft de nodige kennis en expertise op het gebied van integriteit in huis en kan de aandacht voor integriteit binnen de organisatie beter levend houden. Het is niet de bedoeling dat zo’n functionaris het geweten van de organisatie wordt, maar dat deze de zorg voor integriteit aanjaagt en coördineert. Een belangrijke taak is het ondersteunen van het management op het gebied van integriteitsbevordering.’
Hoogste ambtenaar
Het is per gemeente uiteenlopend hoe meldingen van integriteitsschendingen gedaan kunnen worden. In 45 procent van de gemeenten kan men terecht bij de gemeentesecretaris. Eén op vijf gemeenten heeft een gemeentelijk meldpunt ingericht voor integriteitskwesties. In bijna de helft van de gemeenten kan men terecht bij de vertrouwenspersoon. In dertig procent van de gemeenten is de directe leidinggevende beschikbaar.
Er waren ook burgemeesters die aangaven dat de meldingen rechtstreeks bij hen gedaan kunnen worden. Iets minder dan een kwart van de ondervraagden gaf meerdere opties aan. Wilbers vindt weinig mis met de uiteenlopende manieren van kwesties melden. ‘Dat is alleen maar goed. De lijn, het bevoegde gezag, vertrouwenspersonen, maar ook een externe en bovenal onafhankelijke voorziening als het Huis voor Klokkenluiders; het zijn aanvullende kanalen. Idealiter worden meldingen in de lijn gedaan. Dat wil zeggen dat men ook bij de direct leidinggevende kan melden.
Als men de lijn niet vertrouwt, kan men ook direct bij de hoogste ambtenaar melden. De hoogste ambtenaar geldt uit- eindelijk als het bevoegd gezag en dient uiteindelijk op de hoogte te zijn van alle meldingen.’ W
at positief opvalt is dat iedere gemeente aangeeft dat er een gedragscode voor integriteit is. Ook is bij vrijwel iedere gemeente (88 procent) een klokkenluiderregeling van toepassing. Gemiddeld geven vier op vijf van de ondervraagde burgemeesters aan dat er een beleidsplan voor integriteit is opgesteld. Met 72 procent geeft het merendeel aan dat er voldoende wordt gedaan aan verantwoording van het gevoerde integriteitsbeleid. Ongeveer 79 procent van de ondervraagden vindt dat hun gemeente voldoende geld en energie steekt in integriteitskwesties.
Wilbers vindt dat integriteit een permanent punt van aandacht moet zijn. ‘Integriteit is een basisvoorwaarde voor goed bestuur. Werkgevers moeten daar dus in blijven investeren. Het begint natuurlijk bij het nemen van preventieve maatregelen die gericht zijn op het zo veel mogelijk voorkomen dat er zich kwesties gaan voordoen. Maar als ze zich voordoen dan moeten zij snel aan het licht komen.’
Uit de enquête wordt duidelijk dat er in de jaren 2014 en 2015 bij 16 procent, oftewel vijf van 32 gemeenten, ambtenaren zijn ontslagen vanwege een schending van integriteit. In totaal zijn er bij de ondervraagde gemeenten in twee jaar tijd zes ambtenaren ontslagen. Twee gemeenten hebben in totaal twee ambtenaren geschorst. Van de ondervraagde gemeenten heeft 28 procent ambtenaren op een andere wijze berispt, bijvoorbeeld met een schriftelijke waarschuwing.
Ongewenste omgangsvormen
De meest voorkomende vorm van integriteitsschending is zowel in 2014 als 2015 belangenverstrengeling, gevolgd door ongewenste omgangsvormen en misbruik van bevoegdheden. Het Huis voor Klokkenluiders stelt in een reactie dat iedere schending er één te veel is. Pieter Joost Schaap, partner bij advocatenbureau Capra en als advocaat gespecialiseerd in ambtenaren- en arbeidsrecht, vindt het aantal echter meevallen. ‘Veruit de meeste ambtenaren zijn integer. Als in vijf van de 32 gemeenten ambtenaren zijn ontslagen wegens een integriteitsschending zal dat vermoedelijk betekenen dat in die vijf gemeenten in de jaren 2014 en 2015 per gemeente één of meer ambtenaren zijn ontslagen. Als je bedenkt dat de meeste gemeenten meer dan honderd ambtenaren in dienst hebben, en sommige gemeenten veel meer dan dat, valt het aantal rotte appels beslist mee.’
Schaap ziet in de omgang met integriteitsschendingen een belangrijk verschil tussen grotere en kleinere gemeenten. ‘Een erg grote gemeente heeft vast baat bij een jaarlijkse verantwoording over integriteit, een jaarverslag daarover, een jaarlijkse risicoanalyse en een vast jaarlijks budget voor integriteitsprogramma’s. Voor bijvoorbeeld een van de kleinere Waddeneilanden lijkt een jaarlijks budget voor integriteitsprogramma’s en dergelijke mij beslist overdreven. Als daar eens een nieuwe medewerker aantreedt in een functie die een mooie gelegenheid biedt om de integriteit te schenden – en niet alle functies bieden die gelegenheid – kan een op die persoon gerichte instructie worden gegeven. Dat kan ad hoc. Het enkele feit dat er geen jaarlijks budget of iets dergelijks is, zegt dus niet zoveel.’
Schaap denkt dat veruit de meeste gemeenten op een verantwoorde manier omgaan met het bewaken van de integriteit van hun ambtelijk apparaat. ‘Integriteitsschendingen zullen nooit helemaal te voorkomen zijn, tenzij je een verstikkend controlesysteem invoert dat de besluitvorming, en daarmee de dienstverlening aan de burger, verlamt. Integriteitsschendingen voorkomen is een kwestie van goede voorlichting, van het creëren van een open cultuur waarin eigen fouten en die van anderen in een veilige omgeving besproken kunnen worden, en, inderdaad, ook van controle, maar dan niet op een verstikkende en verlammende manier.’
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.