Advertentie

Geen overheid achter de kerkdeur

Het draagvlak voor het huisrecht is veel beter bestand tegen misbruik dan de godsdienstvrijheid. Van het eerste blijven we het nut inzien, hoewel dat de aanpak van de coronacrisis serieus beperkt. Het tweede moet er onmiddellijk aan geloven als ergens in een grote preekschuur de orthodoxe kont tegen de krib gaat, zelfs zonder dat kerken nou de grootste besmettingshaarden blijken.

23 oktober 2020

Godsdienstvrijheid mag dan ons oudste grondrecht zijn, een rustig bezit is het waarschijnlijk nooit geweest. Het gedoe over de galmende godshuizen tijdens deze tweede golf is geen uitzondering. Het oude processieverbod om de homeopatische verdunning van het calvinisme tegen te gaan, verdween pas in 1983 uit de Grondwet. 

Dat was ook het jaar waarin de reikwijdte van de godsdienstvrijheid definitief werd uitgebreid naar levensovertuiging in het algemeen. Om duidelijk te maken dat artikel 6 Grondwet van oudsher het recht beschermt om niet te hoeven geloven. Of, zoals het Europees Hof voor de Rechten van de Mens dat zo mooi zegt: godsdienstvrijheid ‘is also a precious asset for atheists, agnostics, sceptics and the unconcerned’.

Gek genoeg zitten de atheïsten, agnostici, sceptici en onverschilligen steeds minder op de grond wettelijke bescherming van hun ongeloof te wachten. Godsdienstvrijheid is in hun ogen steeds meer een overbodige bescherming van achterhaalde praktijken zoals rituele slacht en besnijdenis. Ook wat dat betreft is het gedoe over de galmende godshuizen tijdens de tweede golf geen uitzondering. Ook nu gaan weer stemmen op om de vrijheid van godsdienst te schrappen. Want waarom zouden gelovigen méér mogen dan voetbalsupporters?

Deze roep om de afschaffing van de godsdienstvrijheid staat in schril contrast met de onbetwiste status van die andere belangrijke grondwettelijke uitzondering op de routekaart van de coronabestrijding: het huisrecht. Hoewel de meeste besmettingen achter de voordeur plaatsvinden en sommige burgemeesters in de zomer al naarstig op zoek waren naar het touwtje uit de brievenbus, markeert de nieuwe Coronawet een heldere grens: géén BOA’s in je huiskamer. En dat allemaal zonder ingezonden brieven met verontwaardigde pleidooien voor de afschaffing van het huisrecht. Terwijl: waarom zouden thuisblijvers méér mogen dan kroegtijgers?

Het draagvlak voor het huisrecht is veel beter bestand tegen misbruik dan de godsdienstvrijheid. Van het eerste blijven we het nut inzien, hoewel dat de aanpak van de coronacrisis serieus beperkt. Het tweede moet er onmiddellijk aan geloven als ergens in een grote preekschuur de orthodoxe kont tegen de krib gaat, zelfs zonder dat kerken nou de grootste besmettingshaarden blijken. Ik zie daarvoor een aantal redenen waarvan er twee tijdens de coronacrisis weer heel zichtbaar worden. Allereerst valt de grote omzichtigheid op waarmee Rutte communiceert over religieuze gemeenschappen. Het uitgangspunt dat de overheid niet achter de voordeur handhaaft, weerhoudt hem er niet van zich vervolgens een half uur lang met dringende adviezen te bemoeien met onze verjaardagsfeestjes en familiebezoeken. Wat religieuze gemeenschappen te doen staat, moet minister Grapperhaus verder later maar uitzoeken met de koepelorganisaties.

Zo’n verschil in bejegening lijkt respectvol maar is op termijn schadelijk voor het draagvlak onder de godsdienstvrijheid. Dat de politie niet tijdens een dienst mag binnenvallen, betekent niet de kerken niet even streng op hun verantwoordelijkheid mag worden gewezen als de rest van de samenleving. In de tweede plaats kunnen kerkgangers er zélf een handje van hebben om het draagvlak onder de godsdienstvrijheid uit te hollen. Niet alleen door eigenwijs te blijven zingen als de overheid nadrukkelijk vraagt dat niet te doen, maar vooral door dat te verdedigen met een betoog dat niet-gelovigen uiteindelijk niet begrijpen hoe belangrijk geloof voor gelovigen is. Godsdienstvrijheid wordt dan een privilege voor gelovigen om dingen te mogen die anderen niet mogen om redenen die deze anderen verder niet kunnen begrijpen.

Terwijl de godsdienstvrijheid dus eigenlijk het omgekeerde is en veel wezenlijker ligt: een principiële beperking van de overheidsmacht in de zaken geloof en geweten. Een dergelijke beperking kan niet stevig genoeg in de Grondwet staan. Hopelijk blijven we beseffen dat de reden waarom de Staat niet kan optreden tegen kerkgangers in Staphorst dezelfde is als de reden waarom de Staat thuisblijvers in Amsterdam met rust moet laten. Iedereen heeft een voordeur. Maar iedereen heeft ook een kerkdeur. 

Reacties: 6

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

wjb / adviseur
Een warrig artikel, dat besluit met de zinsnede 'dat de Staat niet kan optreden tegen kerkgangers in Staphorst'. Uh, uh.......De coronacrisis maakt het juist zeer noodzakelijk en gewenst dat de Staat wel kan optreden tegen deze zingende, onverlate fiene rakkers. Een iedereen heeft ook een kerkdeur. Wat een onzin, Geerten! Ik ben dolblij dat ik geen kerkdeur heb gelukkig!
Steven Verveer
Volgens mij juist een bijzonder helder artikel. Ik vraag me ook af of WJB het artikel wel volledig gelezen heeft aangezien alleen gereageerd wordt op de godsdienstvrijheid, terwijl in het artikel de link wordt gelegd met het huisrecht. Eigenlijk bevestigd WJB daarmee onbedoeld een belangrijke constatering van dit artikel in de 4e alinea.



Uit bron- en contactonderzoeken blijkt dat besmettingen vooral achter de voordeur plaatsvinden, niet achter de kerkdeur. Die constatering zie ik in de reactie van WJB niet terugkomen. Het zou juist zeer noodzakelijk en gewenst zijn als de Staat achter de voordeur kan optreden, daar waar de besmettingshaarden zitten.



Laat ik voor de volledigheid duidelijk zijn ik ook vind dat in de godshuizen absoluut rekening moet worden gehouden met de adviezen van het RIVM, zoals op dit moment niet met meer dan 30 personen aanwezig in één ruimte.
Krijn van Stenis
30 personen als er voor 100 plaats is: prima. Maar 30 personen als er voor 2500 plaats is (ja, zulke grote kerken zijn er in N) dat slaat nergens op. Er is ook geen enkel wetenschappelijk bewijs voor (zoals voor veel maatregelen die ter bestrijding van corona worden genomen).



Een veel betere maatstaf is om het maximaal aantal personen te relateren aan de capaciteit van het gebouw. Bv. 20% van wat er beschikbaar is. Veel landen hanteren deze maatstaf. En ja, dan kan een kerk van 2500 zitplaatsen nog steeds 500 bezoekers toelaten.
Hans / afdelingsmanager
Ik vind dit maar 1 kant van de medaille. Bij veel orthodoxe christenen en moslims en bij evangelicals is de heersende opvatting dat alles door (hun) God of Allah is voorbestemd en dat ze daar naar handelen. Prima dat ze dat voor zich zelf hanteren, maar ze brengen er ook anderen mee in gevaar. Dus mag de overheid omwille van de volksgezondheid een gebouw sluiten. De relgie kan toch ook anders beleden worden?
wjb / adviseur
Meneer Verveer verlangt naar een dictatoriale samenleving met de zin: "Het zou juist zeer noodzakelijk en gewenst zijn als de Staat achter de voordeur kan optreden, daar waar de besmettingshaarden zitten." Heel veel zouter moeten we het niet gaan vreten in dit land. Mag ik u vragen, Steven om goed te zorgen voor uw geestelijk welzijn. De coronacrisis belet u namelijk om gezond na te blijven denken.
David
@Hans: Maar daar zit nu juist de crux van Geertens betoog. De overheid mag niet binnendringen achter de huisdeur, zelfs terwijl iedereen weet dat de regels daar op grote schaal worden overtreden. En zelfs terwijl uit onderzoek blijkt daar verreweg de meeste besmettingen plaatsvinden. Dus ook al worden anderen in gevaar gebracht, ons aller recht op autonomie achter de voordeur weegt gewoon zwaarder.



Datzelfde principe geldt ook voor godsdiensvrijheid. In de geschiedenis zijn er veel ongelukken gebeurd met overheden van allerlei snit die om hen moverende redenen in wilden grijpen in de wijze waarop hun onderdanen al dan niet hun geloof over overtuiging in de praktijk wilden belijden. Door naar de kerk te gaan of juist thuis te blijven. Door jongetjes te besnijden of kinderen in een commune groot te brengen. Door God in het openbaar te prijzen of hem in het openbaar belachelijk te maken. De overheid moet zich daar niet mee bemoeien, zelfs niet als er een (overigens zeer gering) gevaar voor anderen uit voortvloeit. Want daar komen ongelukken van.
Advertentie