Advertentie

Frisse volksvertegenwoordigers

De omlooptijd van volksvertegenwoordigers is te kort, vindt Jan Marijnissen. Gemeenteraadsleden en parlementariërs blijven vaak niet lang genoeg in hun ambt, zo meldde de voormalige voorman van de SP in het televisieprogramma Buitenhof. Hij zou het liefst zien dat ze drie of vier termijnen doormaken om echt te leren ‘hoe de politieke hazen lopen’ en historisch besef ontwikkelen.

08 januari 2010

Ik vind dat een gekke redenering. Als ik een nieuwe baan ga vervullen, heb ik meestal een half jaar nodig om ingewerkt te raken. Na een jaar ben ik volledig op de hoogte van alle ins en outs. Nog eens drie jaar later ben ik wel een beetje uitgekeken op het werk. Begin ik teksten uit te kramen in de zin van: ‘ja, dat voorstel dat je doet is goed, maar dat hebben we al eens geprobeerd. Dat lukt toch niet.’ Dan weet ik dat het tijd wordt een nieuwe baan te zoeken, waar ik mij op stort met naïeve verwondering, vol energie en sprankelend van creativiteit en enthousiasme. Tot ik weer van die teksten zoals hierboven begin uit te kramen.
 
Ik ben in mijn carrière maar één keer iemand tegen gekomen die al vijftien jaar hetzelfde dossier beheerde, en desondanks open bleef staan voor nieuwe ideeën. Maar de meeste ambitieuze werknemers zijn hun functie na een jaar of vijf zat en willen een nieuwe uitdaging.

 

Zou dat bij volksvertegenwoordigers anders zijn? Zouden die na één periode van vier jaar niet denken: ik weet het nu wel, mag ik eens wat anders doen? Of zouden die denken: ha leuk, nieuwe verkiezingen, nieuwe kansen. Ik ga al mijn voorstellen die het niet hebben gehaald in deze periode, nog een keer in de raad brengen.

 

Ik kan het me niet voorstellen. Ook volksvertegenwoordigers zijn mensen. Ook zij zijn na verloop van tijd de sleur van het raadswerk of het parlementaire werk zat. En je hebt heus geen vier termijnen (16 jaar!) nodig om ingewerkt te raken. Een half jaar tot een jaar is voldoende. Kunnen ze nog drie jaar lang goed werk verrichten. Maar daarna moeten ze plaats maken voor nieuwe, frisse, onbedorven raadsleden en kamerleden. Die er met energie en enthousiasme tegenaan gaan.
 
Marijnissen heeft overigens wel gelijk dat historisch besef bij volksvertegwoordigers te kort schiet. Het ene jaar stemmen ze in met de liberalisering van de energiemarkt, het jaar daarop, als de eerste uitwassen duidelijk worden, beklagen ze zich daarover. Dat schiet natuurlijk niet op. Maar daarvoor bestaan inmiddels uitgebreide databases, zoals Parlando op de website van de Tweede Kamer, waarin de historie van een beleidsonderwerp precies terug te vinden is. En ook wat volksvertegenwoordigers een paar jaar eerder van een onderwerp vonden.

 

Paul Lensink

 

Reacties: 1

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

K.M. Schaap / afdelingshoofd burger- en bestuurlijke zaken
Hoedt u voor vernieuwers (lees interim-managers). Zij laten vaak een spoor van vernieling na waarvan de omvang pas duidelijk wordt na hun vertrek, zodat ze er niet meer op aanspreekbaar zijn. Leve Jan Marijnissen!
Advertentie