Advertentie
bestuur en organisatie / Achtergrond

‘Forceren werkt soms beter dan miezemuizen’

Lef en het afrekenbaar zijn op grote ambities hebben de Amsterdamse PvdA-wethouder Lodewijk Asscher de titel Beste Bestuurder van 2010 opgeleverd. ‘De stad is nooit saai. Er kan altijd wat gebeuren.’

07 januari 2011

Dat Lodewijk Asscher (36) lef heeft, bewees hij al op de eerste dag van zijn wethouderschap in 2006. Nog maar net geïnstalleerd in Amsterdam meldde hij toenmalig minister van Financiën Gerrit Zalm dat Amsterdam de door de minister vurig gewenste beursgang van Schiphol tegen zou houden. Lef toonde hij opnieuw toen hij het sprookje van de Wallen als gezellige hoerenbuurt doorprikte en mensenhandel de stad uit probeerde te krijgen.

 

En als wethouder onderwijs liet Asscher zich niet tegenhouden door de beperking van zijn taak als ‘wethouder schoolgebouwen’, en maakte zich hard voor beter onderwijs in de hoofdstad. Met resultaat, want het aantal zwakke scholen is flink gedaald. Die combinatie van lef en ambitie heeft Asscher de titel Beste Bestuurder van 2010 bezorgd in de jaarlijkse verkiezing van Binnenlands Bestuur. Vorig jaar ging de titel naar Marco Florijn, PvdA-wethouder in Leeuwarden.

 

Gefeliciteerd.
‘Dank u wel. Al is zo’n verkiezing natuurlijk een beetje gênant. Ik realiseer me goed dat er vertekening in zit: als wethouder in Amsterdam sta je veel meer in de belangstelling dan andere zeer goede bestuurders die gewoon minder gezien worden.’

 

U dankt uw uitverkiezing aan het feit dat u zich durft te committeren aan grote ambities. Wat zegt het over de politiek dat een politicus die dat doet zoveel lof oogst?
‘Ik spreek slechts uit wat iedereen vindt. Ik bedoel: wie is er eigenlijk tégen beter onderwijs? Ik zit er om dingen te veranderen en kies onderwerpen die me aan het hart gaan. Met de Wallen en mensenhandel is wel iets raars aan de hand. In Nederland willen we graag geloven dat we prostitutie hier goed hebben geregeld, dat de Wallen zo uniek en fantastisch zijn. Dat is comfortabeler dan de onprettige waarheid dat daar op grote schaal meisjes en vrouwen worden misbruikt. Als je dat zegt, ben je onmiddellijk een moraalridder, heb ik gemerkt. Maar dan is mijn verweer: wat zou je ervan vinden als het je zus is die daar achter de ramen staat, hoe onbelangrijk is het dan?’

 

Dat is te simpel. Juist omdat iedereen goed onderwijs belangrijk vindt, is het opvallend dat u in een jarenlang slepende, problematische situatie verandering voor elkaar krijgt. Hoe maakt u het verschil?
‘Veel mensen zijn bang om ergens op afgerekend te worden en kiezen de veiligste route. Ze verschuilen zich achter ‘het is niet mijn verantwoordelijkheid’. Mijn taak ís juist om afgerekend te worden op wat ik voor elkaar weet te krijgen, dus ik ga dingen niet uit de weg.

 

Het mooie van het wethouderschap is dat het een unieke kans is om als je ziet dat iets niet goed gaat, iedereen om de tafel te krijgen en een oplossing te forceren. Dat werkt veel beter dan miezemuizen in bestuurlijke overleggen. Het betekent ook dat het uiteindelijke werk niet door mij gedaan wordt. Ik heb de oplossingen niet. De mensen om me heen hebben veel betere ideeën dan wat ik in mijn eentje achter mijn bureau kan bedenken. Mijn taak is aan die ideeën vast te houden.’

 

De jeugdzorg, mensenhandel en onderwijskwaliteit staan op de kaart. Wat wordt het volgende grote project?
‘Op zich heb ik met deze onderwerpen de komende jaren nog genoeg te doen. Maar ik heb nog wel een paar onderwerpen waar ik mee aan de slag wil. Bijvoorbeeld het mbo, waar ook schrijnende problemen zijn. Het maakt niet uit of leerlingen wekenlang niet op school verschijnen, want er is toch niemand die het merkt. Dat moet anders. Ik wil me meer bezighouden met de praktische kant van integratie. Hoe zorgen we dat kinderen goed kunnen lezen en schrijven en dat ze anders gaan denken over joden en homo’s?

 

En op het gebied van jongeren en veiligheid, daar gaat nog een hoop mis. We hebben veel projecten voor jongeren die met de politie in aanraking zijn geweest, maar het levert te weinig op. Een van de problemen is dat niet herkend wordt of iemand licht verstandelijk gehandicapt is of een psychiatrische stoornis heeft. Maar dan heeft zo’n programma helemaal geen zin. Stoppen dus met het automatisch aanbieden van dat soort programma’s en veel beter selecteren. En de jongens eerder straffen, die geen last hebben van zo’n stoornis.’

 

Hoe bepaalt u op welk onderwerp u zich gaat storten? U praat erover of u wordt wakker en denkt: vandaag het mbo.
‘2010 is een heel bijzonder jaar geweest met de verkiezingen in maart die heel spannend waren. Daarna vertrok Cohen en was ik een paar maanden waarnemend burgmeester. Ik was toe aan het reces. Dat is ook een tijd waarin je op zaken kunt reflecteren. Maar na anderhalve week had ik alweer veel ideeën en zin om weer te beginnen. De onderwerpen die me bezighouden, zijn in principe ook sinds ik raadslid ben dezelfde. Maar ik wil wel ieder jaar beter worden.’

 

Wat betekent dat in uw positie: ‘beter worden’?
‘Als bestuurder zijn er drie grote gevaren: dat je te intern gericht bent en je van het ene overleg naar het andere laat voeren, dat je jezelf opsluit op het stadhuis, en ten slotte; dat je jezelf geweldig gaat vinden. Dan helpen dit soort lijstjes trouwens niet. En voor die gevaren probeer ik mezelf te behoeden. Het volstaat niet om problemen te benoemen, ik reken mezelf er wel op af dat ik ook resultaten behaal.’

 

Hoe anders opereert u vergeleken met uw begintijd?
‘Ik was die eerste tijd vooral heel erg onder de indruk van alles, liet me makkelijker overhalen door mensen met gladde verhalen. Dat is voorbij. Ik heb maar kort de tijd: misschien 4 jaar, maar het kan ook volgende week afgelopen zijn. Dan moet er wel wat staan. Dus ik heb geen tijd voor recepties en beleefdheids gesprekken of geduld voor mensen die niet goed voorbereid zijn.’

 

Wat is de grootste fout van wethouder Asscher tot nu toe?
‘Toen ik in 2008 het dossier inburgering overnam, was daar ontzettend veel mis. Veel te weinig mensen kwamen naar de cursussen. Toen ben ik gaan fiksen, pleisters gaan plakken. Terwijl ik had moeten zeggen: we stoppen er 3 maanden helemaal mee en daarna gaan we het totaal anders doen.’

 

De in 2010 overleden Henk Vonhoff, oud-staatssecretaris van Cultuur, zei over het ministerschap: het is alleen leuk op de eerste en de laatste dag. Hoe is dat voor het wethouderschap?
‘Het wethouderschap is 9 van de 10 dagen ontzettend leuk. Juist ook omdat het lokaal is. Ik kan met de fiets naar mijn werk, wordt door mensen aangesproken, je ademt met de stad. En het is nooit saai. Er kan altijd ineens wat gebeuren.’

 

Zoals een enorme zedenzaak. Daarin voert alleen burgemeester Van der Laan het woord, terwijl u toch ook verantwoordelijk bent voor de kinderopvang...
‘Ik voel me ook verantwoordelijk. De stadsdelen gaan over het toezicht, maar ik ga over het beleid. Als je heel eerlijk kijkt, denk ik dat het toezicht te veel op zaken als hygiëne was gericht. Maar we moeten het onderzoek van de commissie- Gunning daarover afwachten.’

 

De stadsdelen voerden de leerplichtwet niet goed uit, nu lijken ze gefaald te hebben met toezicht op de kinderopvang. Blij dat u straks dankzij het kabinet van de stadsdelen verlost bent?
‘De leerplicht hebben we weer gecentraliseerd, dus dat probleem is opgelost. En ik vind het unfair om naar aanleiding van de zedenzaak de discussie over de stadsdelen zo in de bocht af te snijden.’

 

Politicus is tegenwoordig geen eervol beroep meer. Politici worden neergezet als zakkenvullende baantjesjagers. Maakt u zich daar kwaad over?
‘Ik maak me er vooral zorgen over. Een land krijgt de politici die het verdient. Als je het maar onaantrekkelijk genoeg maakt, dan wordt het alleen maar slechter. Mijn antwoord op mensen die beginnen over zakkenvullers is altijd: bedankt voor je kritiek, je zou het zelf eens 4 jaar moeten proberen. De samenleving zou wel wat meer waardering voor politici mogen hebben. Natuurlijk, er zijn zakkenvullers, maar die komen overal in de maatschappij voor.

 

Het betreft ook vaak uw partij.
‘Als ik het daar zie, zeg ik er ook wat van.’

 

Wat kunnen politici zelf doen om de beeldvorming te veranderen behalve zichzelf niet verrijken?
‘Beschouw het minder als een vak of een carrière. De politiek moet minder als een aparte kaste opereren. Het mooie van de lokale politiek vind ik ook dat het veel opener is. Daar kunnen de melkboer en de slager meedoen. De teneur om de politiek te professionaliseren, daar ben ik erg op tegen.’

 

CV

Lodewijk Frans Asscher (Amsterdam, 27 september 1974) is de zoon van jurist Bram Asscher en hoogleraar arbeidsrecht Irene Asscher-Vonk. Asscher studeerde rechten en promoveerde in 2002 op een onderzoek naar de grondwettelijke bescherming van het recht op vrijheid van meningsuiting.

 

In maart 2002 kwam hij in de Amsterdamse raad voor de PvdA, in april 2004 werd hij fractievoorzitter. Na de verkiezingen van 2006 trad Asscher aan als wethouder van financiën, economische zaken, onderwijs, inburgering en jeugd. Door het terugtreden van Job Cohen op 19 maart 2010 wordt hij waarnemend burgemeester tot juli 2010. Asscher is nu weer wethouder financiën, onderwijs en jeugd.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie